Een ongewone discussie in de gemeenteraad maandagavond. Oppositiepartijen CD&V en Vlaams Belang spraken er hun ergernis uit over de grote hoeveelheid onkruid in de stad. Een beeld waar we, volgens schepen van Nette Stad Ruth Vandenberghe, (een beetje) zullen moeten mee leren leven.
Volgens fractieleider Hannelore Vanhoenacker (CD&V) ziet het groenbeleid van de stad er op sommige plaatsen écht niet uit. “Zeker nu mensen meer buiten komen om te fietsen en te wandelen is dat echt een probleem”, stelde ze op de meest recente Kortrijkse gemeenteraad.
Wouter Vermeersch (Vlaams Belang) deed daar nog een schepje bovenop. “Enorm veel burgers ergeren zich aan de enorme hoeveelheid onkruid in de stad. We weten dat het sinds 2015 verboden is voor steden en gemeenten om pesticiden te gebruiken, en dat laat zich merken. Onkruidvrij is het haast nergens meer. Maar dat wil niet zeggen dat we moeten leren leven met al dat onkruid. De stad zou meer moeten investeren in infrastructuur waar onkruid geen kans krijgt.”
Alles wat voor biodiversiteit zou kunnen zorgen, wordt weggeschoren – Cathy Mathieu (Groen)
Cathy Mathieu van Groen, gooide het over een andere boeg. Ook zij vindt dat het groenbeheer te wensen overlaat in Kortrijk, maar dan vooral omdat het niet ecologisch is. “Elke haag wordt gereduceerd tot een klein onnozel vierkantje. Bessen, zaden, bloemen, alles wat voor een beetje biodiversiteit zou kunnen zorgen, wordt gewoon weggeschoren. Ongeacht welke tijd van het jaar het is. Een park is meer dan iets dat gewoon proper moet zijn”, betoogt het gemeenteraadslid.
Volgens haar ligt de fout vooral bij het opsplitsen van de bevoegdheden. Schepen van Nette Stad Ruth Vandenberghe (Team Burgemeester) is verantwoordelijk voor het snoeien van het groen in onze stad. Terwijl schepen van Milieu Bert Herrewyn (SP.A) zich bezighoudt met de aanplanting van groen en biodiversiteit.
Inventaris opmaken
Schepen Vandenberghe bevestigt dat de bezorgdheden van de gemeenteraadsleden terecht zijn. “U hebt gelijk. Ik merk ook dat alles niet meer zo spic en span is. Dat komt voor een deel door corona. Toen zijn veel stadsdiensten stilgevallen. Die achterstand is ondertussen min of meer weggewerkt. Maar alle speciale verzoeken van burgers, die binnenkomen via 1777 bijvoorbeeld, hebben we nog niet kunnen behandelen. Maar is dat erg?”, vraagt ze zich af.
“Op plaatsen waar planten en onkruid de veiligheid belemmeren, zullen we uiteraard ingrijpen. Maar op andere plaatsen zullen we ermee moeten leren leven. Daarom heb ik een paar jaar geleden bijvoorbeeld ook het ByeByeGrass-charter ondertekend. Waarin we als stad beloven om het gras wat minder vaak af te rijden”, aldus de schepen.
Schepen Herrewyn doet daar nog een schepje bovenop. “Ruth en ik werken goed samen”, verzekert hij. “Er komt per park zelfs een duidelijk beheersplan en we werken aan een inventaris van elke boom en stukje groen in onze stad.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier