Bij het kasteel van wijlen nonkel Henri in Proven herinneren enkele ‘oude krakers’ aan een van de oudste fruitboomgaarden in de Westhoek. Om deze en andere unieke soorten te redden, wordt een oproep gelanceerd. “Zo vonden we recent een opmerkelijke soort: zwinneneuzen in de volksmond”, zegt “diehard fruitnerd” Dieter Dewitte.
Tot z’n dood resideerde nonkel Henri, alias graaf d’Udekem d’Acoz, in kasteel ’t Couthof in de Poperingse deelgemeente Proven. Bijna vier jaar na het overlijden van koningin Mathildes bekende oom gaan de deuren van het kasteeldomein even open voor een zoektocht naar ‘oude krakers’. “Zo noemen wij restanten van grote, historische boomgaarden”, vertelt Dieter Dewitte. “Als je aan deze bomen zou komen, kraken ze bijna door de ouderdom.”
Dewitte noemt zichzelf “een diehard fruitnerd” en bestuurt mee het Pomologisch Kollektief, kortweg: Pomko. Hun missie: “wat we van onze voorouders kregen van fruitkundig erfgoed en vakmanschap doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen”. Het kasteel laten we links liggen. Een paadje langs serres en stenen paddenstoelen leidt ons naar enkele oude fruitbomen. “Zie je die kankerplekken”, wijst Dieter. “Deze appelboom zal bijna het loodje leggen, maar er is nog een kans.”
“Geen toeval”
“Ik zie bovenaan enkele frisse scheutjes en knoppen die met de laatste energie van de boom nog vruchten kunnen geven. Met een éénjarig twijgje kunnen we het genetisch materiaal van deze boom en dus de soort voortplanten.” Naast de verkankerde appelboom prijkt een perenboom die er beter uitziet. Toch blijken ze even oud. “Ik schat ze rond de 100 jaar.”
“Het is geen toeval dat we hier oude krakers vinden. Op historische sites als kastelen, abdijen en oude hoeves was er een groot fruitgebruik. Kasteelheren pronkten graag met de pracht en praal van hun tuinen en de boomgaard was een bron van voeding voor zowel kasteelbewoners als werklieden op het domein.”
“Stille wens”
Volgens de lokale heemkring Aan de Schreve is het “de stille wens” van de huidige kasteelheren, Bernard en zoon Pierre d’Udekem d’Acoz, om de fruitgaard van ’t Couthof te herstellen tot de oorspronkelijke staat. Ze vonden in archieven het schriftje ‘Listes des Poiriers’, een inventaris van heel wat oude fruitrassen die vanaf 1906 terug te vinden zijn in de fruitgaard van het kasteeldomein. “Een uitzonderlijke collectie”, stelt de Heuvellandse bomenkweker Bart Dequidt in een publicatie van de heemkring. Maar de meeste van deze fruitbomen zijn verdwenen.
Fruitig Erfgoed, een samenwerking van Pomko en CO7 getrokken door Regionaal Landschap Westhoek, moet oude krakers redden en niet enkel in ’t Couthof. De initiatiefnemers willen overal oude rassen in kaart brengen en roepen streekbewoners op om zelf oude fruitbomen uit de eigen buurt te registreren. Experts komen daarna langs om te bepalen om welk ras het gaat. Met de vruchten van dit onderzoek worden erfgoedboomgaarden hersteld en nieuwe boomgaarden met oude rassen aangelegd, die de smaken en verhalen van weleer voortbrengen.
Oma’s album
“We willen niet enkel de fruitbomen in kaart brengen. Ook oude foto’s van fruitboomgaarden uit oma’s album, of een superlekker recept met fruit dat al generaties in de familie meegaat, zijn fruitige verhalen die de bewustmaking rond de hoogstamfruitbomen verhoogt. De bedoeling is om die boomgaarden te gaan opwaarderen en hun maatschappelijk belang te bevestigen,” zegt gedeputeerde Jurgen Vanlerberghe, voorzitter van Regionaal Landschap Westhoek vzw.
“Streekeigen fruit met een lokaal, historisch verhaal en afkomstig uit de buurt smaakt nét dat tikkeltje beter”, stelt erfgoedcel CO7 die volop speurt naar het fruitverleden van de zuidelijke Westhoek, eeuwenlang een fruitregio maar grotendeels vernield door de Eerste Wereldoorlog. Publieksacties moeten het gevonden fruiterfgoed bekendmaken. “Zo maken we de inwoners van onze regio, bezoekers, maar ook eigenaars, scholieren en vrijwilligers terug warm voor wat ooit van groot belang was in onze streek.”
Zwinneneuzen
“In Ieper stootten we recent op een opmerkelijke soort: zwinneneuzen in de volksmond”, vertelt Dieter. “We onderzoeken hoe deze soort in de Westhoek terechtkwam. Er zijn gelijkenissen met een appel van Noord-Franse origine, maar gaat het om dezelfde vrucht? We weten het nog niet. De naam komt mogelijk van het uitzicht: de neus van een zwijn. Of misschien konden de dieren zich veelvuldig voeden aan de restanten van de vrucht die tot diep in de winter onder de boom bleef liggen. We hebben deze appel in de voorbije zomer pas ‘ontmoet’ en moeten hem nog beter leren kennen vooraleer we het verhaal kunnen vertellen. Hij proeft alvast erg lekker. Zulke rassen willen we weer in de handen en hoofden van de mensen brengen.”
“We merken een vervlakking van smaken bij vruchten in de winkel, terwijl we vroeger een groot scala aan smaken, kleuren en geuren konden opnemen in ons voedingspatroon. Van de zomer tot diep in april, mei konden we ons voeden met de oogst van één jaar en dat was ooit de bedoeling van deze oude boomgaarden. Nu kunnen we zelfs ’s winters aardbeien kopen in de supermarkt. Bijna te gek voor woorden.” (TP)
Een mogelijke oude kraker gevonden? info@rlwesthoek.be
Beeldmateriaal, collectiestukken of verhalen rond fruiterfgoed? info@co7.be