De gelukkigste glimlach in de spits

Billy Buyse
Billy Buyse Reisblogster

Billy Buyse (26) en Paul Van Heuven (26) volgen vier maanden de zijderoute van Chengdu naar Istanbul. Ze ruilen het Kortrijkse vlas voor Chinese zijde. Hun terugkeer staat gepland tijdens de Warmste Week.

De eerste indruk van China was ‘Wauw, dit kan niet echt zijn. De. Max.’ De spanning begint tijdens de vluchten van Brussel naar Shenzhen – en daarna van Shenzhen naar Chengdu – serieus te stijgen. Wat gaan we in hemelsnaam in China doen? Paul en ik, twee verdwaalde West-Vlamingen die de taal niet kennen.

Het land schermt zich op alle mogelijke manieren af van de wereld. Willen ze ons daar wel? Zaken zoals de in China alomtegenwoordige betaalapplicatie WeChat, werkt niet bij buitenlanders. Willen ze ons daar wel? Op de luchthaven vonden we geen winkel waar we een Chinese simkaart konden kopen. Er was ons in België op het hart gedrukt dat je dat enkel daar legaal kan aanschaffen. Geen simkaart is geen internet. Willen ze ons daar wel? Dan maar zonder 4G de metro nemen naar onze hostel. We hadden wel een kaart met het adres, al een geluk. We stapten uit de Metrohalte Kuanzhaixiangzi Alleys. Voor het eerst zagen we Chinese lucht, de stad. Ineens vergaten we al onze praktische beslommeringen. Stiekem eerste traantjes bij Billy? Oké, ik geef het toe. Maar het was een lange dag én ik had amper geslapen!

“Net op zo’n moment is de verbinding van China met de buitenwereld zwak”

Chengdu heeft 14,42 miljoen inwoners en is vooral bekend omwille van het reuzenpandavoortplantingscentrum. De provincie Sichuan is de ideale regio voor panda’s om in te leven en als het even kan, zich voort te planten. Een collega van mij is sinoloog. Hij beschreef Chengdu als ‘een goede stad om wat te acclimatiseren’. Het zachtere werk dus met andere woorden. Hij had gelijk. De perfecte combinatie van traditioneel China naast hoge moderne flatgebouwen, veel groen en deelmobiliteit – vooral fietsen. Iedereen helpt ons spontaan. Zonder een dankjewel of knikje af te wachten.

Maar we moeten eerlijk zijn, de stad heeft eigenlijk niets te maken met de Zijderoute. Xi’an is het échte startpunt van onze tocht. Tijdens onze laatste nacht in Chengdu kreeg Paul telefoon via WhatsApp. Het kon maar één ding betekenen. Half verdwaasd zie ik Vic, mijn broer, en Amélie, mijn schoonzus, op het scherm. Onscherp. De traantjes waren er al zeer snel. Kleine sloeber Lou had besloten om acht dagen te vroeg, maar wel vier dagen te laat uit de boek te komen om zijn meter bij zijn geboorte te ontmoeten. En net op zo’n momenten is de verbinding van China met de buitenwereld áltijd zwak. Online is hier blijkbaar een overstatement.

Die nacht sliepen we weinig. De volgende dag moesten we vroeg op om aan onze Zijderoute te beginnen. Onze gelukzalige glimlach stak waarschijnlijk wel wat af, zo op de metro tijdens de maandagse ochtendspits naar het station.

Xi’An gaf ons dezelfde indruk toen we de metro uitstapten. Hier komen we ook voor het eerst in aanraking met Arabische invloeden. Ooit was dit het eindpunt van de Zijderoute. De ommuurde stad van 8,5 miljoen mensen ademt de tijd van toen nog steeds uit, met het 2.000 jaar oude mausoleum van de Qinkeizer en een gans Terracottaleger als hoogtepunt. Het leger moest de hemel voor hem veroveren na zijn dood. Vandaag trekken we naar Xiahé, 800 kilometer verder. Elke stap is er één dichter, richting het westen. En we vragen ons steeds minder af: willen ze ons hier wel?

Tot volgende week,

Billy

De gelukkigste glimlach in de spits

De gelukkigste glimlach in de spits

De gelukkigste glimlach in de spits

De gelukkigste glimlach in de spits