Steeds meer dode zeehonden op het strand: “Populatie is gegroeid, sterfte is niet zorgwekkend”

© Belga
Hannes Hosten

Sinds begin dit jaar zijn er op onze stranden, vooral tussen Oostende en De Panne, al een 30-tal dode jonge zeehondjes aangetroffen en de tol blijft maar oplopen. De meeste hebben een cirkelvormige verwonding rond de nek en bij sommige is zelfs geen kop meer te zien. Van kwaad opzet is geen sprake, zegt marien bioloog Jan Haelters, maar het vissen met warrel- en kieuwnetten is wel een mogelijke oorzaak. Haelters benadrukt ook dat de zeehondenpopulatie vandaag een stuk groter is dan vroeger.

“Sinds begin dit jaar, vooral sinds februari, troffen we al een 30-tal dode zeehondjes aan. Heel veel als je weet dat we er de laatste jaren normaal zo’n 45 vinden in een heel jaar”, bevestigt Jan Haelters, marien bioloog aan het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) in Oostende. “Bovendien gaat het nu in hoofdzaak over jonge grijze zeehonden, terwijl anders de diversiteit veel groter is. We zien er wel eens eentje in De Haan of Blankenberge, maar het verschijnsel doet zich vooral voor van Oostende tot De Panne. Sommige dieren zijn al in staat van ontbinding.”

Forensisch onderzoek

“Meer dan de helft van de dode zeehondjes vertoont een cirkelvormige verwonding rond de nek. Dat leidde al tot heel wat wilde theorieën”, vertelt Haelters. “Daarom besloten we om enkele dieren te onderzoeken. We schakelden voor het onderzoek een dierenarts en een forensisch patholoog in, iemand die bij verdachte overlijdens van mensen de doodsoorzaak zoekt. Zij kwamen tot de conclusie dat er, in de gevallen die hen voorgelegd werden, een menselijke factor in het spel is. De zeehondjes waren al dood, toen ze de verwonding opliepen. Er is geen kwaad opzet in het spel, maar waarschijnlijk ligt de oorzaak bij warrel- en kieuwnetten van meestal professionele vissers. Deze netten, soms kilometers lang, worden een meter boven de zeebodem uitgezet. Zeehonden en bruinvissen raken daar al eens in verstrikt. Dat is wellicht soms de oorzaak van het overlijden. Bij het ophalen van de netten – en het aanspannen van de touwen – lopen ze dan mogelijk verwondingen op aan de kop. Bij andere dieren is echter duidelijk dat aaseters aan het werk waren, meestal vossen. In enkele gevallen kunnen we vermoeden dat de vossen zelfs de jonge zeehondjes gedood en gedeeltelijk opgegeten hadden, beginnend bij de kop.”

“De relatief hoge sterfte is niet zorgwekkend voor de populatie, want er worden de jongste jaren meer dieren geboren” – Jan Haelters

“Toch mogen we de warrelnetvisserij niet veroordelen voor de incidentele sterfte van zeezoogdieren, want die visserij heeft ook voordelen”, vindt Haelters. “Die schepen verbruiken minder brandstof en stoten dus minder CO2 uit dan boomkorvaartuigen. Ze verstoren ook minder de zeebodem. Bovendien is het een goede methode om enkel op te vissen wat opgevist moet worden, met de zeehonden en bruinvissen als jammere uitzondering.”

“Er zijn bij ons momenteel maar één of twee warrelnetvissers actief. In het verleden bezorgde een warrelnetvisser ons regelmatig dieren die in de netten verstrikt waren geraakt, die wij dan konden onderzoeken. Hij gaf ons ook heel wat info. Dat gebeurde allemaal heel discreet. Maar nu is dat niet meer het geval. Vissers pakken er niet graag mee uit dat in hun netten dieren verdrinken die populair zijn bij de bevolking. Jaren geleden raakten al dieren verstrikt in die netten. Nu zijn er veel meer zeehonden, het is dus ondenkbaar dat het nu niet meer zou gebeuren. In Noord-Frankrijk heb je tientallen warrelnetvissers, het is dus best mogelijk dat er een pak dode zeehondjes uit Frankrijk komen aangespoeld. Dat zou kunnen verklaren waarom het fenomeen zich meer voordoet aan de Westkust”, denkt Haelters.

Niet bedreigd

“Zeehonden zijn geen bedreigde diersoort”, beklemtoont Jan Haelters. “In Zuid-Oost-Engeland worden er zelfs meer en meer geboren. De grootste kolonie daar, Blakeney Point, telde 20 jaar geleden een 25-tal geboortes van grijze zeehonden. In de winter 2019-2020 waren er 3.300 en in de laatste winter zelfs 4.000. En dat is maar één kolonie in Engeland, weliswaar een hele grote. Er zijn ook enkele honderden geboortes in Nederland en Noord-Frankrijk.”

 © Hilde Saesen
© Hilde Saesen

Van waar die toename? “In de zuidelijke Noordzee waren grijze zeehonden al uitgeroeid in de middeleeuwen. Mensen doodden ze voor het vet, het vlees en de vacht. Ook wolven en beren deden zich tegoed aan zeehonden als ze zich op bereikbare plaatsen bevonden. De dieren waren enkel veilig op plaatsen die onbereikbaar waren voor mensen, wolven en beren, zoals rotspunten en moeilijk bereikbare en onbewoonbare eilandjes – en enkel daar konden ze hun jongen ter wereld brengen. Maar wolven en beren zijn al lang verdwenen en zeehonden worden intussen veel beter beschermd. Daardoor kunnen ze nu ook kolonies stichten op plaatsen die wel bereikbaar zijn voor de mens. Blakeney Point bijvoorbeeld is heel recent als zeehondenkolonie ontstaan. De relatief hoge sterfte is dan ook niet zorgwekkend voor de populatie”, relativeert Jan Haelters. “Maar dit is uiteraard wel een probleem voor dierenwelzijn. En ook voor de vissers. Zij zijn er ook niet ongevoelig voor als een zeehond sterft in hun netten. Bovendien lopen de netten schade op en hebben ze werk om de dieren eruit te halen.”

Experimenten

“Er lopen momenteel experimenten met geluiden om zoogdieren weg te houden van de warrelnetten. Dat werkt voor bruinvissen, maar veel minder voor zeehonden. Die geluiden zouden ook een tegengesteld effect kunnen hebben en de zeehonden juist lokken. Sowieso zijn die netten natuurlijk attractief, omdat er vis in zit. Het is dus een heel moeilijke zaak”, besluit de expert.

NorthSealTeam: “We blijven met vragen zitten”

Inge Debruycker en Colette De Meyer van het NorthSealTeam.© Peter Maenhoudt

“Wij doen alles om de zeehonden te beschermen. Het doet pijn om dode dieren aan te treffen”, zegt Inge De Bruycker, op de foto met Colette De Meyer, van het NorthSealTeam. “Het doet vooral pijn als ze onthoofd zijn. Die jonge grijze zeehondjes zijn weerloos. Het is niet omdat de populatie toeneemt dat er meer moeten sterven. We weten dat specialisten de zaak onderzochten, maar we blijven met vragen zitten. Er zijn te veel dode dieren om toeval te zijn. Over bepaalde gevallen hebben wij onze twijfels. Bijvoorbeeld bij zeehondjes die ze in de duinen vinden. En vissers hebben toch meldingsplicht van een zeehond in hun netten? Voor ons is meer onderzoek nodig, maar we zijn ervan overtuigd dat dat gebeurt. De waarheid komt wel aan het licht.”

Het NorthSealTeam telt intussen een 90-tal leden over de hele kust. “Mensen mogen ons noodnummer bellen als ze een zeehond opmerken”, zegt Inge. “Dan zorgen we dat we er snel bij zijn en bakenen we een perimeter af. We blijven er dan om beurten waken, soms drie, vier dagen, tot de zeehond weer het water in trekt.”

NorthSealTeam: 0491 74 32 78.

Natuurgids Luc David: “Ook voor mij blijft het een raadsel”

Natuurgids Luc David uit Nieuwpoort is al 15 jaar in de weer als hoeder van zeezoogdieren aan de Westkust. “Het recente hoge aantal dode zeehonden blijft voorlopig ook voor mij een raadsel” zegt Luc David, “We kennen het fenomeen van zeehonden die aanspoelen door verdrinking of verminkt zijn door warrelnetten, maar onthoofd zoals nu heb ik in al die jaren nog nooit meegemaakt. Als natuurgids hoop ik op een natuurlijke oorzaak door bijvoorbeeld predatie door soortgenoten. Het is ook zo dat het zeehondenbestand de laatste tijd enorm is toegenomen en er dus ook meer kans is op strandingen van dode zeehonden door de visserij.”

Jaren geleden was Luc David al een van de pioniers om mensen af te raden niet dicht bij de zeehonden te komen. In Nieuwpoort werden toen waarschuwingsborden geplaatst en in 2017 werden ze vernieuwd. Via de borden wordt gevraagd de zeehonden met rust te laten. “Op de borden staat ook info vermeld over hoe je kan zien of het om een gezond of een ziek zeehondje gaat” zegt Luc David, “Als de zeehond ziekteverschijnselen vertoont, staat ook een gsm-nummer vermeld dat je kan opbellen. Het nodige wordt dan gedaan om het dier te helpen.” (PBM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier