Kortemarkse bioloog inventariseerde al meer dan 750 dier- en plantensoorten in eigen tuin

Jelle Quartier. (foto Jeffrey Dael)
Redactie KW

Het is een koude, donkere novemberavond als we Jelle terugvinden in zijn tuin. Een oude trommel van een droogkast doet dienst als warme vuurkorf en een zelfgemaakte vlinderval geeft wat licht. Jelle is vastberaden om zeker 1.000 soorten te ontdekken die leven en groeien in zijn tuin.

“Mijn 40ste verjaardag bracht me op het idee om iets speciaals te doen”, vertelt Jelle Quartier. Hij woont met zijn vrouw Rozemien, dochter Noor en zoon Staf in de Sint-Pieterskruisstraat. “Een verre reis behoorde tot de opties, maar ik wou het wat dichter bij huis zoeken en waarom dan niet in mijn eigen tuin? Ik ben bioloog van opleiding, maar ik werk bij een natuurstudiebureau. Daar verdiepen we ons in de wereld van omgevingsvergunningen en de milieuwetgeving. Maar naast mijn job ben ik dit jaar elke dag wel 1 of 2 uur bezig met de inventarisatie van alles wat in mijn tuin groeit, kruipt, bloeit en overvliegt.”

Ree zien passeren

“Het plan is om hier 1.000 soorten te ontdekken en ik ben goed op weg, want we zijn sinds kort de kaap van de 750 soorten gepasseerd. Het is ongelooflijk wat je allemaal ontdekt in je eigen tuin. Door corona werkte ik heel veel van thuis uit en daardoor had ik het geluk om hier op klaarlichte dag zomaar een ree te zien passeren.”

“Het plan is om duizend soorten te ontdekken, en dat zal zeker lukken”

“Ook de steenuil, de kerkuil, de steenmarter of de vos, ze passeerden hier allemaal de revue. Ik maak ook gebruik van een wildcamera, een vleermuisdetector en een speciale zelfgemaakte nachtvlinderval. In die val ontdek je ‘s morgens vroeg soms wel meer dan 500 insecten. Vroeg in de morgen zijn ze nog rustig en kan je ze makkelijker determineren, alvorens ze weer wegvliegen of vrijgelaten worden. Ik inventariseerde al een 300-tal soorten nachtvlinders en kreeg ook al de koninginnenpage op bezoek, één van de grootste inheemse dagvlinders. Wat de begroeiing in de tuin betreft, daar is de oogst wat minder, gezien de droogte van vorige zomer nefast was voor de plantjes.”

“De bedoeling is dat alle dieren en planten gefotografeerd worden en dat er bepaald wordt om welke soort of ras het gaat”, aldus nog Jelle. “Ik probeer een overzicht te maken en publiceer dit bij Natuurpunt en op mijn facebookpagina. De bedoeling was om maandelijks een update te geven, maar het is wat druk op het werk momenteel.”

Kriebelbeestjes

“Ik heb ook nog een aantal soorten die ik nog niet kon determineren”, weet Jelle. “Er bestaan wel heel wat naslagwerken of apps om de juiste soort te bepalen, maar dat lukt niet altijd. Ik krijg natuurlijk ook wat hulp van mijn kinderen en mijn vrouw. Zij is er niet zo fanatiek mee bezig als ik, maar helpt me wel op een meer gematigde manier. Mijn zoon Staf is een zoogdierenfanaat, terwijl mijn dochter Noor liever bezig is met de vele kriebelbeestjes. We wonen hier sinds 2006, onze rustige straat loopt dood en we zitten helemaal te lande, zoals dat heet. De landbouwactiviteiten in onze omgeving beïnvloeden wel de planten en dieren die in onze tuin voorkomen. Er is weinig natuurlijke instroom van soorten begroeiing. Sinds we hier wonen, werd er al heel wat verbouwd aan het huis, maar we plantten ook fruitbomen en struiken aan en is er plaats voor bloemen en kruiden.”

“Pesticiden en meststoffen zijn hier niet aan de orde. We laten gewoon de natuur haar gang gaan. Enkel wat slakkenkorrels zouden we af en toe eens durven strooien, want anders is er teveel schade aan de groenten.”

Paddentrek

“Ik heb het geluk dat ik van mijn hobby mijn beroep kon maken, maar naast mijn job en mijn tuinproject ben ik ook nog actief in de Kortemarkse milieuraad en organiseerde ik de laatste 5 jaar de acties in de gemeente voor de paddentrek. Daarbij zorgen we ervoor dat de padden in een emmer terechtkomen, zodat we die veilig kunnen vrijlaten aan de andere kant van de weg. Ik wil toch ook nog wel eens benadrukken dat tijdens de determinatie van mijn 1.000 soorten geen enkel diertje het leven liet. Al wat gevangen wordt, laten we ook weer vrij. Het is de bedoeling dat ik dit project om de 5 of de 10 jaar herhaal, want het blijft interessant om te weten wat er allemaal leeft in je tuin en zo wat meer aandacht te hebben voor de zeldzame soorten die hier voorkomen”, besluit Jelle. (JD)