Verpleegsters in spe zijn terug na drie maanden stage in Rwanda

Janne De Bruyne en Leonie Van Daele liepen drie maanden stage in het Rwamagana Provincial Hospital. © gf
Bram Vanlerberghe

Janne De Bruyne uit Brugge en Leonie Van Daele uit Lichtervelde zijn sinds woensdag terug na een drie maanden durende stage in Rwanda. De studentes verpleegkunde aan Vives in Brugge vertrokken onbevangen richting Rwanda en keren met een rugzak vol ervaringen terug. “Dit was een verrijking.”

“Ik ben vertrokken zonder duidelijke verwachtingen”, steekt Leonie Van Daele van wal. “Ik stond open voor nieuwe ervaringen en kennis. We kregen wat voorbereidende info van de school uit, aan de hand van workshops van de provincie West-Vlaanderen.”

Janne De Bruyne pikt in. “Wij waren de eerste verpleegkundestudenten die vanuit Vives naar Rwanda gingen. Ik heb me in de periode voor mijn vertrek verdiept in het land. Ik wist dus wel enkele dingen, maar wilde ook vooral daar de cultuur en de mensen leren kennen.”

Hoe verliep de stage gedurende de drie maanden?

Leonie Van Daele: “Het ziekenhuis had heel wat gelijkenissen, maar ook verschillen met de ziekenhuizen in België. Ook qua medicatie en materiaal zijn alle basisbenodigdheden aanwezig.”

“De verschillen zijn onder andere de indeling van de afdelingen. Iedere gewone afdeling bevat een 30-tal patiënten, ondergebracht in een lange ruimte. Vaak lagen de patiënten naast elkaar zonder gordijn tussen hen als privacy.”

Janne De Bruyne: “Het materiaal waar de parameters mee genomen kunnen worden zoals bloeddruk, saturatie, temperatuur is er meestal wel, maar niet op elke afdeling, waardoor we er soms nog om moesten. Ze hebben vaak wel medicatie en bepaalde basismaterialen op de afdeling, maar de opslagplaats is vaak zo slordig waardoor het soms veel te lang duurt voor ze iets terugvinden. Zeker in dringende gevallen kon dit enorm frustrerend zijn.”

“Het moeilijkste obstakel was vaak ook de taal. De lokale studenten spraken bijna allemaal vlot Engels. De verpleegkundigen spraken meestal Frans of Engels, maar ook niet altijd even vloeiend. De patiënten spraken altijd de lokale taal, het Kinyarwanda, waardoor communicatie met hen bijna niet mogelijk was. Dat was soms wel jammer. Uiteindelijk is communicatie nog altijd een basispunt binnen de zorg.”

Hoe was de samenwerking met het verplegend personeel en de dokters?

Leonie: “De technieken lopen er gelijkaardig met hetgeen we leerden op school. In het Rwamagana Provincial Hospital maakten we vooral kennis met een andere cultuur en manier van denken. Stipt zijn is geen prioriteit. Als het regent in Rwanda ligt alles stil en is het niet erg als je uren te laat bent op je werk. De regen is een goede reden. Ook is hun rangschikking van prioriteiten helemaal anders. Minder belangrijke handelingen worden naar voor geschoven op de voor ons belangrijke.”

Janne: “Het contact dat we hadden met de verpleegkundigen was volledig anders dan in België. We werden elke ochtend enthousiast begroet door de verpleegkundigen en soms was dit zelfs eens met een knuffel. Fysiek contact komt er veel meer voor, terwijl we in België net wat afstandelijker zijn, zeker als student in een verpleegkundig team. Ook naar de lokale studenten toe verloopt het contact op dezelfde manier. Het is heel normaal dat de verpleegkundige en student een halfuur halfknuffelend naast elkaar staan. Dat kan je je niet voorstellen in België.”

Leonie en Janne met enkele studenten die hen vergezelden op de pediatrische afdeling.
Leonie en Janne met enkele studenten die hen vergezelden op de pediatrische afdeling.© gf

Was er naast de stage nog tijd om het land te ontdekken?

Leonie: “Halfweg onze stageperiode namen we een week de tijd om naar de andere kant van het land te reizen om er even op adem te komen. We trokken naar Gisenyi, een stad gelegen aan het Kivumeer, aan de grens met Congo.”

Janne: “We gingen ook regelmatig op uitstap naar de hoofdstad om eens iets lekkers te eten. We bezochten ook Akagera National Park. De toeristische dingen zijn wel erg duur in Rwanda.”

Welke lessen trokken jullie uit deze drie maanden durende stage?

Leonie: “Ik denk dat ik pas op latere leeftijd kan zeggen wat ik echt heb opgestoken. Het was een ervaring op cultureel vlak. Ik leerde er hun gastvrije en lakse mentaliteit kennen. Ook was de Rwandese natuur heel charmant. Het was persoonlijk een verrijking.”

Janne: “Mijn blik op de gezondheidszorg in België is wel veranderd. De dingen die voor ons vaak zo vanzelfsprekend zijn, zijn dat in Rwanda niet altijd. Bijvoorbeeld op het vlak van gezondheidszorg: de mensen die geen geld hebben, worden niet verder geholpen in het ziekenhuis… Ik heb wel al opgemerkt dat ik bepaalde kleine dingen veel meer apprecieer dan voorheen. Wel denk ik dat ik hier vooral op persoonlijk vlak rijker door geworden ben. En deze ervaring zal mij zeker ook als verpleegkundige gevormd hebben.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier