Het standpunt van het Ieperse stadsbestuur over windmolens deed Klimaatambassadeur Patrick Verbrugge na 32 jaar uit de milieuraad stappen, maar de in Brussel opgegroeide Elverdingenaar blijft luis in de pels over alles wat het klimaat betreft. Toch is hij nog steeds trots om Ieperling te zijn. “De mensen die voor ons kwamen, zorgden voor een Ieper waar het groen redelijk intact is gebleven, zonder de economische ontwikkeling te vergeten.”
In het stukje Elzendammestraat in Elverdinge heeft Patrick Verbrugge zicht op de windmolens van zowel Ieper als Poperinge, maar het mogen er voor hem veel meer zijn. “Ik droom van een grote windmolen op 350 meter van mijn deur”, lacht Patrick. “Om het klimaat te kunnen redden, moeten we af van fossiele brandstoffen. Dat is het allerbelangrijkste. Maar je kan niet de kraan dichtdraaien als er niets anders is. Daarom is het zo belangrijk dat we ons inzetten voor meer zonne- en windenergie.”
Je zat in de milieuraad van 1989 tot 2021. Waarom ben je dan gestopt?
“Omdat we slecht behandeld geweest werden door de burgemeester in verband met het eerste windmolenproject van Aspiravi. Windmolens zijn mijn dada en als ik vanuit de milieuraad daar niets meer voor kan doen, dan zit ik daar mijn tijd te verliezen. Daarom richtten we de Klimaatambassade op. Zo geven we een stem aan mensen die voor windmolens zijn, want dat is volgens mij toch de stille meerderheid.”
Heeft de Klimaatambassade al iets kunnen bereiken?
“We werken aan het rijpen van de geesten op lange termijn. Nu zijn we nog in de periode van verkiezingen, maar ik verwacht volgende legislatuur wel dat er grote windmolenprojecten zullen gerealiseerd worden. Ik vind dat het stadsbestuur het algemeen belang moet verdedigen, niet de belangen van een actiegroep. Dat mogen nog duizend bezwaarschriften zijn, ten opzichte van 35.000 Ieperlingen is dat een heel kleine minderheid. Maar als je doelbewust mee met de actiegroep stokken in de wielen steekt en gerechtelijke procedures aanspant, dan is dat niet serieus. Dat stoot mij tegen de borst.”
Je bent ook bestuurder bij Greenpeace.
“Dat neemt het grootste deel van mijn vrije tijd in beslag. Maar ik betwijfel of dat in de krant moet staan. Ik zou niet de eerste zijn die een mestkar uitgekipt krijg voor mijn deur. Ik ben niet bang van klimaatontkenners, maar landbouwers… We zitten op het punt dat landbouw en natuur tegen elkaar uitgespeeld worden door de chemische industrie die de pesticiden produceert. Zij werd geconfronteerd met een Europese wet die zei dat de pesticiden moeten gehalveerd worden tegen 2030. Uiteindelijk hebben ze de boeren gebruikt om dat te kelderen.”
“Landbouw en natuur worden tegen elkaar uitgespeeld door de chemische industrie”
Waar is dat milieubewustzijn ontstaan?
“Ik ben er altijd van nature in geïnteresseerd geweest, maar er waren ook mijlpalen. Zoals toen ik op een dag in 1974 in de les zat in de VUB en er een professor binnenkwam die zei dat hij het ging hebben over het tweede rapport van de Club van Rome. Dat was de start van het grote inzicht dat we toch iets moesten doen. Toen hadden ze nog schrik dat de petroleum op ging geraken. Wat natuurlijk niet kan, want als de petroleum op zou zijn, dan zou de aarde al lang kapot zijn door de klimaatverandering.”
Wat doe je zelf om je CO2-uitstoot te beperken?
“Er zijn twee grote zaken: mobiliteit en elektriciteit. Ik ben al heel lang klant bij Ecopower. Dat is opgestart door idealisten in de jaren zeventig die tien jaar lang een elektriciteitsbedrijf gerund hebben als vrijwilliger. Nu zijn er 70.000 coöperanten. Ecopower verkoopt groene energie aan de kostprijs, waardoor we sowieso goedkoper af zijn. Wat mobiliteit betreft heb ik al sinds 2012 een elektrische wagen, als één van de eerste. Ook heel belangrijk is dat we al veertig jaar vegetariër zijn. Ook onze kinderen zijn vegetarisch opgegroeid. Wij zijn ook voor een heel groot gedeelte zelfvoorzienend wat ons voedsel betreft. Zo maak ik ieder jaar mijn eigen confituur. Sinds we getrouwd zijn, heb ik nooit meer confituur gekocht.”
Hoe ben je in Ieper terechtgekomen?
“We woonden in Groot-Bijgaarden en Brussel was toen compleet onleefbaar. De Ring bestond nog niet. Heel die stad stond altijd stil. Ik reed met de motor, dus kon overal tussen, maar mijn vrouw ging met de tram naar haar werk en deed anderhalf uur over acht kilometer. We kwamen tot de conclusie: wij gaan hier niet blijven. Beroepshalve was ik gespecialiseerd in machinebouw en West-Vlaanderen is eigenlijk een beetje het mekka van de machinebouwers. Zo ben ik in de jaren tachtig bij Picanol terechtgekomen en ben ik hier gebleven.”
Ben je een trotse Ieperling?
“Zeker. Ik vind dat de mensen die voor ons kwamen gezorgd hebben voor een Ieper waar dat groen redelijk intact is gebleven, zonder de economische ontwikkeling te vergeten. Er zijn hier veel mensen met visie en gezond verstand. Een voorbeeld: de Verdronken Weiden. De beslissing om dat aan te leggen als bufferbekken om overstromingen te voorkomen is al genomen in de jaren tachtig. Dat is veertig jaar voor dat ze daar in andere streken beginnen aan te denken. De Vloei is nog zo’n voorbeeld. Het feit dat er daar geen gas is gelegd, dat was visionair. Daarom ben ik trots op Ieper, dat mensen dat hebben durven doen.”
Privé: Patrick werd geboren in Gent op 20 mei 1954. Hij is getrouwd met Myriam Chanoine. Ze hebben drie kinderen: Jeroen, Gretel en Kathleen. Er zijn ook al zeven kleinkinderen. Hij woont in de Elzendammestraat in Elverdinge.
Loopbaan: Na zijn legerdienst kwam Patrick bij Picanol terecht. Na drie jaar trok hij naar New Holland in Zedelgem voor vier jaar. Na een periode bij kleinere bedrijven werkte hij de laatste 26 jaar bij Ceratec in Ploegsteert. Sinds 2019 is Patrick met pensioen.
Vrije tijd: Patrick zat jarenlang in de milieuraad, is bestuurslid van VELT en Greenpeace Belgium en oprichter van de Klimaatambassade.
Ypersche Katte
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier