Ondergrondse opslag kernafval: kleilaag Ieper is reservemogelijkheid

Redactie KW

Het Niras, de Belgische instelling voor het beheer van radioactief afval, beveelt de regering aan om radioactief afval van het type B en C op te slaan in de Boomse of in de Ieperiaanse ondergrondse kleilaag. Het Niras benadrukt dat er nu eerst groen licht gegeven moet worden voor de methodologie, en dat enige beslissing over een opslaglocatie in Antwerpen of in West-Vlaanderen toekomstmuziek is, maar waarschuwt al dat we “met een probleem zitten als geen van beide opties zou lukken”.

Het Niras beveelt de weinig verharde kleilagen in onze ondergrond aan, omdat klei een goede natuurlijke barrière vormt voor de verspreiding van radioactieve stoffen. Klei is zeer weinig doorlatend, zet de radioactieve stoffen vast en is plastisch. Als er dus barsten of breuken zouden ontstaan in de kleilaag na bijvoorbeeld graafwerken, zal de grondlaag zichzelf weer dichten. Bovendien is de Boomse kleilaag erg stabiel, ze ligt er al 33 miljoen jaar.

Geen alternatief

Voor ondergrondse opslag in ons land is er geen echt alternatief voor de kleilagen rond Boom of Ieper. “We zitten met een probleem als noch opslag in de Boomse kleilaag, noch in de Ieperiaanse kleilaag uiteindelijk gerealiseerd zou kunnen worden”, zegt het Niras.

Back-upoptie

Hoewel in het Niras-afvalrapport nog geen locatie wordt aanbevolen, wordt de Boomse kleilaag beschouwd als een heel gefundeerde en vooral onderzochte optie, en geldt de kleilaag in de regio Ieper voor het Niras eerder als een back-upoptie. Dat stelde directeur-generaal Jean-Paul Minon maandag bij de toelichting bij het afvalplan voor radioactief B- en C-afval.

Kennis Ieperse kleilaag

Het instituut dat in ons land het radioactief afval beheert, wilde niet letterlijk gezegd hebben dat het de regio Boom de beste optie voor langetermijnopslag van radioactief afval vindt. Maar Minon zei er niet omheen te kunnen dat de knowhow voor de Boomse kleilaag totnogtoe veel groter is. In het ondergrondse HADES-laboratorium van het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol worden immers al jaren kleilagen bestudeerd als potentiële geologische opslagplaats. Het Niras zei wel de kennis over de Ieperiaanse klei te willen uitbreiden tot op het niveau van de knowhow over de Boomse kleilaag.

Geen opgelegde keuze

“Maar de keuze voor een locatie is pas een volgende stap”, stelde het Niras. Gemeente- en stadsbesturen zijn in deze fase nog niet betrokken bij de principebeslissing. “We hebben echter zeker niet de intentie om zo’n beslissing ooit op te leggen aan om het even welke gemeente. Zoiets moet sereen, compleet en transparant besloten worden, nadat bevolking en stakeholders voldoende tijd hebben gehad om alle informatie te bevatten na verdere studies en dialoog”, klinkt het.

(Belga)

Meer in Krant van West-Vlaanderen, editie Het Wekelijks Nieuws West.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier