Wat als… een ‘waterbom’ onze provincie treft?

© Unsplash
Phebe Somers

Na de overstromingen die Limburg en Wallonië deze zomer teisterden stelde iedereen in onze provincie zich dezelfde vraag: wat als er een ‘waterbom’ over West-Vlaanderen zou vallen? Vlaams minister Lydia Peeters liet door De Vlaamse Waterweg een ‘wat als’-scenario uitwerken voor zeven Vlaamse rivierbekkens. Uit deze simulatie blijkt dat onze provincie in het slechtste geval tot 1,6 miljard euro schade kan oplopen.

In de analyse worden er twee scenario’s meegenomen: een neerslaghoeveelheid van 107 mm binnen de 48 uur, zoals in het Demerbekken (Niel-Bij-Sint-Tuiden), en 230mm binnen een periode van 48 uur, zoals in de Vesdervallei (Spa) in juli.

Verschil in landgebruik

Mocht er in het IJzerbekken evenveel neerslag vallen als in het Demerbekken, dan zou er een maximumdebiet van 138 m³/s gemeten worden. Dit debiet heeft een terugkeerperiode tussen de 100 en 500 jaar. Het is echter tot op heden nog nooit waargenomen. Eind november 2021 werd in Haringe op de IJzer 110 m³/s genoteerd, het hoogste sinds 2012, toen er 106,5 m³/s. In het geval dat dit toch voorkomt, wordt er in de Westhoek rekening gehouden met een overstromingsoppervlakte van ongeveer 32 vierkante kilometer bij hoogtij, dat zijn zo’n 4.500 voetbalvelden. Hierdoor zouden 200 woningen getroffen worden.

Valt er echter evenveel neerslag als in Spa deze zomer, dan zou het maximumdebiet van de IJzer op 315.8 m³/s komen te liggen, iets wat slechts één keer per 10.000 voorkomt. Dit zou bij hoogtij zorgen voor een overstromingsoppervlakte van zo’n 60 km², omgerekend 8.400 voetbalvelden, met 1.464 getroffen woningen als gevolg. Is dit geval, het ‘worst case scenario’ zou deze overstroming zich vertalen naar 71 miljoen euro aan schade. Een pak lager dan elders in het land, dat komt door het landgebruik in die regio. Waterschade aan akkerland is namelijk minder dramatisch dan aan bijvoorbeeld een elektriciteitscentrale. (lees verder onder de kaart)

Financiële impact

Ook de Bovenschelde en de Leie kunnen voor problemen zorgen. Bij regen zoals in NBST deze zomer wordt in Helkijn op de Bovenschelde een maximumdebiet van 373 m³/s voorspeld, in Menen op de Leie is dat 314 m³/s. In het geval van een waterbom zoals in Spa zou er maximum een debiet van 718 m³/s gemeten worden, de Leie zou tot 1079 m³/s stijgen. De terugkeerperiodes liggen in dezelfde lijn als die van bij de IJzerbekken. De cijfers liggen telkens ook hoger dan de hoogst gemeten debieten in de respectievelijke rivieren.

Bij het in kaart brengen van de overstromingsgebieden en schade worden de Leie en de Bovenschelde samengenomen met de Gentse Kanalen. In dit bekken, van de zogenaamde LBSGK, wordt de grootste schade gevonden. De mate waarin West-Vlaanderen getroffen wordt zal afhankelijk zijn van bepaalde keuzes die op dat moment gemaakt worden. Als de keersluis in Beernem bijvoorbeeld gesloten wordt dan Brugge grotendeels gespaard blijven.

Het ‘worst case scenario’ zou West-Vlaanderen in totaal meer dan 1,6 miljard euro kosten, volgens het berekeningswerk van Vlaams Parlementslid Jeremie Vaneeckhout (Groen) op basis van dit onderzoek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier