Je zag ze misschien ook al op het strand, de bordjes met het opschrift ‘gevaar voor drijfzand’. Het betreft geen natuurlijk fenomeen, maar een gevolg van het ruimen van springstuigen. Langs onze stranden werden tijdens WOI en II verschillende verdedigingslinies gebouwd en onder het zand ligt nog altijd veel niet-ontplofte munitie bedolven. De afdeling Kust spoort daarvoor al sinds 1997 de stranden systematisch af.
Gelukkig geen ontploffingsgevaar
“Op basis van magneetdetectie worden alle metaalhoudende voorwerpen in kaart gebracht en als men gevaarlijke springtuigen vindt, wordt de ontmijningsdienst DOVO erbij gehaald om ze te vernietigen. De explosieven steken een halve meter tot twee meter diep in de grond ter hoogte van de laagwaterlijn. Aangezien daar nooit gegraven wordt, is er dus ook geen gevaar voor mensen“, zegt Steve Timmermans, ingenieur bij de afdeling Kust van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust. De stranden van De Panne en Koksijde, en grote delen van het strand van Oostende, Bredene en Wenduine zijn zo al opgekuist. Momenteel is het strand van De Haan, tussen het Zeepreventorium en De Vosseslag aan de beurt.
Bommen tot 50 kg.
“Er worden nog continu explosieven bovengehaald, bommen van soms wel vijftig kilo”, zegt Timmermans. Op plekken waar door de graafwerken drijfzand ontstaat, is dat telkens maar van korte duur. De bordjes ‘gevaar voor drijfzand’ worden dus constant verplaatst op het strand. “Door te graven ontstaat er een soepje van water en zand, en is de ondergrond dus tijdelijk onvast. Er moeten twee getijden over gaan, twee keer hoogwater dus voor het zand weer vast wordt“, aldus Timmermans.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier