“Pakistaanse jongeren net primus in Oostendse onderwijs”

Edwin Verdoolaege: "Scholen met moeilijkste leerlingen krijgen vaak niet de beste leraren." (Foto HH)
Redactie KW

“Niet de blanke, autochtone Oostendenaars presteren het best in het Oostendse onderwijs, maar wel de Pakistaanse gemeenschap. Moslims dus.” Dat zeggen onderwijsdeskundige Edwin Verdoolaege en ACV-diversiteitsconsulente Saida Isbai in een reactie op ons stuk van enkele weken geleden over problemen met moslimjongeren in de Oostendse secundaire scholen. Ze waarschuwen voor een concentratie van recent aangekomen migrantenjongeren in bepaalde scholen.

In ons stuk vertelden enkele leerkrachten dat de integratie van allochtone nieuwkomers in de Oostendse scholen niet zonder problemen verliep. De taalkennis laat te wensen over, er zijn soms gezagsproblemen, zeker met vrouwelijke leerkrachten, er wordt gepest, nieuwkomers nemen dikwijls niet deel aan zwemlessen of meerdaagse schooluitstappen. De zaak werd besproken op de gemeenteraad, maar ook onderwijsdeskundige Edwin Verdoolaege, die al jaren het Oostendse onderwijs opvolgt, en ACV-diversiteitsconsulente Saida Isbai lieten van zich horen. Met Edwin hadden we een gesprek.

Pakistanen voorop

“Oostende was de voorbije jaren goed op weg om een rolmodel te worden voor het welslagen van oude en nieuwe migrantenjongeren in het onderwijs”, vindt hij. “De belangrijkste reden daarvoor was de goede sociale vermenging tussen jongeren van verschillende sociale groepen in scholen en klassen. Het zijn niet eens de autochtone Oostendenaars die in ons secundair onderwijs het best scoren. Ruim 90% van de Pakistaanse Belgen in Oostende haalde in de periode 2007-2016 een diploma van secundair of hoger onderwijs tegenover maar 78,4% van de blanke Oostendenaars. En dat zijn moslims.”

“Ook de Tsjetsjenen doen het niet slecht met 71,7% die een diploma secundair of hoger onderwijs haalde in de voorbije tien jaar. De Algerijnen, Marokkanen en Tunesiërs volgen met 64,5% en de Afghaanse gemeenschap tenslotte doet het niet goed: nog geen vier op tien haalt een diploma van secundair onderwijs. Maar zij zijn wel de laatst gearriveerden in Oostende. En dat brengt me bij een tweede vaststelling: het tijdstip van aankomst van de bevolkingsgroep is bepalend voor het opleidingsniveau van de studerende jongeren uit die groep. Dat is hoopgevend voor de toekomst.”

Hina Bhatti

“De Pakistanen zijn hier nu eenmaal al lang en kregen de tijd om zich de etiquette van onze samenleving eigen te maken. Eigenlijk zijn zij gewoon Oostendenaars geworden en met Hina Bhatti leveren ze nu zelfs de voorzitter van de gemeenteraad. De Afghanen daarentegen zijn pas de voorbije tien jaar aangekomen. Ze komen uit conflictgebied en zijn vaak erg laaggeschoold. Dat is een driedubbele handicap. De goede score van de Tsjetsjenen is wellicht te verklaren doordat ze hier ook al langer aanwezig zijn, maar ook door de betere basisopleiding in de Russische scholen.”

“We merken ook dat het sociale milieu of de familie belangrijker is dan de etnische origine of godsdienst“, zegt Edwin. “Als we gelijke sociale milieus met elkaar vergelijken in Oostende – laaggeschoolde autochtonen met laaggeschoolde allochtonen, dan doen de allochtone kinderen het iets beter dan de autochtonen. Verrassend. Maar het probleem met allochtone jongeren, is jammer genoeg dat hun ouders veelal erg laaggeschoold zijn. En als ik in het artikel lees dat 20% van de nieuwkomers voor problemen zorgt, begrijp ik dat best. Ook bij de blanke jongeren zijn er problemen met zo’n 20%.

