Nieuwe hotelschool Foodbox valt in de smaak

De Oostendse hotelschool vind je niet langer aan het station. De leerlingen roeren voortaan in de potten in de Foodbox, het nieuwe hoogtechnologische gebouw naast het Ensorinstituut. En met succes, want sinds de start van het schooljaar mocht de school al dertig nieuwe leerlingen verwelkomen. “Allemaal dankzij het nieuwe gebouw”, glundert directeur Barbara Himpens.

Het is een gezellige drukte in de Foodbox op een doordeweekse dinsdagmiddag. Het klantenrestaurant is nog niet officieel open, maar toch zijn de leerlingen al druk in de weer om voor elkaar voor het lekkerste gerechtje en de beste bediening te zorgen.

Eind juni al verhuisde de hotelschool alle materiaal van de oude vestiging aan het station naar de nieuwe school. “Die verhuizing verliep heel vlot”, vertelt directeur Barbara Himpens. “We waren goed voorbereid en veel leerlingen en leerkrachten hielpen mee. Van de keukens en zo hebben we niets meegenomen. Daar hebben we verkocht wat we konden. Voor sommige leerlingen en leerkrachten was het afscheid van het gebouw wel wat emotioneel, ja. Zeker de leerkrachten hebben daar toch een groot deel van hun carrière doorgebracht. En de leerlingen hebben er een toffe tijd beleefd.”

De keukens zijn helemaal nieuw, net als het meubilair. “Voor zover ons budget dat toeliet, hebben we voor nieuw materiaal gekozen. Echt al het materiaal is hier hypermodern. Het kan zijn dat de leerlingen op stage gaan en dat de keukens daar ouder zijn dan in de eigen school. Vroeger was het altijd omgekeerd (lacht). “

Campus

Hoewel veel mensen nog altijd over de hotelschool spreken, heet het nieuwe gebouw wel degelijk Foodbox. “Ik verbeter mensen niet echt als ze dat zeggen”, gaat de directeur verder. “Ik denk dat hotelschool ook gewoon in de volksmond gaat blijven. Met Foodbox wilden we een hippe en hedendaagse naam, waarbij we echt een campusgevoel creëren. Zo hebben we al de Box, waar de leerlingen van de podiumtechnieken zitten. Daarnaast willen we ons ook niet echt positioneren als hotelschool. In het Ensorinstituut waar we deel van uitmaken kan je zoveel meer richtingen volgen. We meten ons ook niet met de grote mastodonten in Koksijde of Brugge.”

Vandaag vind je in de Foodbox geen enkel conventioneel leslokaal. Daarvoor gaan de leerlingen naar het Ensorinstituut. In het nieuwe gebouw is er enkel plaats voor praktijklessen. “Op de tweede verdieping vind je ons restaurant. Daar hebben we plaats voor 35 mensen. We hebben het zo gezellig mogelijk ingericht, omdat we zoveel mogelijk de realiteit van een echt restaurant willen benaderen.”

Open keuken

Er is in het restaurant een grote open keuken. “In het begin was dat wat stresserend voor de leerlingen”, weet Barbara. “Maar dat is iets wat alle restaurants hebben tegenwoordig. En daarbij is het ook gewoon een mooie keuken om naar te kijken.”

Op maandag 14 oktober mocht een vijftiental eters al eens komen proeven in het klantenrestaurant. Na de herfstvakantie, op maandag 4 november, gaat de zaak écht van start. “We wilden nog niet meteen openen, omdat we eerst nog onze weg wilden zoeken in het nieuwe gebouw. Zoals overal het geval is, hadden ook wij te maken met kinderziektes.”

Ik doe het liefst de bediening in de zaal, de stress in de keuken is voor mij te hectisch – leerling Besma Gadou

In het restaurant kan je drie middagen in de week gaan eten. Op maandag staat het gastronomische centraal, op dinsdag is het bistro en op donderdag zijn er twee gangen verkrijgbaar. “Op maandag zijn het de leerlingen van het zevende die hier aan de slag zijn. Maar elke leerling moet hier sowieso eens aan de slag.”

Ondertussen staan de klanten te popelen om het restaurant te testen. “Klopt”, lacht Barbara. “We hebben een paar vaste klanten die niet kunnen wachten om het nieuwe gebouw te zien. Velen onder hen geven ook feedback aan de leerlingen en die weten dat wel te appreciëren. Werkpunten, maar ook dingen die ze leuk vonden. De klanten zien de leerlingen ook evolueren. Dat maakt het net zo fijn voor hen.”

Verder vind je op de eerste verdieping nog vier testkeukens en het restaurant voor de leerlingen zelf. Daar vinden alle praktijklessen plaats, koken de leerlingen voor elkaar en dienen ze ook op.

Kleinschalig

De Foodbox is anderhalve maand na de opening al een groot succes. “Vandaag hebben we een honderdtal leerlingen. Dat zijn er dertig meer dan vorig jaar”, glundert de directeur. “Hoe dat komt? Door het nieuwe gebouw, daar ben ik zeker van. We winnen ook meer en meer aan bekendheid. En het kleinschalige van onze school is ook een pluspunt. We werken hier heel individueel, maken tijd voor elke leerlingen en werken met zijn of haar talenten en noden.”

Ook de Avondschool Scala en het deeltijds onderwijs maken gebruik van de Foodbox, waardoor het gebouw zo goed als elke dag intensief in gebruik is. “Het verschil met ons vorig gebouw kan niet groter zijn”, vindt Barbara. “Daar zaten we in een groot, leeg en verouderd pand. Hier is het gezellig. We kregen alleen nog maar positieve reacties. In januari plannen we trouwens nog een officiële opening. We zullen dan ook de buurt uitnodigen, want zij zijn ongetwijfeld ook erg benieuwd naar hoe het er hier uitziet. Nu werken we nog het groen buiten af en dan is het helemaal klaar.”

Een van de leerlingen die alvast erg enthousiast is over het nieuwe gebouw, is Besma Gadou (16). Zij zit in het zesde jaar restaurant en keuken. “Ik wist van kleinsaf aan al dat ik iets in de horeca wilde doen”, zegt ze. “Ik zat even in een andere richting, maar heb toch mijn hart gevolgd en voel me hier vandaag helemaal thuis. Wat me zo aantrekt in de sector? Het feit dat je heel veel richtingen uit kan. Wil jij in een chique zaak werken, dan kan dat. Als bistro meer jouw ding is, kan dat ook. Er is enorm veel variëteit.”

Sociaal contact

Besma houdt het meest van de bediening in de zaal. “Ik vind het sociaal contact met de mensen het leukste. Daarnaast weet ik dat ik de stress van de keuken niet aan kan, dat is veel te hectisch voor mij. Ik volgde ook nog les in het vorige gebouw en ben blij dat we nu hier zitten. Ik was tijdens de verhuizing op stage en heb jammer genoeg geen afscheid kunnen nemen. Maar zo erg is dat niet. Het is hier anders, maar wel beter.”

Hou zeker de naam van Besma in de gaten, want ze droomt van een eigen zaak: “Eerst nog een paar jaar sparen en ervaring opdoen. Daarna wil ik iets openen dat niet té gastronomisch is, maar waar je wel terecht kan voor iets wat je niet overal kan vinden. Iets speciaal. Nu nog een goede chef vinden, inderdaad. Gelukkig heb ik die al, want mijn vriend zit hier ook op school”, lacht Besma.