“De tranen van Bart Verhaeghe tonen dat er wel frustratie was, maar die is nu weggespoeld”

© BELGA
Wouter Vander Stricht

In een onwaarschijnlijk wedstrijdslot heeft Club Brugge de elfde bekerwinst geboekt.

Scenario’s schrijf je niet, die worden geschreven. Club verdedigde bijna 80 minuten een voorsprong en als je dan in de laatste minuut van de reguliere speeltijd de gelijkmaker incasseert… Dan is het vaak over en out. Heel wat spelers zaten – ook al na de Turkse midweek – op hun tandvlees. Eentje daarvan leek ons Refaelov, maar wat die uit zijn sloffen schudde, deed de ene kant van het Koning Boudewijnstadion letterlijk ontploffen. De Brugse supporters, die al acht jaar op een prijs wachten, kregen wat ze verdienden. Het feest startte op het veld in Brussel en op ‘t Zand in Brugge.

Al weken en maanden roept men in Brugge dat er geen frustraties leven, maar geloof ons, wat nu van die schouders valt, daarvan gaat een mens zich lichter voelen. Niet altijd die vervelende vraag voor de bestuurder, niet altijd de eeuwige opmerking richting trainer… Maar vooral de fans die voor het eerst in jaren op maandag eens met het hoofd in de wolken de werkvloer mogen opstappen. Als ze er geraken tenminste.

De tranen van Bart Verhaeghe verraden misschien nog het meest hoe zeer men hier naar hunkerde. Maar nu wil men ongetwijfeld meer. Club speelt Europees nog mee, maar misschien zet men dat beter op het zijplan om vooral weer eens op die titel te mikken. Ook dat wordt nog een lange, bitsige strijd. Tien kleine bekerfinales, maar bij Club kunnen ze toch al buigen op deze bekerwinst. De elfde in de geschiedenis van de club. Daarmee zijn ze recordhouder.

En als we dan toch een paars-witte noot mogen toevoegen, is de wedstrijd van Leander Dendoncker. Met zevenmijlslaarzen verplaatste hij zich over het veld. Druk zetten, duels aangaan, voetbal simpel laten lijken, aanjagen… Aan de Passendalenaar heeft het niet gelegen. Maar ten huize Dendoncker zal zijn broer die bij Club speelt, zich zonder zorgen naar training mogen begeven.