Oostende tijdens de Eerste Wereldoorlog: “Raid van de Vindictive was een hels inferno”

© Foto Andries van Rijsbergen
Gillian Lowyck

Als klein kind groeide hij op met talloze verhalen over de Eerste Wereldoorlog. Die verhalen bleven zodanig hangen dat hij ze zelfs voor een stuk in boekvorm goot. “Mijn tante Laura was tijdens de bevrijding een meisje van dertien jaar en ging, ondanks het verbod van haar ouders, ook meevieren”, vertelt Patrick Gyselen.

Patrick Gyselen (66) schreef in 2014 met ‘Ook een mens’, een boek over Oostende tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hij groeide op met verhalen van vijf vrouwen die de oorlog van heel dichtbij meemaakten: zijn vier tantes Lisa, Rachel, Celine ‘Lientje’ en Emma Devooght.

Het verhaal van zijn grootmoeder Julia diende voor een deel als basis voor zijn boek, maar zij is de enige die Patrick niet gekend heeft. Ook Alphonse Elleboudt, de stichter van De Zeewacht, speelt een rol in het boek.

“Dat waren mensen vól verhalen”, vertelt Patrick. “Als kind heb ik vaak – soms met één oor – hun verhalen over WOI gehoord. Ik dacht vroeger dat dat bij alle gezinnen zo was, maar blijkbaar is dat toch niet zo evident.”

Nieuwpoortsesteenweg

Grootmoeder Julia woonde aan de Nieuwpoortsesteenweg 85 en haar zussen woonden dicht in de buurt. “Dat was de weg die de Duitsers namen naar het IJzerfront.”

“Veel mensen aan de Nieuwpoortsesteenweg werden verplicht om een aantal Duitse soldaten in te kwartieren. Ze hoorden voortdurend de bombardementen, het gebulder van de kanonnen. Trouwens, er werd veel honger geleden tijdens WOI, nog erger dan in WO II.”

Ik heb altijd gehoord dat mijn grootmoeder een warm persoon met een groot hart was

De dag voor de Raid van de Vindictive, is de grootvader van Patrick overleden. “Hij was pas veertig jaar. De woensdag is hij overleden en de zaterdag begraven. De dagen tussenin vond die raid plaats, een hels inferno. Voor ons is dat dus wel belangrijk”, legt hij uit.

Naar Le Chatelet

De bevrijding van Oostende vond plaats op 17 oktober 1918. “Langzamerhand wist men wel dat er iets ging gebeuren. Aan het front tussen Ieper en Diksmuide was een eindoffensief begonnen. Er waren geruchten dat die troepen op weg waren.”

Patrick Gyselen groeide op met verhalen. Zijn grootmoeder - in het midden op de foto - en haar vier zussen maakten de Groote Oorlog van dichtbij mee.
Patrick Gyselen groeide op met verhalen. Zijn grootmoeder – in het midden op de foto – en haar vier zussen maakten de Groote Oorlog van dichtbij mee.© GLO

“Er was geen officiële pers, dus zeker was men niet. Heel vroeg in de morgen van 17 oktober merkte men op dat er bijna geen Duitsers meer aanwezig waren. Een stad van 30.000 inwoners, waar er vier jaar lang 10.000 Duitsers verbleven… Dat valt op”, zegt Patrick.

De laatste Duitsers in de stad stonden aan Petit Paris. “Met een machinegeweer gericht op de Torhoutsesteenweg en een machinegeweer gericht op de Nieuwpoortsesteenweg. Er kwam een Frans vliegtuig laag overgevlogen, en die Duitsers vluchtten café Le Chatelet – dat er trouwens nog altijd staat – in. Nadien zijn ze vertrokken.”

Euforie

Uiteindelijk kwam er één Belgische soldaat, een verkenner, met een fiets af. “Van zodra ze hem zagen, werd die mens zodanig besprongen dat hij zei: ‘Ik heb de oorlog overleefd en ga hier nu aan mijn einde komen.” (lacht)

Die euforie was gigantisch. Een halfuurtje later arriveerden de troepen dan. Het feestgedruis kon eindelijk losbarsten! Mijn tante Laura was toen een meisje van 13 jaar en ging, ondanks het verbod van haar ouders, ook meevieren…”

De titel van het boek van Patrick vindt zijn oorsprong tijdens de bevrijding. “Ik heb altijd gehoord dat mijn grootmoeder een heel warm persoon met een groot hart was.”

“Op een bepaald moment tijdens de bevrijdingsdag, hadden er mensen – mijn moeder zei altijd krapuul – een Duitse soldaat te pakken gekregen. Een man die gewond was achtergebleven. Ze hadden hem in een kruiwagen geduwd, ze sloegen en schopten hem, ze gooiden met paardenvijgen… Mijn grootmoeder stond in haar deurgat, en riep: ‘Ochere! ‘t is toch ook een mens!'”

Feiten

Het begin van het Vlaanderenoffensief – 28 september 1918 – betekende dat ook in Oostende de Duitse troepen zich terugtrokken. Stapelhuizen en kwartieren werden ontruimd en installaties vernield. Er heerste veel onduidelijkheid over wat er nu eigenlijk écht gaande was.

Er waren amper kranten verkrijgbaar. Op 13 oktober werd een affiche uitgehangen, waarin de bezetter bevestigde in te stemmen met de eis van de Amerikaanse president Wilson om alle bezette gebieden te ontruimen. In de laatste dagen voor de bevrijding vonden er nog een aantal gewelddadige beschietingen plaats.

Uiteindelijk trokken de Duitse soldaten tussen 16 en 17 oktober 1918 in kolonne uit de stad.