Sofie uit ‘De klim van je leven’: “De berg is geen doel op zich, de weg ernaartoe wel”

Sofie fietste regelmatig, tot ze na een covidbesmetting zelfs haar basisconditie kwijt was. © Joke Couvreur
Bert Vanden Berghe

Komende zaterdag fietst Sofie Vaneeckhoutte (44) uit Anzegem een berg in de Dolomieten op, waarbij ze gevolgd wordt voor het programma ‘De klim van je leven’ op Eén. Het leven van de plichtbewuste verpleegkundige werd anderhalf jaar geleden op pauze gezet toen ze long covid kreeg. De impact op haar leven was groot. “Twee weken voor het telefoontje van het productiehuis stond mijn fiets nog te koop.”

“Het gaat al beter vandaag. Ik heb een slechte week achter de rug. Maar mijn courage is helemaal terug”, lacht Sofie fijntjes. Als we haar spreken, is ze haar koffer aan het inpakken. Zaterdag fietst ze immers de Sella Ronda op, een berg in de Dolomieten. Een pittige klim van vier cols in het hart van Zuid-Tirol. Samen met nog zes andere mensen met longproblemen, waarbij ze al maandenlang gevolgd worden voor ‘De klim van je leven’ op Eén.

Haar dokter had aangeraden om vandaag niét te werken, maar ze deed het toch, want enkele collega’s waren ziek uitgevallen. Dat plichtbewuste is iets wat vaak terugkomt. Die gedrevenheid ook. Alleen als we vragen of ze wat milder geworden is voor zichzelf, klinkt er twijfel in haar stem.

Het leven van Sofie werd anderhalf jaar geleden compleet overhoop gegooid. Ze werkt in het operatiekwartier (OK) van het O.L.V. van Lourdes Ziekenhuis in Waregem. Ze was op latere leeftijd begonnen met de studies, maar droomde er altijd al van om verpleegkundige te worden. “In dat operatiekwartier zit ik op mijn plek. Ik vind het fijn om voor mensen te zorgen en om ze nog even gerust te stellen vlak voor ze onder narcose worden gebracht.”

Als in een film

Maar in maart 2020 moest ze onverwacht die post inruilen voor een plek op de spoedafdeling. “Euh… eerlijk gezegd praat ik daar niet zo graag meer over. Ik ben iemand die al wat watertjes heeft doorzwommen en eerder vooruit kijkt. Vroeger al en nu nog meer. Ik denk altijd dat er mensen zijn die het erger hebben.” Al valt het niet onder woorden te brengen in welke situatie ze terecht kwam in het begin van de coronaperiode. Als in een film, zo omschrijft Sofie het. “Je werd er letterlijk ingesmeten. Ik zie die gang nog voor mij, waar iedereen rondliep als marsmannetjes. Hoe zijn we hier in godsnaam beland, dacht ik vaak. We wisten amper wat er op ons afkwam. Via mijn man, die tuinaannemer is, gingen we materiaal sprokkelen, van maskers tot faceshields en pakken. Of ik bang was? Eigenlijk niet, nee. We waren goed beschermd. Al moet ik zeggen dat die eerste dag op de spoedafdeling heftig was. Opeens ging er een intern alarm en moest ik mee iemand reanimeren. Dat was niet gelukt. En dan sta je daar. In het OK help je mensen, en nu moet je ineens mensen afgeven. Compleet machteloos.”

Zaterdag fietst Sofie de Sella Ronda op, een berg in de Dolomieten: “Fietsen beschouw ik nu als een deel van mijn revalidatie.”
Zaterdag fietst Sofie de Sella Ronda op, een berg in de Dolomieten: “Fietsen beschouw ik nu als een deel van mijn revalidatie.” © Joke Couvreur

Op een dag raakt Sofie zelf besmet, al wuifde ze dat toen weg. “Stress, dacht ik. Ik had dat eerder al eens gehad en had de symptomen ook weggelachen. Tot ik ineen was gezakt en een ingreep aan mijn hart moest ondergaan.” Maar ook nu wilde ze niet zomaar naar de dokter. “Ik heb altijd de anderen op de eerste plek gezet. (stil) Nog steeds soms. Dat is nog een werkpuntje, weet ik van mezelf.”

Tijdens een jaarlijkse controle, werd ze meteen doorverwezen naar een cardioloog en een longarts. Al snel was duidelijk dat ze long covid had. “Maar zelf zou ik blijven gaan zijn, tegen beter weten in, maar mijn lichaam pruttelde te veel tegen. Ik moést mijn lichaam wel rust gunnen.”

Tot dan vloog Sofie van de ene plek naar de andere. Ze deed het huishouden met drie kinderen, hielp met de boekhouding van haar man en sprong in het weekend bij in het koffiehuisje van haar zus in Tiegem. En ook op het werk vloog ze van het een naar het andere, in de coronacrisis bijna op automatische piloot. Tot ze dus crashte.

“Ik heb veel moeite met hulp vragen, maar plots kon ik niet anders. Na het aardappelen schillen, moest ik een halve dag recupereren. Niet zomaar in de zetel zitten, maar echt gaan liggen. Als moeder van drie heb ik me vaak schuldig gevoeld. Gaandeweg ging dat wat beter, met dank ook aan de multidisciplinaire begeleiding in Gent, van kinesisten en een diëtiste tot een psycholoog.”

“Als ik aardappelen schilde, moest ik soms een halve dag recupereren”

Sofie wil ook een pluim op de hoed van haar echtgenoot steken. “In 2017 heeft hij een zware knie-infectie gehad, dus we weten wat het is om voor elkaar te zorgen. We zijn nog sterker geworden als koppel en vullen elkaar goed aan. We geven elkaar elk één dag per week om eens ambetant te lopen, dat helpt ook. (lacht) Ook vanuit mijn omgeving kwam er veel begrip. Vrienden, familie en collega’s wisten wel dat het ernstig moest zijn om mij aan de zetel gekluisterd te houden.”

Geen sensatie

Al die tijd stond de fiets van Sofie stof te vergaren. “In mijn jeugd was ik een wielrenster die meekon met de grote profs, tot een zware val. In 2017 klopte mijn buurvrouw aan met de vraag of ik het zag zitten om mee te gaan naar Afrika en te fietsen voor het goede doel. De volgende morgen was ik al ingeschreven. Met een grote groep vrouwen trainden we regelmatig en dat was zodanig leuk dat we hetzelfde nog eens deden in Indonesië. Maar tijdens mijn herstel was de fiets het laatste van mijn zorgen. Meer nog: hij stond zelfs te koop. Twee weken later belde een arts uit Leuven of ik ambassadeur wilde worden van een project. Ze herinnerde zich mij nog. Niet veel later belde productiehuis Bargoens (van Eric Goens, red.). Ik weigerde meteen. Ik hou er niet van om in de belangstelling te staan, maar gaandeweg werd duidelijk dat het zeker geen sensatie was. Ik hoop met mijn deelname vooral anderen te inspireren om niet op te geven en de juiste begeleiding te zoeken.”

Sinds 1 april is Sofie opnieuw aan de slag, aan dertig procent in halve shiften. Sinds half juli zit ze aan 40 procent in volle shiften. Concreet werkt ze de ene week een dag, de week nadien twee dagen.

Telkens recupereren

“Het valt moeilijk uit te leggen, maar die dagen zijn slopend. Na zes uur ben ik al bekaf, niet gewoon moe. Ik moet daarvan telkens twee dagen recupereren. Zeker met de trainingen die er bij komen, waardoor ik per week al snel 10 uur op de fiets zit. Het is ook een heel intensieve job. En ik ga mezelf ook altijd dubbelchecken (haar geheugen laat haar al eens in de steek, red.), zodat ik zeker alles juist doe. Of ik nog geloof dat ik terug ga naar vroeger? Ik heb twee jaar lang keihard gewerkt, fysiek en mentaal. Ik ben er nog niet. Die berg nu opfietsen, is voor mij geen doel, de weg ernaartoe wel. Stap voor stap. Mijn basisconditie was weg. Nul. Toen dat beter was, heb ik aan mijn uithouding gewerkt. (denkt na) Ik wil mezelf geen druk meer opleggen. Alles wat ik nu doe, is een stap vooruit. Als het even lastig is, dan panikeer ik niet meteen, maar neem ik mijn rust. Ik moet ook echt elke middag een dutje doen om het tweede deel van de dag aan te vatten. En rijden met de fiets beschouw ik nu als een deel van mijn revalidatie. Ook dat helpt.”

‘De klim van je leven’, elke donderdag om 21.25 uur op Eén.