Clichécheck (3): Schuchtere West-Vlamingen

Talitha Dehaene

Journaliste Talitha Dehaene (28) zag het licht in Ieper, maar trok als tiener tien jaar naar Amsterdam. Na nog twee jaar Antwerpen, is ze helemaal terug thuis. Elke week onderzoekt ze hier de clichés over de West-Vlaming.

Het cliché: De West-Vlaming is schuchter en staat niet graag in de belangstelling.

Al mijn hele leven word ik luid genoemd. Ik weet niet precies waar het vandaan komt, die neiging om de knop van mijn stemvolume hoger dan gemiddeld te zetten. Ik ben enig kind, dus het is niet alsof ik vroeger om aandacht moest schreeuwen. Maar ik ben niet luid omdat ik per se wil dat iedereen naar me kijkt. Het is gewoon iets dat gebeurt zodra ik me op mijn gemak voel bij mensen. Dan word ik uitgelaten en denk ik niet meer na over mijn stemvolume. Kortom: als je het gevoel hebt dat ik in je oor sta te schreeuwen, is dat een compliment.

Luid zijn wordt in West-Vlaanderen niet altijd geapprecieerd. Op mijn rapporten stond er steevast een opmerking over. Mensen doen er ook graag lacherig en laatdunkend over. Ik schaamde me er dus altijd een beetje voor, tot ik naar Amsterdam verhuisde. Plots was ik omringd door mensen die even luid waren als ik en daar hoegenaamd geen gêne over hadden. Integendeel: in Amsterdam word je pas serieus genomen als je duidelijk aanwezig bent. Daar heb ik mijn stemvolume omarmd.

Als ik in je oor sta te schreeuwen, is dat eigenlijk een compliment

Eenmaal terug in de provincie valt het me op dat er best wel véél luide West-Vlamingen zijn. Zij die mij luid noemen, zijn het negen op de tien keer zelf ook, of toch binnen de context van een feestje, barbecue of terrasje. En dat is eigenlijk best logisch. Want neen, wij West-Vlamingen staan niet zo graag in de belangstelling, maar we zijn wél sfeermakers. Kan je één tv-programma opnoemen waarin de West-Vlaming niet voor de ambiance zorgt? Juist, ja.

Misschien denken we onbewust dat als we gewoon luider praten, we beter verstaanbaar zijn voor de rest van het land. Onze feestjes zijn luidruchtig, onze gesprekken uitbundig en onze lachsalvo’s zo vettig als een goed stuk varkensvlees hoort te zijn. Wij, West-Vlamingen, hebben stiekem meer met onze noorderburen gemeen dan we zelf hardop (en niet al te luid) durven toegeven. Maar dat is helemaal niet erg, beste provinciegenoot. Integendeel: laten we het voortaan gewoon omarmen.

DAT WE HET GEWOON MOETEN OMARMEN, ZEG IK JE.

Het oordeel: niet waar. We schreeuwen probleemloos de hele boel bij elkaar op een receptie. Vul de cava nog maar eens bij.