“Moeilijke leerlingen moeten we zoveel mogelijk spreiden over scholen”

“Het risico is echter dat leerlingen met problemen inzake taalachterstand, leerproblemen, sociale problemen, familiale spanningen… in één of enkele scholen geconcentreerd worden. In Oostende concentreert Petrus & Paulus West – het vroegere Sint-Lutgardisinstituut – het grootste deel van de OKAN-klassen voor recent aangekomen nieuwkomers. De leerkrachten zijn allicht erg geëngageerd, maar overschatten ze hun krachten niet? Ik denk dat die klassen beter over meer scholen verdeeld zouden worden. Maar ook bij de ouders ligt dat emotioneel erg moeilijk.”

“Als je jongeren met taalachterstand of een problematische thuissituatie wil integreren in de maatschappij, moet je ze absorberen in de samenleving. En daarvoor is spreiden – zij het nog met extra ondersteuning – veel beter dan concentreren“, is de overtuiging van Edwin Verdoolaege. “Dat is de reden waarom de aanvankelijk goede situatie in Oostende momenteel aan het kantelen is. Het blijkt uit zovele ervaringen in tal van Vlaamse steden. Er is geen enkel voorbeeld van een geslaagde concentratieschool in het middelbaar. Ook een grootschalig Frans onderzoek uit 2016 wijst concentratie aan als hoofdoorzaak voor de achteruitgang van het Franse onderwijs.”

Niet beste leraren

“Een laatste vaststelling is dat de moeilijkste scholen dikwijls niet de beste leerkrachten krijgen, wel integendeel. Heel vaak werken beginnende leerkrachten, stagiairs, met weinig ervaring, mensen zonder vaste benoeming… in de moeilijkste scholen. De meest ervaren en vast benoemde leerkrachten zoeken ‘rustige’ scholen op. Een directeur kan zelf zijn equipe niet kiezen. Hij is erg gebonden aan de opgebouwde rechten van leerkrachten en de geschiedenis van de school. En dan krijg je noodkreten…”

“Ruim90% van de Pakistaanse Belgen in Oostende haalde in de periode 2007-2016 een diploma van secundair of hoger onderwijs tegenover maar 78,4% van de blanke Oostendenaars”

“Uit recent onderzoek van de VUB blijkt bovendien dat jongens dikwijls heel anders worden behandeld op school dan meisjes. Jongens hebben een negatief imago op veel scholen en vrouwelijke leerkrachten zijn daar niet onschuldig bij. Ook blijken jongens met een migratieachtergrond, ondanks dezelfde cijfers, sneller een C-attest te krijgen dan autochtone jongens. Ook dat speelt allemaal mee”, zegt Edwin.

Machtig wapen kwijt

“Oostende had een machtig wapen om de onderwijsproblemen in de stad te beheersen. Dat waren de zeven stedelijke basisscholen, die in 2014 werden overgeheveld naar het gemeenschapsonderwijs. Daardoor kan het stadsbestuur enkel nog aan de zijlijn toekijken. De intercultureel bemiddelaar kan veel dialogeren, maar staat buiten de klas, buiten de school, buiten de scholengroepen en buiten het onderwijs en is dus eigenlijk machteloos.”

“Als Oostende zijn kwalitatief onderwijsaanbod wil behouden en de schoolresultaten wil stabiliseren, dan moeten de moeilijkste leerlingen en de nieuw aangekomenen gespreid worden, moeten de beste leerkrachten worden ingezet waar ze het meest nodig zijn en moet de ratio overheersen op het buikgevoel. Als men daar niet in slaagt, zullen dergelijke koortsaanvallen blijven terugkeren en dreigen de concentraties van moeilijke leerlingen het hele onderwijslandschap te blokkeren.”

(Hannes Hosten)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier