Natuurpunt wil Nationaal Park Westhoek

foto TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Voorzitter van Natuurpunt De Bron Guido Vandenbroucke roept de auteurs van het Vlaamse regeerakkoord op om de Westhoek te erkennen als Nationaal Park. Ondernemers- en landbouworganisaties zijn echter op hun hoede en ook voorzitter van Westhoekoverleg Christof Dejaegher vindt het idee een brug te ver.

In de startnota voor de onderhandelingen van de nieuwe Vlaamse regering is er sprake van de oprichting van vier ‘Nationale Parken’. Welke dat moeten zijn, is nog een open vraag. Momenteel heeft Vlaanderen al één Nationaal Park: de Hoge Kempen van 57 vierkante km. “Er werden diverse lijstjes gelanceerd van gebieden die in aanmerking zouden komen”, zegt Guido Vandebrouck, voorzitter van Natuurpunt De Bron. “Tot onze grote verbazing wordt een gebied dat bovenaan zo’n lijst zou moeten prijken niet eens vernoemd. Blijkt nogmaals hoe de Westhoek op zo’n moment tot de vergeethoek van Vlaanderen behoort. We roepen de auteurs van het Vlaamse regeerakkoord op om de Westhoek tot het kwartet van de Nationale Parken toe te voegen.”

“In de Westhoek is er een unieke kans om via een Nationaal Park een diversiteit aan natuurgebieden en beschermde landschappen met mekaar te verbinden en op te waarderen. Een ideaal moment om op basis van de ervaring die is opgedaan bij de verschillende projecten de voorbije jaren en op basis van de nieuwe noden, denk aan waterbuffering en waterschaarste, een plan uit te werken dat voor alles en iedereen een enorme meerwaarde kan bieden. De ligging langs de Franse grens biedt de mogelijkheden om op termijn samen met Frankrijk een grensoverschrijdend ‘Parc National’ te maken. De vallei van de Heidebeek langs de Franse grens, de Kemmelbeek en Vleterbeek kunnen blauwgroene aders worden die zone van de West-Vlaamse heuvels verbindt met de IJzervallei.”

Guido Vandenbroucke ziet alleen voordelen in het statuut van nationaal park. “De voorbije decennia is zwaar geïnvesteerd in het landschaps- en natuurherstel in het Heuvelland, de IJzervallei, de komgronden van Lampernisse, de Ieperboog… De resultaten mogen gezien worden: tal van diersoorten zijn teruggekomen en in die gebieden is de biodiversiteit erop vooruitgegaan. In de stroom daarvan is ook het toerisme en de recreatie enorm sterk gegroeid. Honderdduizenden mensen komen jaarlijks naar de stille en groene Westhoek om van onze landschappen te genieten. Nu is het tijd voor een nieuwe stap, een stap naar het verbinden van deze grote kerngebieden en het afstemmen van het beleid, het beheer en de werking rond deze gebieden.”

“Geen draagvlak”

Zijn voorstel wordt niet door iedereen met gejuich onthaald. “We weten dat Guido Vandenbroucke droomt van meer natuur in de Westhoek, maar eigenlijk zijn we al goed bedeeld wat betreft natuurgebieden in West-Vlaanderen”, zegt Hendrik Vandamme van Algemeen Boerensyndicaat (ABS). “Er werd al veel landbouwgebied omgezet naar natuurgebied en er zijn ook heel wat landbouwers die zelf initiatieven nemen om de biodiversiteit op hun percelen te verbeteren. We denken dan ook dat de overheid beter zulke initiatieven stimuleert, in overleg met de landbouwers, in plaats van via ruimtelijke plannen dat op te leggen. Daarvoor zullen ze geen draagvlak vinden.”

“Wij vinden dat er een gezond evenwicht moet zijn in de Westhoek tussen natuur en economie”, zegt Jonas Plouvier, die de belangen van de Westhoek behartigt voor werkgeversorganisatie Voka. “Economische ontwikkeling moet in de toekomst mogelijk blijven. Momenteel is er al een gebrek aan ruimte om te ondernemen in de Westhoek en er is een grote vraag. Wij zijn voorstander van de bundeling van de ruimte langs twee economische assen: van de A19 over Ieper en Poperinge naar Frankrijk en de as van E40-Brugge-Veurne-Duinkerke. Dat zijn plaatsen waar we willen dat economische ontwikkeling mogelijk is. De Westhoek heeft groene waarde en is heel mooi. Het moet een en-en-verhaal zijn.”

Christof Dejaegher (CD&V), burgemeester van Poperinge en voorzitter van Westhoekoverleg, is scherper in zijn reactie. “Dit is niet één, maar honderd bruggen te ver”, zegt hij. “Men wil van de Westhoek een reservaat maken, maar wij passen daarvoor. Wij willen ook een toekomst. Ik vrees dat het veel strenger zal worden om nog iets te doen. Wij zijn slim en wijs genoeg om zelf te zorgen voor onze open ruimte. Een Nationaal Park is een beschermingsstatuut. Dat zou de Westhoek volledig blokkeren. Als men ons nog dik zou betalen, dan kunnen we misschien wel akkoord gaan.”

Buffergebieden

Guido Vandenbroucke nuanceert echter zijn voorstel. “Dat een Nationaal Park de Westhoek economisch zou lamleggen, is onzin”, zegt hij. “Kijk naar de nationale parken in Frankrijk waarin de steden en gemeenten ook nog volop kunnen ontwikkelen. In overleg met alle actoren kunnen we komen tot win-winsituaties. Een captatieverbod voor landbouwers door een gebrek aan water mag niet het nieuwe ‘normaal’ worden. Buffergebieden kunnen een enorme meerwaarde bieden voor natuur en tijdens droge zomers aangesproken worden voor irrigatie in de landbouwzones. Het voordeel van het statuut van Nationaal Park is dat er heel wat middelen komen. Men mag het dus niet zien als een beperking, maar wel als een opportuniteit.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier