1 september op de schoolbus: “Hopelijk rijden we dit keer het hele schooljaar”

Hannes Hosten

De eerste schooldag is ook de eerste werkdag voor veel schoolbuschauffeurs en -begeleiders. Wij reden mee met Keolis op de busrit voor het Gistelse Sint-Godelievecollege en dat verliep rustig en zonder problemen. “Hopelijk rijden we dit keer het hele schooljaar.”

7 uur. Chauffeur Erica (55) heeft net begeleidster Lies (54) opgehaald en pikt ons op aan de Okay in Gistel. Ze zijn klaar om er na lange tijd weer helemaal in te vliegen. We rijden meteen door naar Middelkerke, waar tussen 7.20 en 7.30 uur de eerste leerlingen binnensijpelen. Vijf eerstejaars, drie derdejaars, uiteraard allemaal met mondmasker. “Goeiemorgen iedereen! Welkom”, klinkt het fris en monter.

Lies werkt al vijf jaar als busbegeleidster voor het Sint-Godelievecollege (SIGO). “Met kinderen werken is altijd leuk”, vindt ze. “Je bent meer dan alleen maar busbegeleidster. De leerlingen hebben mijn nummer voor het geval er iets scheelt. Ze zijn ziek, de bus is een beetje te laat, ze hebben iets vergeten op de bus… Ook tijdens de lockdown kreeg ik enkele telefoontjes. Om eens een praatje te slaan. Leerlingen die vertelden dat ze het thuis maar saai vonden. Er is een vriendschappelijke band. Sommigen zitten dan ook een uur en een kwartier op de bus.”

Busbegeleidster Lies:
Busbegeleidster Lies: “Tijdens de lockdown belden leerlingen me dat ze het saai vonden thuis.”© Peter Maenhoudt

“Onze ouders moeten werken. Zij kunnen ons niet naar school brengen”, vertellen de eerstejaars vooraan op de bus. Ondanks deze coronatijden heeft niemand getwijfeld om de bus te nemen. “Ik ben blij dat ik naar het middelbaar mag. Dat is veel leuker en ik zal veel leren”, zegt Layssa. Ze wordt meteen tegengesproken door Daan. “Het zal saaier zijn. En je zal meer moeten studeren.” Ook het verplichte mondmasker vindt Daan ‘saai’. Op dat punt is Layssa het wel met hem eens: “Een beetje irritant.”

Behalve mondmasker redelijk normaal

Erica is al 30 jaar buschauffeur en doet al 21 jaar schoolvervoer, waarvan twaalf jaar voor Keolis en met leerlingen van SIGO. “Overdag voer ik ook nog leerlingen naar het zwembad. Naar Gistel, Oostende, Brugge, Beernem… Met busbegeleidster Lies klikt het goed. We vullen elkaar goed aan.”

Iedereen hoopt op een gewoon schooljaar. Ook Erica, die tijdens de lockdown thuis zat met een corona-uitkering. “Vorig schooljaar hebben we in juni maar acht dagen meer gewerkt”, vertelt ze. “Enkel voor het tweede middelbaar. ‘s Morgens zes tot tien leerlingen, ‘s namiddags ook een tiental. Iedereen moest aan de kant van het raam zitten en telkens een rij tussen laten. Het groepje ‘s morgens vooraan op de bus, het groepje ‘s avonds achteraan op de bus. Maar vandaag starten we vrij normaal. Behalve het mondmasker zijn er geen speciale regels.”

“Ach, ze puberen hé”

“Iedereen heeft wel een vaste plaats, maar dat is altijd zo”, aldus Lies. “De eerstejaars vooraan op de bus, zesdejaars achteraan. Maar vandaag zijn er geen zesdejaars mee, zijn starten pas om 15 uur aan hun schooldag. Die vaste plaatsen zijn makkelijk als ze iets zouden vergeten hebben. Een zwemzak, een schoolboek… Dan vind je dat snel terug. Of leerlingen het wel eens te bont maken op de bus? Soms eens een bendetje. Ach, ze zijn aan het puberen hé. En bij de een komt dat vroeger dan bij de ander.”

In Wilskerke staat niemand op de bus te wachten. “Misschien wat verder, waar zijn opa woont?” Erica en Lies kennen hun pappenheimers goed. Behalve de eerstejaars natuurlijk. Maar ook verderop is geen leerling te zien. “Vandaag weten we niet wie allemaal mee gaat. We hebben de lijst van vorig jaar bij, maar het is een beetje afwachten wie nog meegaat en wie van school veranderd is. Over enkele dagen hebben we wel een lijst. Maar als we vandaag een leerling langs de kant van de weg zien staan, stoppen we voor alle zekerheid om te vragen of die niet naar SIGO moet.”

“Nog snel eens in boek kijken”

“Vorig jaar kwamen we ook met de bus naar school”, vertellen Robbe, Timon en Arne, drie jongens die vandaag het derde jaar beginnen. “Als we de bus van De Lijn nemen, zouden we eerst naar Oostende moeten en dan overstappen op de bus naar Gistel. Met deze bus gaan we rechtstreeks naar school. Het is wel leuk op de bus. Je slaat een babbeltje of je kijkt nog eens in je boek. Als je niet goed gestudeerd hebt of iets niet meer weet, kan je hier nog even kijken.”

Corona heeft ons niet doen twijfelen om met de bus te gaan“, aldus Robbe. “In de vakantie heb ik ook al met een groep op een bus gezeten. Tijdens de lockdown heb ik me niet verveeld. Ik probeerde al mijn schoolwerk in het begin van de week te doen, zodat ik een lang weekend had om te gamen en heel soms eens buiten te spelen. Toch zou ik het liefst hebben dat het dit schooljaar allemaal normaal verloopt.”

Vandaag nog rustig

In Slijpe stapt niemand op de bus, in Schore staat een hele bende aan het bushokje. Ouders, broertjes, een vijftal leerlingen die opstappen. Er is tijd voor een praatje met de buschauffeur en de begeleidster. “In Mannekensvere ligt de weg open. We hadden een andere halte voorzien, maar die kinderen staan nu hier in Schore. Ik moest nog even afspreken met de mama”, legt Erica uit.

Ook in Zevekote, Zande en Moere stapt niemand op de bus. Met in totaal 15 leerlingen rijden we richting Gistel. “Het is nog heel rustig”, vinden Lies en Erica. “Vandaag starten niet alle leerjaren om 8.30 uur. Dat heeft er zeker mee te maken. De komende dagen komen er zeker nog bij. Normaal vervoeren we er zeker meer dan 30. En dat zal dit jaar niet minder zijn door corona. Je staat hier niet als haringen in een ton. Op deze bus heeft iedereen zijn plaats. Wie vorig schooljaar de bus nam, zal dat dit jaar wel weer doen.”

Ontsmetten

Intussen naderen we de school. Lies neemt nog één keer het woord. “Welkom op onze bus, hopelijk wordt het een goed schooljaar. Binnenkort krijgen jullie allemaal mijn gsm-nummer, maar enkel om te gebruiken als jullie ziek zijn. Of met een probleem of een vraag zitten. Als we ietsje te laat zijn, blijf zeker wachten. En als het te laat wordt, mag je altijd bellen. En liefst niet eten of drinken op de bus.”

Na de rit moet buschauffeur Erica de 'harde delen' van de bus ontsmetten.
Na de rit moet buschauffeur Erica de ‘harde delen’ van de bus ontsmetten.© Peter Maenhoudt

De bus is gestopt. We zijn vlakbij de schoolpoort. Terwijl de leerlingen onder begeleiding van Lies het laatste stukje naar de school stappen, neemt Erica vod en ontsmettingsmiddel om de ‘harde delen’ van de bus – de leuningen zeg maar – te ontsmetten. Helemaal normaal is het toch nog niet op de schoolbus.

Redgy Deschacht (Keolis): “Huzarenstukje om alles te organiseren”

Het schoolvervoer van Keolis voor SIGO is een buitenbeentje in de wereld van het schoolvervoer. “De meeste leerlingen komen met het openbaar vervoer naar school. Er zijn niet zo veel scholen meer die nog eigen bussen inzetten om leerlingen van en naar school te brengen”, vertelt Redgy Deschacht, business advisor bij Keolis en voorzitter van BAAV, de beroepsvereniging van West-Vlaamse busondernemers. “Meestal gaat het om leerlingenvervoer voor het buitengewoon onderwijs. De Lijn organiseert dat en besteedt het uit aan diverse privéfirma’s. Voor Keolis maakt het schoolvervoer toch 30 procent van onze activiteiten in West-Vlaanderen uit.”

“Vroeger werden de leerlingen van het buitengewoon onderwijs opgehaald in diverse regio’s en naar verzamelpunten gebracht. Daar stapten ze over op de bus die hen naar hun school bracht. In coronatijd kan dat niet en daarom heeft De Lijn al in juli, na overleg met het departement Onderwijs, een draaiboek uitgewerkt. Nu halen de bussen leerlingen op in een groter gebied en brengen ze maar naar enkele scholen meer. Door het besmettingsrisico kan je het niet meer maken om leerlingen uit veel verschillende scholen samen te brengen op de verzamelplaatsen.”

“Het is wel een huzarenstukje geweest voor De Lijn om al die ritten opnieuw uit te tekenen”, weet Redgy Deschacht. “Zeker voor Brugge is het een moeilijke situatie. Daar zijn zoveel scholen in de binnenstad. In plaats van een zestal bussen rijden er nu wel 25 of 30 het stadscentrum in. Afhankelijk van de kleurcode veranderen de regels dan nog. We starten in code geel, maar ook nu rijden al meer bussen dan normaal. Niet voor het basisonderwijs, maar wel voor het middelbaar. De overheid betaalt die meerkost. Het wordt een heel speciaal jaar. Maar de bussen voor het schoolvervoer, die rijden nog. Voor de toeristische ritten is het pas echt een drama. Onze touringbussen staan al sinds de lockdown stil. We vrezen dat velen in onze sector het niet zullen volhouden op die manier.”