Hengelaars planten 1.500 oeverplanten aan Dikkebusvijver

Schepen Valentijn Despeghel, Lieven Stubbe van de dienst milieueducatie en landschap, leden van Sportvisserij Vlaanderen en Westhoek Roofvissers aan de droge oeverzone van Dikkebusvijver. © EG
Redactie KW

Op zaterdag 29 augustus plantten vrijwilligers van de Stad Ieper en Sportvisserij Vlaanderen meer dan 1.500 moerasplanten op de drooggevallen oeverzones van Dikkebusvijver. De stad Ieper is eigenaar van de vijver en verleende in 2019 opnieuw het hengelrecht aan de vzw Sportvisserij Vlaanderen. Deze door het Vlaamse Gewest erkende vereniging coördineert en ondersteunt de hengelsport in Vlaanderen.

Aanvankelijk diende Sportvisserij Vlaanderen aan de stad jaarlijks een som huurgeld te betalen als vergoeding voor het hengelrecht. Dit jaar werd overeengekomen dat de vereniging dit huurgeld zelf diende in te zetten voor de ecologische ontwikkeling van de vijver. Concreet leidde dit tot het plantproject dat op 29 augustus gerealiseerd werd.

“De samenwerking tussen de stad en Sportvisserij Vlaanderen omvat veel meer dan de hengelsport op zich. Ook op ecologisch vlak willen beide partijen meer en beter samenwerken. Schepen van leefmilieu Valentijn Despeghel nam hierin het voortouw, samen met zijn medewerkers Lieven Stubbe (dienst landschap) en Erik Marrecau (milieudienst). Beiden trokken vandaag, samen met enkele stewards en vrijwilligers van Sportvisserij Vlaanderen, de laarzen aan om mee te werken aan het plantproject“, verduidelijkt Jelle Vandaele van Sportvisserij Vlaanderen

Diverse aanplantingen

Langs de oever van Dikkebusvijver werden vier soorten moerasplanten aangeplant, samen 1.500 stuks: kleine lisdodde, gele lis, riet en mattenbies. Moeras- en oeverplanten zijn enorm belangrijk voor de biodiversiteit in de vijver. Tussen hun wortels, stengels en bladeren gaan zich een pak kleine organismen vestigen die het water zuiveren: bacteriën, watervlooien, slakjes en wormen. Ook insecten en andere dieren, zoals jonge vissen, vinden er een schuilplaats. Bovendien voorkomen waterplanten de oevererosie en onttrekken ze voedingsstoffen aan het water. Daardoor krijgen algen of wieren en ook de blauwwieren, die het water kunnen vergiftigen, minder kansen om zich massaal te ontwikkelen.

De stad Ieper en de provincie West-Vlaanderen lieten in 2018/2019 het slib uit de vijver verwijderen. Vorig jaar werden ook, in samenwerking met Sportvisserij Vlaanderen, schuilkooien geplaatst waar vissen zich kunnen beschermen tegen de predatie van aalscholvers. Ook werd de instroom van de Kemmelbeek in de vijver grondig aangepakt. Door het installeren van een vistrap met breukstenen zullen vissen vanuit de vijver de beek kunnen bereiken en zich verschuilen wanneer aalscholvers hen opjagen.

Proefproject

Dit jaar loopt er ook een proefproject waarbij de hengelvereniging ‘de Westhoek Roofvissers’ een 10-tal zaterdagen met elektrische bootjes op het water mogen vissen. Enkele leden van de Westhoek Roofvissers volgden ook een opleiding tot hengelsteward, om de controle op en rond de vijver te kunnen garanderen. Bovendien bieden ze hulp bij opruimacties en andere werken, zoals ook vandaag bij het aanplanten van meer dan 1.500 plantjes.

“Als stadsbestuur zijn we bijzonder tevreden dat hengelaars actief meewerken aan het ecologisch herstel en de netheid van Dikkebusvijver. We hopen dan ook om, dankzij de jaarlijkse investeringen, van Dikkebusvijver terug de parel van weleer te maken“, besluit schepen van leefmilieu Valentijn Despeghel.

(EG)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier