Milieu-impact van de Belgische operationele offshore windparken

Vooral meeuwen blijken tegen de windmolens aan te vliegen.© ML
Vooral meeuwen blijken tegen de windmolens aan te vliegen.© ML
Redactie KW

Belgische wetenschappers hebben de milieu-impact van de offshore-windparken in de Belgische Noordzee in kaart gebracht. Daarmee is ons land niet alleen wereldleider in de offshore windindustrie, maar ook in de monitoring van de grootste operationele windzone ter wereld op het gebied van milieu.

Kort na de voltooiing van de eerste Belgische offshore windzone, de grootste ter wereld die momenteel operationeel is, presenteert het monitoringconsortium zijn meest recente conclusies en aanbevelingen in een nieuw rapport.

Eind 2020 zijn de acht windmolenparken voor onze kust afgewerkt. In totaal zijn daar nu 399 turbines operationeel, met een geïnstalleerd vermogen van 2,26 Gigawatt (GW) of het equivalent van twee kerncentrales. Dit vertegenwoordigt ongeveer 10 % van de totale Belgische elektriciteitsvraag, of 50 % van de elektriciteitsbehoefte van alle Belgische huishoudens.

Vooral botsingen met meeuwen

Het nieuwste rapport presenteert een overzicht van de wetenschappelijke bevindingen van de Belgische opvolging van de omgevingsimpact van offshore windparken gebaseerd op gegevens verzameld tot en met 2019.

De belangrijkste conclusies en aanbevelingen zijn onder meer dat het gebruik van dubbele bubbelgordijnen gedeeltelijk effectief is gebleken om het onderwater-geluid bij de installatie van monopile-funderingen met een diameter van 8 m te verminderen.

Meer dan 80% van het geschatte aantal zeevogels dat met turbines in Belgische wateren in botsing komt, zijn grote meeuwen. Toekomstig onderzoek zal zich richten op de impact op individuele vogels en populaties. Ook is gebleken dat vissen als schol en andere soorten een veilige beschutting vinden in de parken waar ze veel voedsel vinden en er geen visserijactiviteit is. Verder is er een grotere overvloed en diversiteit aan macrofauna waargenomen. Typische kustsoorten uit productieve wateren koloniseren de nu fijnere sedimenten rond de turbines.

Toekomstige monitoring

De huidige samenwerking tussen wetenschappers en de offshore windindustrie om de impact van de operationele windparken te onderzoeken blijft in de toekomst doorgaan. “Zo is er het onderzoek van de aanvaringsrisico’s voor vogels en vleermuizen, het monitoren van de impact van continu onderwatergeluid dat wordt gegenereerd door operationele turbines, en de effecten op vispopulaties op langere termijn. Het blijft ook onbekend hoe de aangroeiende fauna op de windturbines verder zal evolueren en hoe waargenomen gedragsveranderingen de individuele fitheid, het voortplantingssucces en het overleven van zeedieren beïnvloeden”, zegt Steven Degraer, coördinator van het WinMon-consortium en hoofd van het Marine Ecology and Management team van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Zodra de bouw in de tweede Belgische offshore windzone begint, zullen daar ook monitoringactiviteiten op dezelfde manier starten. van start gaan.

Wereldleider

Intussen krijgt ook de Belgische expertise op het gebied van de monitoring van de milieu-impact van offshore windparken internationale aandacht. “Monitoringplannen die geïnspireerd zijn op de Belgische werkzaamheden worden zowel in Frankrijk als in de Verenigde Staten opgezet, zodat België niet alleen moet worden beschouwd als een wereldleider in de offshore windindustrie, maar ook in de monitoring van hun milieu-impact”. besluit Degraer.

(ML)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier