Hoeveel vogels heb jij in je tuin? Meer dan je denkt, horen we van vogelwaarnemer Ignaas Robbe. Dit weekend organiseert Natuurpunt Vlaanderen het jaarlijkse Grote Vogelweekend. De organisatie vraagt aan iedere Vlaming om de vogels in zijn tuin te tellen. Maar kan jij de vink, de mus en de koolmees van elkaar onderscheiden?
Heulenaars die rond het park wonen, herkennen ongetwijfeld de halsbandparkiet, maar daar willen velen omwille van het helse gekrijs van het vogeltje liefst van af. Schepen van Leefmilieu Bert Herrewyn (SP.A) vindt dat we in harmonie moeten leren leven met de halsbandparkiet.
Vogeltelweekend
“We zijn allemaal stadsmensen geworden,” zegt Ignaas Robbe, die zelf in Kortrijk woont, werkt als textielhandelaar maar ook conservator van het natuurgebied Bergelen in Gullegem, en notoir vogelwaarnemer. “95 procent van de mensen is de voeling met de natuur kwijt. Het is een cliché, maar de meeste mensen kennen een merel, een kraai, een spreeuw en daar stopt het ook. Terwijl er in België toch nog altijd een 450 soorten te zien zijn.”
“Als je er oog voor hebt, dan valt er heel veel te zien. Vooral als je je tuin een heel klein beetje ecologisch inricht. Moeilijk is dat niet. Gewoon niet al te proper willen zijn, je gras niet bemesten, een aantal soorten boompjes planten en hier en daar wat voedsel plaatsen. Dan ga je bijna zeker een vink op bezoek krijgen. Dat zijn overwinterende vogels die voornamelijk uit Scandinavië en Rusland komen. Ook een merel zal langskomen, en je mag ook een pimpel- en koolmees verwachten, een heggemus, een winterkonink, een spreeuw… Je kunt op de site van Natuurpunt de meest voorkomende tuinvogels bestuderen, zodat je ze herkent als je ze wil tellen. Maar het is eigenlijk vooral de bedoeling van de organisatie om de mens weer in contact te brengen met de natuur.”
Dweilen met kraan open
Als je dit weekend ook de vogels in je tuin wil tellen, dan vind je alle info daarover op natuurpunt.be. Schepen van Leefmilieu Bert Herrewyn hanteert zelf af en toe de verrekijker om vogels te bekijken en ziet ook de halsbandparkiet oprukken.
De parkieten bij ons komen van Brussel of van Rijsel – Ignaas Robbe, vogelwaarnemer
“We hebben in het verleden uitgebreid bestudeerd wat we ertegen konden doen, maar nu lijkt het ons best om in harmonie te leren samenleven met die vogels. Het aantal van die vogels dat je bij ons aantreft is niet van die grootorde dat ze hier aanzienlijke schade aanrichten. Dan heb ik het over schade aan inheemse vogelsoorten, zoals de boomklever die zijn nest dreigt te verliezen. Dat valt uit eerste vaststellingen relatief goed mee. We hebben de voorbije maanden ook vastgesteld dat de halsbandparkieten boomknoppen opeten. Maar ook daar blijven de schade binnen de perken. In grotere steden is hun populatie vaak veel uitgebreider. En het heeft dan ook weinig zin om hier maatregelen te nemen, als er elders niets wordt gedaan. Dat is een beetje dweilen met de kraan open.”
Tropische vogel
Dat beaamt ook Ignaas Robbe: “Het is een vogel die afkomstig is uit tropisch Afrika en Azië. Hij heeft zich inmiddels gevestigd in en rond grote steden op bijna alle continenten, behalve Antarctica. De halsbandparkieten die je bij ons ziet kunnen afkomstig zijn van Brussel of van Rijsel, een grote agglomeratie die te vergelijken is met Brussel.”
“Ik vrees dat het een soort is waar we mee gaan moeten leren leven. Ik ben ook geen fan van exotische soorten die hier de plekken innemen van inheemse vogels, maar je hebt ook de strekking die zegt: “Ze zijn hier gekomen door de mens en de mens maakt deel van de natuur, dus moeten we ze tolereren. Een andere optie lijkt er niet.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier