Professor dr. Filomeen Haerynck uit Topdokters heeft roots in Watou

Prof. Dr. Filomeen Haerynck. (foto Play4)©greetje van buggenhout
Prof. Dr. Filomeen Haerynck. (foto Play4)©greetje van buggenhout
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Het Play4-programma ‘Topdokters’ volgt niet één maar twee Poperingse dokters. Naast huisarts Stéphanie De Maesschalck heeft ook kinderimmunoloog Filomeen Haerynck roots in de hoppestad. Ze is namelijk de dochter van Gwy Mandelinck en Agnes Hondekyn, de grondleggers van de Poëziezomers in Watou. Nu doet ze als topdokter onder meer belangrijk onderzoek naar Covid-19 en primaire immuundeficiëntie (PID).

Prof. Dr. Filomeen Haerynck (48) woont met haar man Klaus Soenen en drie dochters Mien (17), Noor (14) en Saar (12) in Aartrijke, maar het grootste deel van haar jeugd bracht ze in Watou en Poperinge door. “Mijn ouders Gwy Mandelinck en Agnes Hondekyn zijn de grondleggers van Poëziezomers Watou. 28 jaar hebben ze de Poëziezomers internationaal op de kaart gezet. Van mijn 7 tot mijn 25 jaar heb ik dus in Watou gewoond. Ik ging ook naar school in het Sint-Franciscusinstituut in Poperinge”, vertelt Filomeen Haerynck. “Als jong kind en als student geneeskunde was ik nauw betrokken bij die organisatie van Poëziezomers. Dit was de perfecte leerschool en de verrijkende afwisseling tussen enerzijds geneeskunde en exacte wetenschappen en anderzijds de interessante wereld van de beeldende kunst en literatuur. Voor mij was het interessant om die wereld te leren kennen. Hugo Claus, Herman De Coninck, Panamarenko, Roger Raveel… waren vrienden aan huis. Dat zijn mensen met wie ik ook groot ben geworden.”

In 2002 startte Filomeen Haerynck in het UZ Gent als kinderlongarts, waarbij ze initieel kinderen behandelde met astma en mucoviscidose. “Vrij snel geraakte ik geboeid door het verhaal van jongere kinderen die soms op intensieve zorgen terechtkomen door een banale seizoensgriep of andere kinderen die continue ziek zijn. Dan kom je tot de conclusie dat het gaat om kinderen die problemen hebben met hun immuunsysteem. Ik specialiseerde me in aangeboren immuunstoornissen in Hôpital Necker in Parijs. Sindsdien ben ik coördinator van het centrum voor primaire immuunstoornissen in Gent en behandel ik kinderen met primaire immuundeficiënties (PID). Sinds 2017 leid ik het onderzoekslaboratorium voor PID aan de universiteit Gent. Die combinatie arts/onderzoeker is zeer boeiend.”

Ze voerde ook wetenschappelijk onderzoek naar waarom jonge, gezonde patiënten in sommige gevallen toch ernstig ziek worden van COVID-19. Het gerenommeerde tijdschrift ‘Science’ publiceerde vorige zomer de resultaten. “Als kinderimmunoloog had ik snel door dat het geen toeval kon zijn dat jonge mensen toch op intensieve zorgen terechtkomen. Dat moest een immuundefect zijn. Dat is natuurlijk een vraag die alle immunologen in de wereld zich stelden, dus hebben we de krachten gebundeld met meer dan 80 onderzoekscentra uit de hele wereld. In zes maanden tijd konden we aantonen dat bij 15% van de mensen een immuundefect aan de basis lag, een nieuw defect dat nog nooit eerder werd vastgesteld. Het gaat om een bepaald eiwit, het type I Interferon, dat ons verdedigt tegen het virus, en die patiënten onvoldoende hebben. Dat was belangrijk. Enerzijds omdat we dan beter konden begrijpen welk deeltje van het afweersysteem je echt nodig hebt om te vechten tegen het coronavirus. Het goede nieuws is dat dat kleine eiwitje ook bestaat in de vorm van een behandeling.”

5.000 Belgen

Zo hoopt de professor ook betere behandelingen te vinden tegen PID. “PID is nog onbekend. Dat is de belangrijkste reden waarom ik meedeed aan ‘Topdokters’. Mijn motivatie: die onwetendheid te doorbreken. We vermoeden dat er een 5000-tal Belgen die ziekte hebben en dat meer dan de helft daarvan nog niet gediagnosticeerd is. Bij een onbekende ziekte is er vaak ook onbegrip. PID heeft een grote impact op het dagelijkse leven van de patiënten, met veel schoolverzuim bijvoorbeeld. Door de onwetendheid te doorbreken hopen we dat de ziekte bespreekbaar wordt gemaakt in de scholen en de omgeving, zodat er meer begrip en meer ondersteuning is. In 2016 heb ik daarom het Bubble ID fonds opgericht. In de jaren zeventig noemde men PID het ‘Bubble Boy Syndroom’ omdat die patiënten zo gevoelig zijn voor infecties dat sommigen letterlijk in een bubbel leefden. Bubble ID verwijst ook naar het Engelse woord voor spraakballon. We willen PID-patiënten een stem geven.”

Piano spelen

Het hoeft niet gezegd dat het een heel druk jaar was voor de professor. “Voor corona hadden we het al druk, corona is er bovenop gekomen. Veel tijd om te ontspannen was er niet. Sinds een paar jaar speel ik weer piano. Dat is voor mij een heel belangrijke bron van ontspanning. Ook naar tentoonstellingen gaan of een goed boek lezen doen mij goed. Mijn verleden in Watou is hiervan een belangrijke inspiratiebron. Ik kan ook genieten van de natuur. Een hobby van mijn man is schapen houden, thuiskomen en wandelen tussen de schapen is voor mij een perfecte manier om na een drukke werkdag te onthaasten en tot rust te komen”, besluit dokter Filomeen Haerynck.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier