Vrijwilligers op pad om uilen te ringen

Isabel trekt er jaarlijks op uit om uilen te ringen. © Rudy Claeys
Christophe Maertens
Christophe Maertens Medewerker KW

In Ieper en Heuvelland gingen afgelopen week vrijwilligers op pad om jonge uilen en torenvalken te ringen. Het is dankzij verenigingen als de Kerkuilwerkgroep dat het goed gaat met de uilenpopulatie in ons land. “Mochten er niet zoveel nestkasten hangen, dan waren er minder uilen.”

Een vrijwilligster die zich erg bekommerd over het lot van vogels is Isabel Lemahieu, coördinator van de uilenwerkgroep. Isabel woont in Tielt, maar is afkomstig uit Woesten. “Ik ben dus wel vertrouwd met de regio”, zegt ze. “Met de Kerkuilwerkgroep, die valt onder Vogelbescherming Vlaanderen, hebben we op heel wat plaatsen nestkasten voor kerkuilen opgehangen.”

“Die kasten, die trouwens met steun van de provincie zijn verkregen, zijn te vinden bij landbouwers of particulieren, maar enkel waar er een goede biotoop is voor de uilen. Wij gaan jaarlijks alle nestkasten controleren of er jongen zijn geboren en die ringen we eventueel.”

Vergunning

Het ringen, dat afhangt van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, heeft tot doel het vogelbestand op te volgen. “We kunnen onder andere nagaan over welke uil het gaat. Is het dier geringd in bijvoorbeeld Poperinge en vinden we het een jaar later terug in, ik zeg maar iets, Tielt, weten we met welke uil we te maken hebben en dus ook hoe ver hij vloog of hoe oud hij is. Ook voor trekvogels is het ringen belangrijk”, zegt Isabel. “Niet iedereen mag zomaar vogels een ring omdoen, je moet er een vergunning voor hebben.”

Isabel is ook vrijwilliger bij Natuurpunt, waaronder dan weer de Steenuilenwerkgroep valt. “Terwijl we op pad zijn hangen en controleren we ook de nestkasten van de steenuilen en van de torenvalken. Vaak komen mensen ons zeggen dat er bij hen torenvalken zitten en of we eens willen gaan kijken.”

Meer dan 3.000 kerkuilen

Dat het niet slecht gaat met het uilenbestand in de Westhoek en meteen ook in heel Vlaanderen is vooral te danken aan verenigingen zoals de Kerkuilwerkgroep, die al meer dan 40 jaar bestaat. In 1983 werden er 39 broedparen van kerkuilen geteld, in 2018 waren er dat 1.045.

“Dat wil zeggen dat er meer dan 3.000 kerkuilen zijn, een nest bestaat immers uit een koppel en de jongen. Tel daarbij nog de uilen die we niet registreren en je komt toch tot een mooi aantal. Wel moet je weten dat zo’n 90 procent van de gekende koppels zich voortplanten in een nestkast. Mochten die er dus niet hangen, dan waren er bijlange niet zoveel kerkuilen.”

“Dat uilen niet vaak te zien zijn? Een uil is een nachtdier dat zich overdag schuilhoudt. Maar ze zijn er wel degelijk. Zo kregen we onlangs nog een melding uit Watou en Langemark In de Palingbeek zit er een koppel bosuilen, dat vaak te horen is. Het typisch geluid van een uil, dat dient om zijn aanwezigheid kenbaar te maken aan soortgenoten.” De uilen die in onze streek voorkomen zijn de kerkuil, de steenuil, ransuil en de bosuil.

Terwijl ze op ronde zijn, ringen ze ook de jonge torenvalken.
Terwijl ze op ronde zijn, ringen ze ook de jonge torenvalken.© Rudy Claeys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier