Verschillende bossoorten van nachtvlinders worden steeds talrijker en worden nu steeds vaker gemeld in het bosarme West-Vlaanderen. Ook zeldzame trekvlinders zijn meer te zien. Dat blijkt uit een nachtvlinderstudie van Natuurpunt.
Enkele tientallen soorten nachtvlinders vliegen enkel rond in de periode september-november. De meeste najaarssoorten zijn gebonden aan bomen.
In november 2020 werd de roodkopwinteruil voor het eerst waargenomen in West-Vlaanderen. De soort was rond de eeuwwisseling een zeer zeldzame soort in Vlaanderen, maar tegenwoordig is die in sommige Kempische natuurgebieden talrijker geworden dan de nauwverwante bosbesuil. Ook de kromzitter werd onlangs voor het eerst in West-Vlaanderen gezien. Deze nachtvlinder dankt zijn naam aan de opvallende houding die de rups aanneemt als ze verstoord wordt.
Het eikenuiltje is een groenige nachtvlinder die vroeger enkel in de Kempische bossen voorkwam en later ook westwaarts uitbreidde. In de herfst van 2020 werd het eikenuiltje echter ook buiten de zandgronden gezien, zoals in de Vlaamse Ardennen en in Roeselare.
De nachtvlinders tonen duidelijk een areaaluitbreiding. Hoe dat komt is niet helemaal duidelijk, maar volgens Natuurpunt speelt wellicht het ouder en meer divers worden van de Vlaamse bossen een rol. Ook de opwarming van het klimaat kan aan de basis liggen. Zachte herfstnachten komen steeds vaker voor, waardoor de vliegomstandigheden verbeteren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier