Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt

Nachtbeelden van een vos in de regio. (foto Brecht Demasières)
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

Vlak voor de lockdown startte Brecht Demasières uit Kortrijk een groep vrijwilligers op die de rondzwervende zoogdieren in het zuiden van de provincie in kaart wil brengen. Wolven zijn er hier (nog) niet, maar er zijn verrassend veel andere soorten.

Brecht Demasières heeft net zijn wildcamera’s opgehaald waarmee hij ‘s nachts in natuurgebieden en -gebiedjes nietsvermoedende wilde zoogdieren op beeld vastlegt. Op één van de filmpjes is te zien hoe een vos een gevangen muis vlakbij een boom en voor het oog van de camera begraaft. Enkele uren later komt de vos terug, graaft zijn prooi weer op en verorbert de muis.

Brecht Demasières plaatst zijn wildcamera. Daarmee legt hij nietsvermoedende zoogdieren op beeld vast.
Brecht Demasières plaatst zijn wildcamera. Daarmee legt hij nietsvermoedende zoogdieren op beeld vast.© Kurt De Schuytener

Vossen kennen we al, maar andere ‘wilde zoogdieren’ die we in de buurt ooit al ontmoetten, kunnen we niet op een drafje opnoemen. “En toch zijn ze er”, weet Brecht. “In het zuiden van de provincie hebben wij ook al de hermelijn en de wezels opgemerkt. Dat zijn twee soorten waar stropers vroeger hier in de streek jacht op maakten. Maar over het algemeen zijn de meeste wilde zoogdieren bedreigd en nemen ze dus in aantal af. Ze verliezen hun verblijfplaats, of worden geconfronteerd met versnippering, monocultuur en vervuiling, onder andere door pesticiden. Anderzijds zijn er ook dieren die zich weten aan te passen. Vossen komen al meer dan vroeger in een woonkern snuffelen.”

De hermelijn als hofleverancier

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images

Ze zijn familie van mekaar – zowel de wezel als de hermelijn behoren tot de marterachtigen – en ze lijken ook op mekaar. Maar de hermelijn is zwaarder en in de winter kleurt zijn vacht wit. Denk aan de witbonten kragen en boorden (met zwarte stippen) van koningsmantels eeuwen geleden. Dat was bont van de hermelijn. In de zomer is de hermelijn kastanjebruin, net als de wezel. Al heeft die ‘s zomers en ‘s winters een witte vacht aan de buik. Het zijn geen grote dieren. Ze hebben beide iets van een lange, flexibele buis: de hermelijn kan tot 30 cm lang worden, de wezel tot 25 cm. Ze zijn beide tuk op kleine knaagdieren, maar de wezel durft ook grotere zoogdieren zoals konijnen te pakken en achtervolgt zijn prooi tot in hun nesten.

De dieren zijn bedreigd”, besluit Brecht, “maar toch kunnen we daar iets aan doen. We merken dat in streken waar mensen zich inzetten voor de natuur, dat ook positieve gevolgen heeft voor die natuur en die dieren. Op die manier kunnen we echt wel voorkomen dat bepaalde soorten lokaal uitsterven.”

Info: Facebookpagina Zoogdierenwerkgroep Zuidwest-Vlaanderen. Iedereen met een hart voor de natuur kan zich aansluiten via zoogdierenwerkgroep@natuurkoepel.be of www.natuurkoepel.be. Geen specifieke voorkennis vereist.

Muizen met een Zorro-maskertje

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images/iStockphoto

Aan muizensoorten is geen gebrek, maar de eikelmuis is een apart geval. Al was het maar om de gekke ‘tekening’ op het kopje van zo’n muis. Het lijkt wel of zij een Zorro-maskertje op heeft. De eikelmuis is te vinden in de leemstreek en in de duinen aan de Westkust. Maar het aantal eikelmuizen neemt de jongste jaren sterk af. Het is een flink uit de kluiten gewassen muis, witte vacht op de buik, geelbruin op de rug. Ze heeft een lange pluimstaart die eindigt op een zwarte penseelpunt. We krijgen ze maar zelden te zien: het is een echt nachtdiertje dat houdt van rommelige opslagplaatsen, struikgewassen en boomgaarden. Vroeger roofde ze wel eens op zolder, waar mensen de appeloogst bewaarden. Vandaar ook dat sommige mensen de eikelmuis vooral kennen als ‘fruitrat’.

Dat is allemaal wel leuk, maar is het verder van belang dat zulke dieren bij ons in de buurt huizen? Brecht: “Elk dier is een schakel in de natuur. Als alle schakels aanwezig zijn, kan je van een gezonde natuur spreken. Of anders gezegd: als een zoogdier ergens aanwezig is, zegt dat iets over de toestand van de natuur. Een voorbeeld: als je ergens een eekhoorn opmerkt, vertelt ons dat er op die plaats voldoende bomen van de juiste leeftijd aanwezig zijn. Otters zeggen veel over de gezondheid van water. Bij ons komen die otters nog net niet voor.”

Vleermuizen in tombe

Soms moet de natuur een handje worden geholpen. Toen ergens een grote fabrieksschoorsteen moest worden gesloopt, wisten natuurjongens dat er vleermuizen in verbleven. “De vleermuizen zijn voor de sloop uit de schouw gehaald en overgebracht naar het asiel in Merelbeke. Een van onze leden werkt nu aan een nieuwe verblijfplaats voor de dieren, in een lege graftombe op een begraafplaats hier in de buurt. En wees gerust: al die vleermuizen zijn getest op corona.”

De hermelijn als hofleverancier

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images

Ze zijn familie van mekaar – zowel de wezel als de hermelijn behoren tot de marterachtigen – en ze lijken ook op mekaar. Maar de hermelijn is zwaarder en in de winter kleurt zijn vacht wit. Denk aan de witbonten kragen en boorden (met zwarte stippen) van koningsmantels eeuwen geleden. Dat was bont van de hermelijn. In de zomer is de hermelijn kastanjebruin, net als de wezel. Al heeft die ‘s zomers en ‘s winters een witte vacht aan de buik. Het zijn geen grote dieren. Ze hebben beide iets van een lange, flexibele buis: de hermelijn kan tot 30 cm lang worden, de wezel tot 25 cm. Ze zijn beide tuk op kleine knaagdieren, maar de wezel durft ook grotere zoogdieren zoals konijnen te pakken en achtervolgt zijn prooi tot in hun nesten.

De dieren zijn bedreigd”, besluit Brecht, “maar toch kunnen we daar iets aan doen. We merken dat in streken waar mensen zich inzetten voor de natuur, dat ook positieve gevolgen heeft voor die natuur en die dieren. Op die manier kunnen we echt wel voorkomen dat bepaalde soorten lokaal uitsterven.”

Info: Facebookpagina Zoogdierenwerkgroep Zuidwest-Vlaanderen. Iedereen met een hart voor de natuur kan zich aansluiten via zoogdierenwerkgroep@natuurkoepel.be of www.natuurkoepel.be. Geen specifieke voorkennis vereist.

Dassen kunnen niet jagen

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images

Dassen laten zich overdag zelden zien, het zijn nachtdieren. Het zijn overigens geen goede jagers, ze maken te veel lawaai. Ze voeden zich met wat ze voor hun neus vinden en dat zijn doorgaans vooral regenwormen. Die kunnen ook niet zo snel op de vlucht slaan als meer alerte dieren. Dassen wonen in ondergrondse burchten: indrukwekkende gangencomplexen die enkele generaties kunnen meegaan. Een gang kan makkelijk tot 20 meter lang zijn en heeft een diameter van 30 cm. Die burchten worden dan voortdurend uitgebreid. Hun lichaamsbouw is aangepast aan een leven in ondergrondse gangen. Ze hebben een klein kopje met een lange snuit en een opvallende zwart-wit tekening. Het zijn geen kleine dieren: ze kunnen tot 80 cm lang worden en wegen tussen de 7 en de 14 kg.

Dassenburcht

Hij is afkomstig van Merelbeke, studeerde groenmanagement, landde vorige zomer in Kortrijk en werkt bij de vzw Constructief, een maatwerkbedrijf voor openbaar groen en natuurbeheer. Brecht heeft een zwak voor dassen. “Ik schreef er mijn eindwerk over. Die dieren zijn constant aan het graven, ze maken zogenaamde ondergrondse burchten, van soms gigantische afmetingen. In Tsjechië hebben ze zo’n burcht ontdekt die zich uitstrekte over een oppervlakte van twee voetbalvelden”, vertelt Brecht. Bij ons in de streek zijn er al twee waarnemingen van een das. “Maar het blijft zoeken naar een speld in een hooiberg”, weet Brecht.

Muizen met een Zorro-maskertje

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images/iStockphoto

Aan muizensoorten is geen gebrek, maar de eikelmuis is een apart geval. Al was het maar om de gekke ‘tekening’ op het kopje van zo’n muis. Het lijkt wel of zij een Zorro-maskertje op heeft. De eikelmuis is te vinden in de leemstreek en in de duinen aan de Westkust. Maar het aantal eikelmuizen neemt de jongste jaren sterk af. Het is een flink uit de kluiten gewassen muis, witte vacht op de buik, geelbruin op de rug. Ze heeft een lange pluimstaart die eindigt op een zwarte penseelpunt. We krijgen ze maar zelden te zien: het is een echt nachtdiertje dat houdt van rommelige opslagplaatsen, struikgewassen en boomgaarden. Vroeger roofde ze wel eens op zolder, waar mensen de appeloogst bewaarden. Vandaar ook dat sommige mensen de eikelmuis vooral kennen als ‘fruitrat’.

Dat is allemaal wel leuk, maar is het verder van belang dat zulke dieren bij ons in de buurt huizen? Brecht: “Elk dier is een schakel in de natuur. Als alle schakels aanwezig zijn, kan je van een gezonde natuur spreken. Of anders gezegd: als een zoogdier ergens aanwezig is, zegt dat iets over de toestand van de natuur. Een voorbeeld: als je ergens een eekhoorn opmerkt, vertelt ons dat er op die plaats voldoende bomen van de juiste leeftijd aanwezig zijn. Otters zeggen veel over de gezondheid van water. Bij ons komen die otters nog net niet voor.”

Vleermuizen in tombe

Soms moet de natuur een handje worden geholpen. Toen ergens een grote fabrieksschoorsteen moest worden gesloopt, wisten natuurjongens dat er vleermuizen in verbleven. “De vleermuizen zijn voor de sloop uit de schouw gehaald en overgebracht naar het asiel in Merelbeke. Een van onze leden werkt nu aan een nieuwe verblijfplaats voor de dieren, in een lege graftombe op een begraafplaats hier in de buurt. En wees gerust: al die vleermuizen zijn getest op corona.”

De hermelijn als hofleverancier

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images

Ze zijn familie van mekaar – zowel de wezel als de hermelijn behoren tot de marterachtigen – en ze lijken ook op mekaar. Maar de hermelijn is zwaarder en in de winter kleurt zijn vacht wit. Denk aan de witbonten kragen en boorden (met zwarte stippen) van koningsmantels eeuwen geleden. Dat was bont van de hermelijn. In de zomer is de hermelijn kastanjebruin, net als de wezel. Al heeft die ‘s zomers en ‘s winters een witte vacht aan de buik. Het zijn geen grote dieren. Ze hebben beide iets van een lange, flexibele buis: de hermelijn kan tot 30 cm lang worden, de wezel tot 25 cm. Ze zijn beide tuk op kleine knaagdieren, maar de wezel durft ook grotere zoogdieren zoals konijnen te pakken en achtervolgt zijn prooi tot in hun nesten.

De dieren zijn bedreigd”, besluit Brecht, “maar toch kunnen we daar iets aan doen. We merken dat in streken waar mensen zich inzetten voor de natuur, dat ook positieve gevolgen heeft voor die natuur en die dieren. Op die manier kunnen we echt wel voorkomen dat bepaalde soorten lokaal uitsterven.”

Info: Facebookpagina Zoogdierenwerkgroep Zuidwest-Vlaanderen. Iedereen met een hart voor de natuur kan zich aansluiten via zoogdierenwerkgroep@natuurkoepel.be of www.natuurkoepel.be. Geen specifieke voorkennis vereist.

Straks ook wolven in West-Vlaanderen?

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images/iStockphoto

Het kan, maar de kans dat de Limburgse wolven in West-Vlaanderen geraken is heel gering. Dat zegt Brecht Demasières. “Deze streek heeft nog niet het geschikte leefgebied voor een wolf. Daarvoor is een landschap noodzakelijk van aaneengesloten bos en open ruimte.”

De wolven zijn overigens niet zomaar in Antwerpen en Limburg gestrand. “Daar is jaren werk aan voorafgegaan door een team van specialisten”, zegt Brecht. “En de wolf laat zich zomaar niet door de mens leiden. Hij beslist zelf waar hij zich wil vestigen. Nee, in de nabije toekomst zie ik de wolven nog niet richting West-Vlaanderen trekken.”

Om wat nog rondschuifelt in kaart te brengen, blies Brecht de Zoogdierenwerkgroep Zuid-West-Vlaanderen nieuw leven in. Die lag al een jaar of zes stil. “Het is nog een beperkte groep van een tiental natuurliefhebbers die zich engageren om hier in de streek zoogdieren te zoeken en te volgen en hun waarnemingen vast te leggen. Die gegevens worden gedeeld met het Agentschap Natuur en Bos en vormen ook de input voor de nieuwe Belgische zoogdierenatlas. “We zijn in het voorjaar gestart, maar toen kwam ineens het coronavirus, waardoor gezamenlijke activiteiten niet konden doorgaan”, vertelt Brecht.

Dassen kunnen niet jagen

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images

Dassen laten zich overdag zelden zien, het zijn nachtdieren. Het zijn overigens geen goede jagers, ze maken te veel lawaai. Ze voeden zich met wat ze voor hun neus vinden en dat zijn doorgaans vooral regenwormen. Die kunnen ook niet zo snel op de vlucht slaan als meer alerte dieren. Dassen wonen in ondergrondse burchten: indrukwekkende gangencomplexen die enkele generaties kunnen meegaan. Een gang kan makkelijk tot 20 meter lang zijn en heeft een diameter van 30 cm. Die burchten worden dan voortdurend uitgebreid. Hun lichaamsbouw is aangepast aan een leven in ondergrondse gangen. Ze hebben een klein kopje met een lange snuit en een opvallende zwart-wit tekening. Het zijn geen kleine dieren: ze kunnen tot 80 cm lang worden en wegen tussen de 7 en de 14 kg.

Dassenburcht

Hij is afkomstig van Merelbeke, studeerde groenmanagement, landde vorige zomer in Kortrijk en werkt bij de vzw Constructief, een maatwerkbedrijf voor openbaar groen en natuurbeheer. Brecht heeft een zwak voor dassen. “Ik schreef er mijn eindwerk over. Die dieren zijn constant aan het graven, ze maken zogenaamde ondergrondse burchten, van soms gigantische afmetingen. In Tsjechië hebben ze zo’n burcht ontdekt die zich uitstrekte over een oppervlakte van twee voetbalvelden”, vertelt Brecht. Bij ons in de streek zijn er al twee waarnemingen van een das. “Maar het blijft zoeken naar een speld in een hooiberg”, weet Brecht.

Muizen met een Zorro-maskertje

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images/iStockphoto

Aan muizensoorten is geen gebrek, maar de eikelmuis is een apart geval. Al was het maar om de gekke ‘tekening’ op het kopje van zo’n muis. Het lijkt wel of zij een Zorro-maskertje op heeft. De eikelmuis is te vinden in de leemstreek en in de duinen aan de Westkust. Maar het aantal eikelmuizen neemt de jongste jaren sterk af. Het is een flink uit de kluiten gewassen muis, witte vacht op de buik, geelbruin op de rug. Ze heeft een lange pluimstaart die eindigt op een zwarte penseelpunt. We krijgen ze maar zelden te zien: het is een echt nachtdiertje dat houdt van rommelige opslagplaatsen, struikgewassen en boomgaarden. Vroeger roofde ze wel eens op zolder, waar mensen de appeloogst bewaarden. Vandaar ook dat sommige mensen de eikelmuis vooral kennen als ‘fruitrat’.

Dat is allemaal wel leuk, maar is het verder van belang dat zulke dieren bij ons in de buurt huizen? Brecht: “Elk dier is een schakel in de natuur. Als alle schakels aanwezig zijn, kan je van een gezonde natuur spreken. Of anders gezegd: als een zoogdier ergens aanwezig is, zegt dat iets over de toestand van de natuur. Een voorbeeld: als je ergens een eekhoorn opmerkt, vertelt ons dat er op die plaats voldoende bomen van de juiste leeftijd aanwezig zijn. Otters zeggen veel over de gezondheid van water. Bij ons komen die otters nog net niet voor.”

Vleermuizen in tombe

Soms moet de natuur een handje worden geholpen. Toen ergens een grote fabrieksschoorsteen moest worden gesloopt, wisten natuurjongens dat er vleermuizen in verbleven. “De vleermuizen zijn voor de sloop uit de schouw gehaald en overgebracht naar het asiel in Merelbeke. Een van onze leden werkt nu aan een nieuwe verblijfplaats voor de dieren, in een lege graftombe op een begraafplaats hier in de buurt. En wees gerust: al die vleermuizen zijn getest op corona.”

De hermelijn als hofleverancier

Meer wilde dieren in je buurt dan je denkt
© Getty Images

Ze zijn familie van mekaar – zowel de wezel als de hermelijn behoren tot de marterachtigen – en ze lijken ook op mekaar. Maar de hermelijn is zwaarder en in de winter kleurt zijn vacht wit. Denk aan de witbonten kragen en boorden (met zwarte stippen) van koningsmantels eeuwen geleden. Dat was bont van de hermelijn. In de zomer is de hermelijn kastanjebruin, net als de wezel. Al heeft die ‘s zomers en ‘s winters een witte vacht aan de buik. Het zijn geen grote dieren. Ze hebben beide iets van een lange, flexibele buis: de hermelijn kan tot 30 cm lang worden, de wezel tot 25 cm. Ze zijn beide tuk op kleine knaagdieren, maar de wezel durft ook grotere zoogdieren zoals konijnen te pakken en achtervolgt zijn prooi tot in hun nesten.

De dieren zijn bedreigd”, besluit Brecht, “maar toch kunnen we daar iets aan doen. We merken dat in streken waar mensen zich inzetten voor de natuur, dat ook positieve gevolgen heeft voor die natuur en die dieren. Op die manier kunnen we echt wel voorkomen dat bepaalde soorten lokaal uitsterven.”

Info: Facebookpagina Zoogdierenwerkgroep Zuidwest-Vlaanderen. Iedereen met een hart voor de natuur kan zich aansluiten via zoogdierenwerkgroep@natuurkoepel.be of www.natuurkoepel.be. Geen specifieke voorkennis vereist.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier