Paard van Houthulstse familie op Olympische Spelen

Vlnr. Jan Gheeraert, Vital Gheeraert , Leontine Gheeraert en Gilbert Gheeraert tussen Vital en Leontine staat de moeder van Istanbul en daarachter zien we nog een halfzus van de moeder en zussen van Istanbul. © (Foto ACK)
Redactie KW

Hoe een hobby uitgroeit tot een passie die vier generaties naeen blijft standhouden en hoe die hobby uiteindelijk naar de Olympische Spelen leidt. In de Steenstraat 22, op de grens van Houthulst en Diksmuide vindt men de Ooievaarshoeve, de boerderij met een zelfbedieningshoevewinkel en markthandel én de hobbyfokkerij van warmbloedpaarden van de familie Gheeraert. Vanuit die fokkerij stamt Istanbul Van ‘t Ooievaarshof, de hengst die mag deelnemen aan de Olympische Spelen.

“Het fokken is en blijft een hobby die startte vlak na WOII bij Romain, mijn grootvader”, vertelt Jan Gheeraert (46). “Mijn vader Gilbert (89) groeide op met paarden en zette het fokken verder. Ook ikzelf kreeg de liefde voor de paarden met de paplepel ingegeven en ook onze kinderen, Vital (20) en Leontine (23), de vierde generatie, hebben dezelfde passie. Vital en Leontine rijden regionale wedstrijden en helpen mee met de paarden.”

Op de Ooievaarshoeve worden warmbloedpaarden gefokt, paarden voor de jumping. “We fokken al 70 jaar met dezelfde bloedlijn”, vertelt Gilbert. “Dat Istanbul, geboren in 2008 nu naar de Olympische Spelen mag zie ik als een bekroning op 70 jaar fokken en zoeken naar de juiste combinatie merrie-hengst. We zijn uiteraard heel trots op Istanbul, uiteindelijk worden op de Spelen maar een honderdtal paarden van over de hele wereld toegelaten. Voor een fokker is dat wel het hoogste dat men kan bereiken. We zullen hem zeker volgen op tv.”

De familie blijft er echter nuchter en bescheiden over. “Wij zijn geen commerciële fokkers en blijven hier heel nuchter bij. We hebben nog altijd de moeder van Istanbul, intussen 25 jaar, de halfzus van die mama en een aantal halfzussen van Istanbul . De vader van Istanbul is de Duitse hengst Cassal, die wij 14 jaar geleden, op aanraden van het dekstation Keros uit Passendale, kozen voor onze merrie. Toen was Cassal nog een nobele onbekende maar intussen is het een topper die enorm gegeerd is bij fokkers. Je moet natuurlijk ook geluk hebben bij het fokken. Ook al kies je met heel veel overleg het juiste stel paarden toch kan er nog iets misgaan maar dit paard Istanbul heeft werkelijk alle kansen gekregen. Hij kwam bij een goede ruiter terecht. Istanbul werd verkocht en toen hij 2 jaar was werd hij opnieuw verkocht op de prestigieuze paardenmarkt in het Franse Fontainebleau voor de som van 48.000 euro. Het duurste paard dat die dag verkocht werd. Dan hoorden we jarenlang niets meer van hem tot we hem ineens tegenkwamen op internationale wedstrijden, dan zijn we hem blijven volgen. Nog niet zolang geleden had Leontine de kans om nog eens tot bij hem te gaan in een jumping in Knokke, een maand geleden was hij in Polen. Het vele reizen heeft voor de paarden, naast het telkens moeten aanpassen aan het klimaat en dergelijke, ook psychisch heel zwaar zelfs al worden ze met de beste zorgen omringd.”

Een warmbloedpaard is niet het soort paard waar iedereen mee om kan. “Als men een paard zoekt voor de kinderen of om zelf eens op te rijden dan is een warmbloedpaard zeker niet ideaal, het zijn temperamentvolle paarden met een heel sterk karakter, die weten wat ze willen en het spreekt voor zich dat de ruiter dan ook een heel sterk karakter moet hebben, het moet een samenwerking tussen ruiter en paard zijn anders lukt het niet. Tussen de Marokkaanse ruiter Abdelkebir Ouaddar en Istanbul is er een perfecte symbiose ontstaan”, wijst Jan.

“Istanbul behoort tegenwoordig tot de stal van de koning van Marokko. We hebben nog wel paarden die aan mensen uit vrijwel alle delen van de wereld zijn verkocht maar geen haalde zo’n fantastisch resultaat als Istanbul. Weinig Belgische fokkers kunnen zeggen dat één van hun paarden deelneemt aan de Olympische Spelen, hier zijn we oprecht fier op maar we gaan daardoor zeker niet naast onze schoenen lopen. We blijven verder doen zoals we bezig zijn en fokken niet meer dan één à twee veulentjes per jaar. Het zadelmak maken wordt door Vital en Leontine gedaan.”

Heel bescheiden, een beetje schuchter zelfs vertellen de familieleden het verhaal ze willen zeker niet overkomen als mensen die staan stoefen. “We doen verder in hoofdzaak uit hobby en voor de kinderen, kleinschalig en met heel wat liefde voor onze dieren“, besluit Jan Gheeraert. (ACK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier