Sint-Vincentiusinstituut maakt windmolenplannen publiek

Hier zou de windmolen komen, in de kloostertuin achter de sportzaal van het Sint-Vincentiusinstituut. Links de drie studenten, rechts directeur Frederik Glorieux. © XC
Redactie KW

Het Sint-Vincentiusinstituut in Anzegem belegde op 17 juni om 19 uur ‘s avonds een vergadering met de buurtbewoners om zijn plannen uit de doeken te doen. De middelbare school zou graag een ‘kleine’ windmolen van 40 meter hoog plaatsen om zo in hun energie te voorzien. De school wacht evenwel de feedback van de buurt af vooraleer over te gaan tot het aanvragen van een studie.

De windmolen zal 38 meter hoog zijn en zou komen tussen de sporthal van de school en de Kalkstraat, in de tuin van de kloosterzusters. Het gaat om een kleine windmolen en dus niet over de reuzen die we kennen van de zee of langs de E17. De molen is vereenvoudigd zodat er minder onderhoud nodig is. Zo is er in de gondel (de bak waar de wieken aan hangen, n.v.d.r.) geen tandwielsysteem, de wieken zijn direct op de alternator aangesloten. De wieken met een lengte van 12 meter zullen achter de wind staan. Op die manier zet de molen zichzelf in de wind, dat bespaart alweer wat machines.

“Waarom we niet gewoon zonnepanelen plaatsen? Drie studenten van de Vives-richting energietechnologie hebben een studie uitgevoerd. Daaruit blijkt dat windenergie veel meer zal opbrengen. Logisch ook, wanneer de zon het felst schijnt, in de zomer, is de school twee maanden gesloten. In de herfst en winter wanneer we het meest energie verbruiken, schijnt de zon dan weer minder, vandaar”, legt directeur Frederik Glorieux uit. Met de Vlaamse subsidies meegerekend, zou de windmolen op acht jaar tijd terugverdiend zijn. Zo’n windmolen gaat gemiddeld 20 jaar mee, dat betekent dus 12 jaar winst.

Bij de bewoners was er interesse om elektriciteit direct en goedkoper van de school te kunnen kopen. Helaas staat de huidige wetgeving daar tussen. Maar er is beterschap op komst wat dat betreft. De windmolen zou meer energie opbrengen dan de behoefte van de school. Natuurlijk komen bij zo’n windturbine ook enkele nadelen kijken. Zo is er de slagschaduw, niet alleen van de mast maar vooral van de wieken. Die kunnen een flikkereffect doen ontstaan bij ramen van huizen nabij als de schaduw voortdurend over de huizen glijdt. Maar daar heeft de wetgeving al een mouw aan gepast, als er te veel hinder is door het flikkeren wordt de windmolen eenvoudigweg stilgezet voor enkele minuten tot de zon ver genoeg gedraaid is.

Ook maakt zo’n windturbine geluid, door de wind die in de wieken speelt. Dat komt neer op het geruis van een autoweg in de verte, ongeveer 35dB. Het meeste lawaai is er wanneer het buiten stormt. Maar dan zitten nog weinig mensen buiten. De directeur zal nu de feedback van de buurtbewoners afwachten. “Pas daarna laat ik een studie uitvoeren over de effecten van de schaduw en het geluid en waar die voor hinder zullen zorgen”, legt de directeur uit.

(XC)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier