Jill Peeters strijdt voor ons klimaat met een nieuwe Canvas-reeks: “Of ik hoopvol ben?Ik ben euh, … gemotiveerd”

Jill Peeters: “We leven in een klein, dichtbevolkt land, ja. Maar op wereldniveau kunnen wij echt een verschil maken. We hebben verdorie net een oplossing voor malaria en dengue gevonden.” (foto Christophe De Muynck)
Bert Vanden Berghe

Toen ze als kind in Torhout woonde en naar de wolken keek, werd ze verliefd op het weer. Vandaag kijkt Jill Peeters nog steeds graag omhoog, al ziet ze naar eigen zeggen andere wolken. Donkere wolken ook. Het klimaat is stevig verstoord en daar zijn dringend oplossingen voor nodig. Met een reeks op Canvas stelt ze zich de vraag die we ons allemaal moeten stellen: wat houdt ons tegen om er iets aan te doen? “Ik ben nog steeds bezig met het weer, maar nog meer met weerbaarheid.”

“Vroeger waren er steeds twee vragen die altijd terugkwamen. Wordt het een goeie zomer? En krijgen we een witte kerst? Vandaag vragen mensen mij of ze een elektrische auto moeten kopen of zonnepanelen moeten leggen”, grijnst Jill. “Mensen voelen steeds meer dat het tijd is om iets te doen aan het klimaat, maar weten niet altijd goed hoe.” Het antwoord op die vele vragen is ironisch genoeg vrij eenvoudig, maar de weg ernaartoe is vaak complex. In ons gesprek én in haar Canvas-reeks flaneert Jill moeiteloos tussen optimisme en pessimisme, al houdt ze het naar eigen zeggen vooral liever bij realisme. Rauw bij momenten, brutaal eerlijk ook. Maar dat het nodig is om gezegd te worden, daar bestaat geen twijfel meer over. Want de overstromingen in de Ardennen van afgelopen zomer bewezen dat het niet langer een ver-van-mijn-bedshow is.

Je voert al langere tijd een strijd. Waar komt deze reeks nu vandaan?

“De vraag kwam er op een moment in mijn leven waar ik even genoeg had van de media en de polarisering die er rondhing. Hoe bitsiger het debat gevoerd werd, hoe succesvoller, zo leek het wel. Trek jouw plan, dacht ik. Want klimaat is een onderwerp dat zo mogelijk nog meer polarisering oproept dan de coronacrisis. Ik besloot mij te concentreren op ondernemers, met keynotes en workshops, hoe zij kunnen versnellen in de transitie naar een beter milieu. Eerder had ik al met Climate Without Borders weermannen en -vrouwen vanuit de hele wereld proberen samen te brengen om hun kennis te delen. Maar ik was meteen te vinden voor het idee van een docureeks. Het was alsof ze al jaren in mijn hoofd hadden gekeken.”

In de eerste twee afleveringen schets je de geschiedenis van de problematiek. Het is stuitend om te zien bij momenten.

“Dat is vooral gemaakt om te tonen aan de jonge mensen hoe we hier zijn geraakt. Het is niet omdat enkele slimme mensen pakweg vijftig jaar geleden het broeikaseffect erkenden, dat we wisten dat het hele systeem op de schop moest.”

Je kon als weervrouw ook niet langer langs de zijlijn staan kijken.

“Als je zoals ik doorheen de jaren de weerkaarten ziet veranderen, moét je je mond opendoen. Het weer hoort lieflijk en leuk te zijn – een zonnig weekend aan de kust, hoera! Maar als er zorgwekkende hittegolven en rampen plaatsvinden waarbij mensen stérven, kan je niet anders dan iets zeggen. Vandaag ben ik minder bezig met het dagdagelijkse weer, maar meer met weerbaarheid. En in de reeks heb ik kunnen aantonen dat er mensen zijn die effectief een verschil kunnen maken. Mensen die hun verantwoordelijkheid opnemen en hun kennis gebruiken om ons vooruit te helpen. En op politiek vlak? (blaast) Eerlijk, ik snap er niet veel meer van, al hebben we ze wel nodig.”

Het probleem met politiek is dat denken op lange termijn niet interessant lijkt.

“Terwijl iederéén bezig is met die lange termijn. Iedereen wil het later goed hebben en gezond zijn, en wil dat ook voor hun kinderen. Als we dat willen, moeten we nu iets doen. Het klimaat wordt steeds erger, extremer, lelijker, dodelijker ook. En dan is er ook de druk vanuit het zuiden. Ik sprak onlangs met een collega uit Qatar die het had over het nieuws van afgelopen zomer in Canada (een zogenaamde hittekoepel zorgde voor temperaturen tot net geen 50 graden, red.). Voor ons is dat dagelijkse kost, zei hij. Omdat ze daar compleet gedisconnecteerd zijn van de natuur. Slapen, leven, rijden en werken doen ze allemaal in airco. Weet je, ik zou het fijn vinden als mensen niet altijd naar hun telefoon kijken om het weer te checken, maar naar de lucht. Ah, de vliegtuigstrepen worden wat langer, straks krijgen we regen. De zwaluwen vliegen hoog, het wordt warm. Ik heb dat geleerd in de Vlaanders. Mijn papa, die groentehandelaar was in Torhout, gebruikte zijn gezond boerenverstand. Aan de geur van een erf merk je hoe vochtig het is. Je weet veel door te zien hoe de bloesems staan, hoe de wind waait… We zijn het verleerd om dat weer te lezen. En we moeten dat opnieuw leren, nu het weer steeds gekker gaat doen. Uit klimaatrapporten blijkt dat we ons moeten voorbereiden op het onvoorstelbare. Maar hoe doe je dat, je voorbereiden op het onvoorstelbare? Door te werken aan onze weerbaarheid, door onze kennis te verzamelen, door ondernemers en individuen daarin te ondersteunen. Nu is er een hele discussie aan de gang over energie, maar dat is vooral een politiek verhaal. Het gaat er eigenlijk vooral om hoe we omgaan met elkaar, onze gezondheid en hoe we opnieuw vertrouwen krijgen om die omschakeling te maken. (op dreef) We leven in een klein, dichtbevolkt land, ja. Maar op wereldniveau kunnen wij echt een verschil maken. We hebben verdorie net een oplossing voor malaria en dengue gevonden. We hebben hier zo ongelooflijk veel potentieel. Maar het komt dichtbij, kijk maar naar afgelopen zomer.”

“Crisissen zijn jammer genoeg nodig om ons gedrag te veranderen.” (foto Christophe De Muynck)
“Crisissen zijn jammer genoeg nodig om ons gedrag te veranderen.” (foto Christophe De Muynck)

Persoonlijk blijf ik het waanzin vinden dat in een land als het onze mensen letterlijk verdronken zijn in hun eigen woonkamer.

(knikt) “Daar kan je niet bij. Ik zat te wenen voor mijn televisie. En drie dagen daarvoor wisten we dat dat kon gebeuren.”

Drie maanden later lijkt niemand er nog wakker van te liggen. Nog altijd zijn er mensen die afhankelijk zijn van externe hulp. Dringt die hoogdringendheid dan wel nog door?

“Ik vond het vooral hallucinant te zien dat er discussies ontstonden over de verantwoordelijkheden van verschillende diensten. Het ging niet over de mensen? Willen we mensen redden of ons vastklampen aan die systemen? Maar dat besef bij mensen is moeilijk als je het bekijkt vanuit de exacte wetenschap, dat zich op cijfers en data baseert. Daarom ben ik mij gaan verdiepen in sociale wetenschap. Hoe werkt een gedragsverandering? Hoe komt het dat we wéten dat het slecht is, maar toch verder doen, net zoals bij roken? Hoe krijg je die mensen mee? Wel, dat gebeurt met schokken. Elke crisis zorgt ervoor dat we daarin vooruit gaan, altijd een procentje meer. Crisissen zijn nodig om meer mensen bewust te maken, jammer genoeg. En dat gaat traag.”

Te traag?

“Dat is de hamvraag. Vanuit die sociale wetenschap weet ik dat het traag gaat, en dat iedereen daarin zijn rol heeft. Maar het mag ook niet te traag gaan, want we zijn tijd aan het verliezen. De tijd is het enige dat echt tegen ons werkt momenteel. We mogen niet meer twijfelen. Maar als je aan mij vraagt: zie je het nog zitten? Dan zeg ik ja.”

Ben je hoopvol?

“Ik ben gemotiveerd. (grijnst) Hoop vind ik een moeilijke. Hoop is ook in een vingerknip weg en dan wordt het valse hoop. En valse hoop kan omslaan in wanhoop. Dat wil je niet. Ik heb dat ook meegemaakt. Ik ben heel wanhopig, angstig en depressief geworden.”

In West-Vlaanderen krijgen we het volgens de cijfers ook hard te verduren…

“Sowieso. Er liggen meerdere scenario’s op tafel. We hebben er ook aandacht voor in een aflevering. Gaan we een muur diep in de zee zetten? Of op de kustlijn? Of geven we die op en gaan we meer naar het hinterland? Het grootste probleem is dat het verstand er is, maar dat er niet met verstand van zaken beslissingen worden genomen. En dat er jarenlang getalmd wordt. Dat schept wantrouwen. Maar dat water komt op aan onze kust en we gaat het niet kunnen tegenhouden. Onze kustlijn ziet er straks helemaal anders uit. Je hebt nog tijd om een oplossing te vinden, maar het moet nu gebeuren.”

Met een muur in de zee gaan we het niet redden, vrees ik.

“Voor West-Vlaanderen maak ik me nu ook grote zorgen over de verzilting door het stijgend zeewater. Voor de landbouw is dat niet houdbaar. Er zijn veel slimme ideeën en oplossingen, maar ze worden niet ondersteund omdat het geen quick money is. Mijn vader heeft als groentehandelaar zijn laatste centen gestoken in het opstarten van zijn zaak. Toen hij een stuk grond kocht, nog voor ik geboren werd, waren er al geruchten dat hij onteigend zou worden. Dat is een enorme menselijke druk op een jonge ondernemer, die twijfelt om te gaan investeren. Die onteigening heeft uiteindelijk 25 jaar geduurd. Dat is de nagel aan de doodskist van mijn vader geweest. Daar gaat een menselijk leed mee gepaard. Nu ligt daar de oprit van de autosnelweg op.”

Hoe stond je vader in zijn laatste levensjaren tegenover het klimaat?

“Mijn papa was van Lier, mijn mama van Mechelen. Hij trok in de jaren 70 naar West-Vlaanderen omdat de markt van conserven en diepvriesgroenten hier enorm groeide. Mijn vader heeft een belangrijke rol gespeeld tussen landbouwers en fabrieken als Bonduelle en Marie Thumas. Mijn vader heeft nog meegemaakt dat schoolkinderen uit Torhout mee de oogst moesten binnenhalen omdat het veld te nat was voor de tractoren. Of dat het leger moest bijspringen om de oogst te redden. Mijn vader is er uiteindelijk mee gestopt, mijn moeder heeft toen een kinderwinkel opgestart in Torhout. Een tijdlang zijn we zelfs het grootste kledingmerk van het land geweest. Ik vroeg mijn moeder onlangs nog waarom mijn vader ermee gestopt was. Omdat hij vond dat landbouwers altijd aan het kortste eind trekken, zei ze. De grote mannen, die van de herbiciden en pesticiden, worden rijk. Maar zij die voor onze voeding zorgen, steken zich in de schulden. Ze zijn niet gelukkig, ze vinden geen opvolging… Ik kom vandaag weinig landbouwers tegen die blij zijn. Kijk maar naar die landbouwers rond de fabriek van 3M. Dat is een drama, hé. Wie moet hun groenten nog hebben? Onze eerste zorg moet naar de landbouwers gaan. Ik snap dat sommige onder hen heel boos worden als bepaalde producten geweerd worden. Want dan hebben ze nog meer plagen, nog minder oogst en nog minder inkomsten. We moeten dringend onze landbouwers herwaarderen, zeker als je die verzilting in het achterhoofd houdt. Tenzij we alleen maar zeewier en zeekraal willen eten straks. (lacht) Maar begrijp me niet verkeerd: er zijn al heel wat landbouwers die het anders proberen aan te pakken, maar dat is verdorie niet simpel. Ik heb het geluk om geboren te zijn in een omgeving met liefde voor weer en natuur. De natuur is veerkrachtig, maar we mogen ze niet verder kapotmaken. Voor ons land kunnen we daar de grootste winst maken: bij onze landbouwers. En weg met die intensieve veeteelt. Ik blijf bij mijn stelling dat we vlees, vis en zuivel als delicatessen moeten beschouwen. Zelf eet ik vooral plantaardig. Ik voel me beter en gezonder. En dat is net wat we allemaal willen.”

Theo Francken haalde stevig uit na die stelling over delicatessen. In de reeks komen ook geen actieve politici aan bod. Dat is geen toeval wellicht.

“Omdat het geen welles-nietesspelletje moest worden. Al Gore heeft het thema echt op de kaart gezet, maar het werd politiek uitgespeeld door de republikeinen omdat hij een democraat was. Diezelfde polarisering. Dat het tot één politieke tak behoort, is ook naar ons overgewaaid. Maar je kan toch niet tegen een gezonde lucht en een goeie gezondheid zijn?”

Hoe ga je zelf om met die strijd? Want mentaal voelt het soms als schreeuwen in de woestijn aan, veronderstel ik.

“Ik ben heel blij dat we deze docu in een team konden maken. Dat maakt het draaglijker. Want je zag tijdens onze uren durende interviews dat sommigen mensen echt gebroken waren. Omdat ze al jaren het gevoel hadden die strijd alleen te voeren. Ik moet heel erg voor mezelf zorgen, om op je vraag te antwoorden. Ik moet mezelf telkens weer herinneren wat mijn rol is. En dat is die complexe wetenschap, die chaos, in een verhaal te gieten zodat iedereen het begrijpt. Een paar jaar geleden had ik heel hard het gevoel dat het niet genoeg was. Nu weet ik dat ik geen hapklare oplossingen kan voorleggen, maar wel die context kan creëren waarin slimme mensen zich kunnen vinden en verzoenen om samen aan een oplossing te werken. We hebben hier in ons kleine land goeie ondernemers, fantastische kennisinstituten en de goesting om iets te doen. Wat houdt ons tegen?”

Iedereen denkt allicht dat ze op hun eentje het verschil niet kunnen maken. Of dat de wetenschap het wel zal fiksen.

“Dat is de illusie van de onmacht. Zo omschrijft iemand dat in de reeks. Maar we zijn machtiger dan we denken. Kijk maar naar die gasten die onlangs de Amerikaanse beurs op zijn kop hebben gezet, thuis vanachter hun computer. In de reeks komen mensen aan bod die hun kennis en ideeën hebben aangewend om een project op te starten om een verschil te maken. We hebben allemaal onze eigen specifieke eigenschappen om daar een rol in te spelen, in dit groter verhaal. Maar hoe langer we wachten, hoe moeilijker het wordt, zeker voor jongeren. Zij vragen zich nu al af wat voor wereld ze krijgen van ons. Ik zie soms de angst in hun ogen als ik met hen in gesprek ga. Hoe moeten wij nu naar de toekomst kijken, vragen ze zich af. Het wordt niet gemakkelijk, dat weet ik. Maar niemand heeft gezegd dat het makkelijk wordt.”

Je hebt drie dochters. Hoe kijken zij tegen die strijd aan?

“Die zijn natuurlijk mee in dat verhaal. Ik kook heel graag en corona gaf mij de tijd om dat plantbased eten te ontdekken. Als dochter van een groentehandelaar vertrek ik natuurlijk vanuit de wereld van groenten. Maar het is meer dan lekker eten klaarmaken, het is ook kijken waar ik bijvoorbeeld ijzer en proteïnen uithaal. Ik ben thuis de enige die zo eet. Ze eten mee, met daarnaast soms nog een stukje vlees of vis. Ik verwacht niet dat ze honderd procent vegan worden, maar ze krijgen uiteindelijk automatisch ook dat stukje bewustzijn mee. Mijn dochters zijn niet het type dat op de barricades gaat staan. Ik ben ook niet zo. Ik heb het niet zo begrepen op een grote massa volk. Maar ik wil wel voor mijn dochters de beste omstandigheden creëren waarin ze tot een betere versie van zichzelf kunnen uitstijgen. Dat is mijn taak als moeder. Misschien worden ze ook een voorvechter, bedenken ze iets dat de situatie vooruit helpt of schrijven ze een artikel over iemand, waarmee ze dan weer anderen inspireren. Het maakt niet uit, ze moeten vooral zelf hun weg vinden.”

‘Wat houdt ons tegen?’, vanaf maandag 25 oktober om 21.20 uur op Canvas en VRT NU.


Wie is Jill Peeters?

Jill Peeters (46) werd geboren in Roeselare, maar groeide op in Torhout. Ze studeerde geografie en meteorologie aan de KU Leuven en volgde ook Industrieel ondernemingsbeleid in Brussel. In 2000 kon ze als weervrouw aan de slag bij VTM. Twee jaar later maakte ze even de overstap naar VRT, maar van 2004 tot 2019 was ze opnieuw weervrouw bij VTM. De moeder van drie dochters focuste zich daarna op de klimaatstrijd. Eerder al richtte ze Climate Without Borders op, een internationale samenwerking tussen weermannen en -vrouwen. Vandaag wil ze ondernemers inspireren om de transitie naar een beter klimaat te maken.