Videomonteur Xander Cottens (29) maakt journaal af en toe vanuit Anzegem: “De klok is mijn grootste vijand”

Xander Cottens aan het werk in een montagekamer op de nieuwsvloer van de openbare omroep VRT. © Dieter Duyvejonck
Redactie KW

Oudgediende Xander Cottens schreef drie jaar voor deze krant vooraleer hij papier inwisselde voor beeld-, klank- en videomontage. Nu hij wekelijks niet meer in zijn pen kruipt om een weerslag te geven van wat er leeft bij de Anzegemnaar, is de vraag of het lokale nieuws en het Anzegemse leven volledig plaats heeft moeten maken voor zijn televisiewerk in grootsteden als Antwerpen en Brussel. Of klopt zijn hart hier toch ook nog? We polsten met de krant even bij deze gedreven Anzegemnaar.

De kans is bijzonder groot dat je al beelden gezien hebt op televisie waar Xander Cottens zijn deskundigheid op heeft losgelaten. Nadat hij een aantal jaar voor deze krant werkte, editie Waregem toen nog, werkt hij nu in hoofdzaak voor televisie, zowel regionaal als nationaal. In het weekend krijgt Focus|WTV zijn professionaliteit als videojournalist en tijdens de week werkt Xander als ENG-monteur voor de duidingsprogramma’s van de openbare omroep VRT. “ENG staat voor ‘Electronic News Gathering’, een term die alles dekt wat te maken heeft met duiding op televisie”, verklaart Xander Cottens (29). “Verder draai ik ook nog stukken voor Stampmedia uit Antwerpen en Mediaraven in Gent.”

Tegen de klok

Als monteur knipt en plakt hij samen met de journalist reportages voor het Journaal, het kinderjournaal Karrewiet en Ter Zake, maar ook aan sportprogramma’s levert hij zijn bijdrage. “Ik krijg dus beelden binnen van cameraploegen van de VRT of van over de hele wereld en daarmee ga ik aan de slag”, begint de videojournalist. “Het is stevig werken, met als grote vijand de klok. Die bepaalt immers het hele werkritme van die dag en bij brekend nieuws gaat het echt over minuten zelfs terwijl het journaal al bezig is, want nieuws dat is altijd live. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat een sportwedstrijd of een speech van deze of gene president nog moet komen terwijl het journaal al begonnen is.”

Als overblijfsel van de pandemie monteren wij ook een paar dagen per maand van thuis uit. Dan nemen we eigenlijk een montagecel in Brussel over met onze computer. Je kan het je inbeelden als een afstandsbediening die tot in Brussel reikt. Dus zo wordt er af en toe eens aan het journaal gewerkt vanuit Anzegem.”

Volg je het lokaal nieuws nog?

Het lokaal nieuws uit Anzegem volg ik niet meer zo intensief als toen ik hier nog journalist was. Af en toe hoor ik nog wel wat en passeert er iets, maar ik ga er niet meer actief naar op zoek, zoals vroeger het geval was. Doordat ik nog werk voor de regionale televisie Focus|WTV, ben ik er toch niet helemaal weg.

Ik woon nog steeds in Anzegem en ben er ook steeds mee verbonden als actief koorlid in Vichte en als vrijwilliger bij het Rode Kruis Waregem-Anzegem. Mijn werk speelt zich vooral af in Brussel en Antwerpen waardoor ik heel wat kilometers afleg met heel wat materiaal. Dat moet anders kunnen, want dat is voor niemand goed, de natuur niet en niet voor m’n portefeuille. Dus ergens fluistert een stemmetje in mijn hoofd steeds luider dat het misschien wel de moeite is om te verhuizen dichter bij het werk. Ik probeer wel als het kan de trein te nemen, maar dat laat mijn werkplanning amper toe.”

Dankjewel dat u waarde hecht aan journalistiek en dat u begrijpt dat goede journalistiek geld kost

“Of ik zou kunnen aarden in een grootstad? Waarschijnlijk niet, dat zeggen m’n vrienden ook trouwens. Ik vond Gent al afschuwelijk om te studeren: ’t stinkt en ’t is vuil”, lacht Cottens. “Er zal wel iets moeten veranderen, want veertig jaar pendelen naar Brussel is niet doenbaar.”

Hoe gaat het met jou? Vertel.

“Het gaat zoals het gaat, ik zit op een kruispunt van veel zaken en dat brengt wat kopzorgen met zich mee”, vertelt Cottens openhartig. “Ik ben altijd wat de Peter Pan van mijn vriendengroep geweest. Een beetje achter op het leven zoals de maatschappij dat gepland heeft. Toen iedereen begon werk te zoeken, was ik aan mijn tweede opleiding bezig. Eens ik begon te werken, had iedereen plots een huis. Nu iedereen aan trouwen en kinderen begint, ben ik aan het nadenken over een huis. Ik heb nooit de haast of de urgentie gekend om te voldoen aan de vooropgestelde verwachtingen. En dat vind ik prima, want ik amuseer mij, ik ben er graag. En ook … een gezin is dat nog van dezen tijd?”

“Ik heb ook nooit zo’n kleinburgerlijk leven gewild: huisje, tuintje, boompje, kindje. Laat dat maar aan anderen, ik doe m’n goesting er valt nog zoveel te doen in ’t leven.”

“Terug naar dat kruispunt, ik ben nu vier jaar zelfstandige en zou toch beginnen uitkijken naar werk onder contract. Het biedt me meer zekerheid vooral dan op financieel vlak. ’t Is iets wat ook banken graag zien. Als zelfstandige word je al voldoende afgestraft, laat staan een ‘alleenstaande’ zelfstandige. Zo’n contract zou dan die financiële onzekerheid al wat moeten counteren. Een tweede beslissing die moet genomen worden is ‘een eigen huis en een plek onder de zon’. ’t Is ook allemaal ongelooflijk duur geworden en daarom bekijk ik nu de optie om met een huisgenoot de kosten te delen. Maar opnieuw alles op z’n tijd. ‘Gras groeit niet door eraan te trekken’, zeg ik altijd.”

Hoe kijk je terug op je tijd dat je wekelijks het reilen en zeilen in Anzegem onder een vergrootglas nam? Denk je dat er veel veranderd is?

“Ik vond het best prettig om het nieuws te brengen uit Anzegem met uitzondering van de politiek. De dorpspolitiek in Anzegem is een beetje ziek, getuige de moeizame schepenwissel afgelopen jaar of de Sint-Janskerk die vele tienduizenden euro’s heeft gekost aan de inwoners en nog steeds een ruïne is. Ik vond het vreselijk om de politieke verhalen te schrijven, maar het is je plicht om als journalist de burger in te lichten.

Gelukkig viel er af en toe in Anzegem een oprecht mooi en integer verhaal op te rapen. En daarvoor leef je. Ik herinner me nog de man uit Kaster met zijn enorme verzameling koffiemolens of Studio Foka die zijn verhaal vertelde. Een interview met een juf uit Anzegem die haar laatste interview zal geven, zo zal achteraf blijken, nadat ze overlijdt aan een agressieve kanker. Want als journalist schrijf je over het leven van alle dag, verdriet en ongeluk maken daar ook deel van uit. Elke keer mocht ik als bevoorrechte getuige aanwezig zijn om hun verhaal te vertellen en te delen. Het is de grootste eer als journalist om voor heel even deel te mogen uitmaken van dat leven. Die dingen blijven me wel in de kleren zitten. Ik heb tranen geplengd tijdens het uitschrijven van dat stuk. Het ding is dat achter elke voordeur zo een verhaal schuilt al willen we in West-Vlaanderen liever die deur niet opendoen. En dat is jammer, want zo’n verhaal kan ook voor iemand anders iets betekenen. Herkenning, steun, motivatie, … weten dat je niet alleen bent.”

Kan je als videojournalist meer ‘je ding’ doen?

“Ik heb videojournalistiek gestudeerd, video is sowieso een taal die ik veel liever hanteer dan tekst. En ik amuseer me rot, elke keer opnieuw. Wat ik wel merk, is dat ook daar de budgetten slinken en er steeds meer van ons gevraagd wordt voor hetzelfde loon. Vaak vertolk ik de rol van een journalist, cameraman, klankman én monteur. Vier afzonderlijke beroepen die nodig zijn om een reportage tot een mooi geheel te maken, maar in dit geval allemaal bij mij liggen. Ik noem het vaak compromisstukjes maken in de zin van dat het veel beter had kunnen zijn als ik voldoende technici rond me had, maar daar is geen geld voor.”

Vind je dat er in de huidige maatschappij waarin het nieuws er bijna moet zijn vòòr het is gebeurd, voldoende tijd is voor grondige en genuanceerde journalistiek?

“Een mea culpa slaan doe ik niet. Nieuws maken is een ratrace geworden, maar dat komt vooral omdat bovenaan een krant nu een manager staat in plaats van een oudgediende. Als de cijfers allesbepalend zijn, krijg je rommel. Kijk bijvoorbeeld naar ziekenhuizen, rusthuizen en openbaar vervoer.”

“Het grootste gevaar schuilt in de sociale media waar iedereen, waaronder ook politici, rechtstreeks hun publiek bereiken. Daar komt geen journalist/poortwachter aan te pas. En dus maken onzinverspreiders, politieke zwaargewichten en ronduit idioten graag gebruik van die sociale media. Alles kan en mag en niemand die het controleert. Wat dat betreft spelen wij journalisten niet meer met gelijke wapens. Vroeger kwam een politicus op televisie liegen, werd betrapt op z’n leugens en verloor bij de volgende verkiezingen. Klaar. Nu zegt die politicus dat ‘het zo had kunnen zijn’ en het publiek knikt instemmend. ‘Als we ’t maar genoeg herhalen zullen ze ’t wel geloven’.”

“Het doet onze democratie rammelen op haar grondvesten. Dus niet alleen slechte journalistiek zaagt de poten van onder de journalistiek, maar politici trekken maar al te graag een poot uit voor die paar extra stemmen.”

Welke ambities koester je?

“Als ik ooit de lotto win, dan start ik terug een BRT, een Belgische Radio en televisie, tweetalig voor iedereen in deze politiek verdeelde postzegel. Alleen maar nieuws, geen sport, geen entertainment met een gigantisch omroepgebouw uit baksteen met een oprit uit kasseisteen en een bos. In de tien provincies zal een klein omroepgebouwtje staan, die de regionale uitzendingen zal verzorgen en op de nationale nieuwszender worden dan regionale hoofdpunten overgenomen. Daarnaast een apart kanaal voor schooltelevisie en universiteitstelevisie. Ruimte voor documentaires over zowat alles in België en radio- en televisiezenders die informeren en onderwijzen. Maar dan denk ik vaak dat het gewoon heel lastig moet zijn om algemeen directeur te zijn van zo’n mediabedrijf.”

“Het liefst van al ga ik de straat op met m’n camera omringd door vrienden en collega’s. Samen met vrienden een documentaire draaien die schuurt en beroert en waar je heel trots op kan zijn, staat ook nog op mijn lijstje. En dat is misschien net iets realistischer.”

Welke boodschap heb je voor de lezers van de KW?

“Dankjewel, dat u waarde hecht aan journalistiek. Dat u begrijpt dat goede journalistiek geld kost en dat het de moeite waard is om ervoor te betalen. Dankjewel dat u met uw abonnement eigenlijk ook een beetje onze democratie in stand houdt. Dat u het belangrijk vindt om zich te omringen met informatie die gecheckt werd door journalisten en aangevuld met informatie van experten. Dankjewel dat u het belangrijk vindt dat u op de hoogte wordt gehouden van wat verkozenen in uw naam beslissen met uw belastinggeld. U begrijpt dat politici verantwoording moeten afleggen voor hun beslissingen.” (Gerda Verbeke)

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier