Competities in het amateurvoetbal geschrapt (en eigenlijk is dat geen seconde te vroeg)

© xim
© xim
Wouter Vander Stricht

Geen amateurvoetbal meer dit seizoen. Toch niet in competitievorm. Het seizoen 2021-2022 zal dus starten met dezelfde reeksen al 12 maanden eerder. En eigenlijk had die beslissing al eerder moeten vallen. Want een geschrapt voetbalseizoen is maar een peulschil in vergelijking met wat we al achter de rug en jammer genoeg ook nog voor de boeg hebben. Gezondheid primeert. Een min of meer normale herstart in september 2021 komt er hopelijk. Maar we hopen al evenzeer dat de clubs en (betaalde) spelers de nodige conclusies trokken.

Het amateurvoetbal zal de komende maanden de wonden mogen likken. Heel wat facturen lopen door, maar inkomsten zijn er niet. De lidgelden worden al bij het begin – of zelfs van voor – het seizoen opgevraagd, die fondsen zijn meestal al meteen opgesoupeerd. Soms al om de kosten van het vorige seizoen te dekken. Het is de boekhouding van de communicerende vaten tussen de jeugdwerking en het eerste elftal en tussen seizoen A en A+1.

Scheef gegroeid businessmodel

Veel premies zullen er niet uitbetaald geweest seizoen dit seizoen, maar dit coronaseizoen legde nog maar eens pijnlijk bloot dat veel clubs boven hun stand leven. Het opbod in spelerslonen om toch maar een reeksje hoger te gaan spelen of te kunnen blijven waar men zit: het is ongezien geworden. Heel wat clubs besloten de afgelopen jaren om flink de rem op de spelerslonen te zetten, maar tegelijk waren er dan weer andere clubs die net meer gingen betalen. De spelers verhuisden netjes mee.

Hopelijk denken amateurvoetballers op het einde van hun loopbaan terug aan de mooie voetbalmomenten en niet aan het gat in hun budget waarmee hun voetbalpensioen hen opzadelt

Mag er dan niets betaald worden in het provinciaal voetbal? Jawel. Op zich is daar ook niets mis mee. Het zwart geld is al enkele jaren voor een groot stuk uit het voetbal verdwenen. Wie centen verdient, moet die ook aangeven. Maar het businessmodel achter het amateurvoetbal is helemaal scheef gegroeid. Waar vroeger een eerste ploeg voor een derby in provinciale nog tussen de 500 en 1.000 toeschouwers lokte, de penningmeester zich nog voor de aftrap rijk waande en de kantine werd leeg gedronken, is de realiteit nu helemaal anders. Kantines blijven een levensader van een club, maar het zijn vooral de jeugdspelers en de ouders die daar bloed door pompen. Een uur na de wedstrijd bij het fanionvoetbal is men vaak al de kantine aan het vegen.

Financiële evenwichtsoefening op grote hoogte

Terug naar vroeger kunnen en moeten we niet meer, maar in dit coronaseizoen blijkt eens te meer dat een voetbalclub leiden meer een financiële evenwichtsoefening op grote hoogte is, dan een puur sportieve onderneming. De kogel is sinds vandaag, maandag 25 januari, definitief door de kerk. Geen amateurcompetities meer. En die beslissing viel geen seconde te vroeg. De gezondheid primeert op alles. Ook de mentale gezondheid. Dus laat – als het weer kan – de jongeren weer voetballen. De volwassen amateurvoetballers weten dit wel een plaatsje te geven. Het zal een ‘nuljaar’ zijn als ze later op hun voetbalcarrière terugblikken. En dan hopen we eerlijk dat ze – net als wij dat doen – terugdenken aan de fratsen in de kleedkamer, aan de voetbalvrienden voor het leven, aan titels en evengoed ook degradaties… Liever dan dat ze bij hun voetbalpensioen moeten denken hoe ze het gat in hun budget moeten vullen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier