Ook in Westhoek geen vleermuizentelling omwille van corona

De ijskelder in De Blankaart in Woumen is een van de locaties waar er normaal vleermuizentellingen gedaan worden. (Foto TOGH)
De ijskelder in De Blankaart in Woumen is een van de locaties waar er normaal vleermuizentellingen gedaan worden. (Foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

De vleermuizen in de grotten van het Limburgse Riemst worden dit jaar niet geteld uit angst voor coronabesmettingen van mens op dier. Ook in de tellingen van Natuurpunt De Bron in regio Ieper gaan niet door, al is dat ook omwille van de socialeafstandsrichtlijnen.

In januari of februari houdt de vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt De Bron normaal vleermuizentellingen op verschillende locaties in de Westhoek, maar dit jaar gaan die niet door. “Daar zijn verschillende redenen voor”, zegt Kristof Goemaere van Natuurpunt De Bron. “Enerzijds omdat het praktisch gezien moeilijk is gezien de coronamaatregelen. Tellingen gebeuren immers met verschillende mensen samen in kleine ruimte. Anderzijds ook omdat er vermoed wordt dat at we ‘mogelijk’ het coronavirus kunnen overdragen op dieren. Dat is zeer preventief. In het geval dat waar kan zijn. Verder heb ik daar ook geen info over.”

Bunkers en ijskelders

Normaal worden de vleermuizen geteld op verschillende locaties. “Dat is een beetje overal. Er zijn tientallen locaties: bunkers, Palingbeek, oude ijskelders in de Blankaart…”, vervolgt Kristof. “Rond Ieper zijn er wel enkele belangrijke vleermuisgebieden, zoals Dikkebusvijver en Zillebekevijver. Ook de vestingen in combinatie met de bossen, ten zuiden van Ieper, zijn de beste gebieden in onze regio. Zo’n telling is trouwens meer zoekwerk dan telwerk. Het is niet zo dat de vleermuizen daar allemaal ondersteboven aan het plafond hangen. In onze gebieden zitten ze veel meer een beetje weggekropen in spleten en gaten, bijvoorbeeld in bunkers waar er scheuren inzitten. Dat is ook een beetje afhankelijk van de soorten. Nu met het warmere weer zijn er alweer veel vleermuizen actief, dus is het al te laat om ze nu nog te tellen. In de zomer zit er in die bunkers en ijskelders niets. Dan zitten meestal in bomen. Dan kun je wel zoeken, maar is het veel moeilijker om populaties en soorten te vinden, en al zeker om ze te tellen.”

Erfenis WO I

In de Westhoek is de populatie vleermuizen eerder klein vergeleken met de rest van België. “In België zijn er een twintigtal soorten in België. Op een telling hebben we normaal vijf à zeven soorten die we kunnen vaststellen. Meestal is dat beperkt meer algemene soorten. Niet alle soorten overwinteren op die locaties. Veel soorten overwinteren in gebouwen, spouwmuren, allerlei kleine gaatjes…”, vervolgt Kristof. “De populatie is wel kleiner dan bijvoorbeeld in Limburg. In Limburg heb je grote groeves waar er veel vleermuizen overwinteren, niet alleen lokale soorten maar ook van verder. Bij ons hebben we er iets minder. Dat is deels een erfenis van de Eerste Wereldoorlog en het feit dat bossen bij ons een stuk jonger zijn. De laatste tien jaar begint dat echter te keren omdat bomen ook ouder worden en je zo weer ‘oude’ bossen krijgt. Maar de bossen rond Brugge die de oorlog niet meegemaakt hebben hebben wel een hogere populatie aan vleermuizen.”

Hondsdolheid

Het risico op het overdragen van het coronavirus van mens op vleermuis tijdens zo’n wintertelling is volgens Kristof Goemaere eerder klein. “In de winter slapen ze, en is er bijvoorbeeld geen ontlasting. Het is zeker niet de bedoeling om contact te hebben met vleermuizen. Dat heeft niets met corona te maken, maar wel met het risico op verstoring van hun winterslaap. De kans bestaat dat ze het dan niet overleven. Bezoeken worden ook heel kort gehouden. Tijdens een zomeronderzoek worden vleermuizen wel gevangen en aangeraakt, maar daar zijn strikte protocollen rond zodanig dat je niet gebeten wordt, maar dat heeft dan eerder te maken met hondsdolheid”, besluit Kristof Goemaere. (TOGH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier