De museumversie van het West-Vlaams

In Frans-Vlaanderen sieren nog opvallend veel Vlaamse Leeuwen het straatbeeld. (foto Michaël Depestele)
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

Het West-Vlaams leeft nog altijd in Noord-Frankrijk. Onze hoofdredacteur Jan Gheysen liet er zijn licht eens op schijnen.

Het is er al een tijdje, maar het was bij ons nog niet of nauwelijks bekend: een West-Vlamsch woordenboek voor Noord-Fransen. Of beter nog: voor Frans-Vlamingen. Geen kleinood is het, maar een serieuze klepper. Wie dacht dat de Noord-Franse variant van ons dialect ei zo na dood was en nog maar door een handjevol grijze fanatiekelingen wordt gesproken, moet beslist nog eens de grens oversteken. Nu ja, grens? Toch wel. Die grens is er nog, er zijn nog altijd barrières tussen Noord-Frankrijk en West-Vlaanderen. De taal is er een van en niet de minste. Zelfs al spreekt een deel van de bevolking daar een voor ons herkenbaar en grotendeels verstaanbaar soort West-Vlaams.

Een West-Vlamsch woordenboek zal ons dialect niet redden

Dat het verschijnen van dat woordenboek aan onze kant van de grens nauwelijks opzienbarend was, is veelbetekenend. De interesse voor wat ginds gebeurt, lijkt bij ons te tanen. Ja, er was natuurlijk de hype van Bergues (Sint-Winoksbergen) toen dat versterkte stadje het decor was voor de komische film Bienvenue chez les Ch’tis. Maar dat is intussen alweer ruim tien jaar geleden. Toen passeerden West-Vlamingen daar massaal langs het belfort en keken ze hun ogen uit naar de Vlaamse Leeuwen die er in grote getale aan de gevels wapperden.

Maar, geef toe, we lopen elkaars deur niet plat, de West- en de Frans-Vlamingen. We weten nauwelijks wat er ginds gebeurt en de Noord-Fransen die hier bij ons komen werken, spreken geen Frans-Vlaams.

Of daar ooit nog verandering in komt? Of wij ons nog eens zullen inzetten om dat Frans-Vlaams op de kaart te houden? We vermoeden van niet. Zelfs ons dialect dat nu hoogtij viert in tv-series, lijkt generatie na generatie te vervellen tot een soort van standaard-Vlaams. We kunnen daar rouwig om doen, maar taal ontwikkelt zich eigenzinnig.

We weten nauwelijks wat er ginds gebeurt en de Noord-Fransen die hier bij ons komen werken, spreken geen Frans-Vlaams

Er zal aan onze kant van de grens geen grote oplage van het West-Vlamsch woordenboek van de Noord-Fransen verkocht worden. Het blijft een curiosum, dat West-Vlaams van vlak over de grens. En dat woordenboek zal die taal niet redden. Ze is gedoemd om in het museum te belanden. Net zoals de diverse vormen van het West-Vlaams gaandeweg alleen nog in een museumversie zullen overeind blijven. Helaas, een taal die enkel nog bewaard wordt, is een dode taal. Een levende taal laat zich niet conserveren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier