Overleven de kleine opleidingen aan de West-Vlaamse hogescholen?

© Annelies Nollet
Annelies Nollet
Annelies Nollet medewerker KW Kortrijk-Menen

Zullen de kleinere opleidingen in onze provincie de nieuwe Vlaamse regering overleven? Die vraag stellen de verschillende West-Vlaamse hogescholen zich sinds Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) zijn regeerakkoord presenteerde. Daarin wordt immers de ‘Het Plan-Soete’ als leidraad voor het toekomstige onderwijsbeleid genoemd. Een lijvig document, dat al dateert van 2007, waar onder andere in staat dat elke bacheloropleiding over minstens 115 studenten moet beschikken, voor een master zijn dat er 20.

In Vlaanderen zouden er naar schatting maar liefst 550 bacheloropleidingen zijn die niet aan de Soete-norm voldoen. Een groot deel daarvan bevinden zich in de ‘uithoeken’: Limburg en West-Vlaanderen. Zo telde de opleiding energiemanagement maar 67 leerlingen. Ook studierichtingen als ecotechnologie, zorgtechnologie, vroedkunde, toerisme en medische laberatoriumtechnologie staan op de helling. Nochtans mogen de twee Kortrijkse hogescholen, Katholieke Hogeschool Vives en Hogeschool West-Vlaanderen (Howest) jaar na jaar meer inschrijvingen noteren. Dat geldt trouwens ook voor de Katholieke Universiteit Leuven associatie Kortrijk (Kulak), waar studenten hun bachelor kunnen afronden om dan door te stromen naar bijvoorbeeld Leuven voor hun master.

Onduidelijkheid

Hoe de Vlaamse regering de Soete-norm precies wil toepassen is nog erg onduidelijk. Zo gaat vicerector van Kulak, Piet Desmet, ervan uit dat bestaande opleidingen met rust gelaten zullen worden. De maatregel zou enkel voor nieuwe studierichtingen gelden. “Wij zullen het probleem pas oplossen als het zich stelt”, aldus de vicerector. Howest en Vives houden wel rekening met een scenario waarbij hun opleidingen onder vuur komen te liggen.

Het regeerakkoord zelf brengt in elk geval geen duidelijkheid: “We zorgen voor een rationeel georganiseerd onderwijslandschap zodat versnippering van middelen en onnodige duplicatie wordt tegengegaan. Hiertoe ontwikkelen de universiteiten en hogescholen richtlijnen voor de beoordeling van nieuwe bachelor- en masteropleidingen, met het Rapport Soete als leidraad”, lezen we daar. Ook een vraag om meer uitleg op het departement onderwijs schept geen klaarheid. “Het regeerakkoord zal nu eerst worden uitgewerkt in een beleidsnota, daarna wordt het in regelgeving gegoten. Op dat moment zal duidelijk worden hoe dit precies ingevuld wordt”, is het enige dat Michaël Devoldere, woordvoerder van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts kwijt wil.

Knelpuntberoepen

De Kortrijkse hogescholen zitten in elk geval niet te wachten op inmenging van de politiek. Frederik D’hulster, directeur Onderwijs van Howest: “Hogescholen zijn perfect in staat om zelf te overleggen. Zo hebben wij onze opleiding office management een tijd geleden geschrapt omdat die ook bestaat bij Vives. Andere opleidingen zoals energiemanagement zijn misschien klein, maar broodnodig. Dat geldt ook voor richtingen van waaruit studenten doorstromen naar knelpuntberoepen.” Toch zijn er nog studierichtingen die in beide Kortrijkse hogescholen worden aangeboden? “Klopt, maar dat heeft dan met ideologie te maken. Verpleegkunde en lager onderwijs bijvoorbeeld worden anders ingevuld in een katholieke hogeschool. Studenten verdienen het om daar zelf een keuze in te maken, zonder inmenging van buitenaf.”

Opleidingen

Sofie Bamelis van Vives valt haar concullega daarin bij. “De associatie KULeuven heeft in april 2018 al een vergelijkende studie gemaakt van ons opleidingsaanbod. We maakten toen een voorzichtige analyse, namelijk dat hogescholen die in centrumsteden gelegen zijn, amper opleidingen hadden die niet aan de Soete-normen voldeden. Hogescholen die eerder in de perifere regio’s gelegen zijn, hadden meestal wel enkele opleidingen die niet aan de Soete-normen voldeden. We merkten ook op dat ‘niche-opleidingen’ ook vaak met de Soete-norm flirten”, verduidelijkt ze. Echt zorgen maken beide hogescholen zich (nog) niet. “Wij hebben zeker geen schrik van die passage uit het regeerakkoord en zijn te vinden voor en efficiënter hoger onderwijsaanbod. Zolang we dat maar snel kunnen blijven aanpassen aan de noden uit het werkveld”, besluit Sofie.

Wat is ‘Het Plan Soete’ precies?

Na de Vlaamse verkiezingen in 2004 wordt Fientje Moerman (Open Vld) minister van Economie en Innovatie. Samen met de toenmalige minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (SP.A) was zij van oordeel dat “het huidige aanbod aan opleidingen de wetenschappelijke capaciteit van Vlaanderen te buiten gaat”. Daarom stelde ze een commissie aan onder leiding van hoogleraar Luc Soete. Die commissie stelde zowel in 2007 (Rapport Soete I) als in 2012 (Rapport Soete II) een eindrapport voor. Daarin noemt Soete “het gebrek aan doorstroom van academische kennis naar onze industrie”, als een van Vlaanderens grootste problemen. Daaruit volgt een concrete maatregel. Bacheloropleidingen zouden over de drie jaren heen minimum 115 leerlingen moeten tellen, in een masterjaar moeten dat er 20 zijn. Opleidingen die daar niet aan voldoen moeten hervormen. Door praktische beslommeringen en protest vanuit de onderwijssector werd dat idee nooit doorgevoerd, al wordt het wel geregeld vanonder het stof gehaald. Zo klaagde Voka vorig jaar nog over “het teveel aan opleidingen in Vlaanderen die te weinig studenten tellen” en nu wil de nieuwe Vlaamse regering het rapport dus als leidraad gebruiken. Hoe ze dat concreet gaan doen blijft onduidelijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier