Jens Dendoncker is terug na een donkere periode: “Ik ben nog altijd chronisch melancholisch”

Jens praat openhartig over zijn moeilijke periode: “Voor mij was het een evidentie om dat te vertellen, via mijn eigen kanaal. Wat was het alternatief ook? Verdwijnen? Een jaar niets laten weten?” © Christophe De Muynck Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Met twee programma’s dit najaar, een nieuwe theatershow en een boek in het vooruitzicht is het dezer dagen bijzonder druk voor stand-upcomedian Jens Dendoncker. Maar dat heeft hij naar eigen zeggen het liefst. Na een mentaal moeilijke periode staat hij er weer helemaal, klaar om het publiek opnieuw te omarmen zoals het publiek dat met hem deed. “Ik wou soms dat ik alles wat minder kapot relativeerde.”

Ik weet nu niet of je aan het zwanzen bent, zeg ik met bedenkelijke blik.

“Nee, echt waar”, zweert Jens. “Ik zou heel graag op termijn een hotel en attractiepark openen voor kleine tot middelgrote knaagdieren. Met onder andere een festivalcamping, met die kleine Quechua-tentjes en een minirollercoaster. Binnenkort heb ik een koppel chinchilla’s in huis. Twee mannetjes die ik geadopteerd heb, en die Winston en Churchill heten. Voor dat hotel heb ik zelfs al een pand op het oog in Antwerpen. En een naam: Hamsterdam.”

We praten al even serieus over de afgelopen jaren, zijn dromen en ambities, als Jens dat hotel er plots tussen gooit. De professionele grapjas hangt nochtans de hele tijd over de rand van de stoel. Ik vraag het op het einde van het gesprek nog eens: of hij écht niet aan het zwanzen is. We hebben het dan over zijn boek dat hij aan het schrijven is en ik pols naar wat hij zelf graag leest. Met gemak schudt hij namen als Bukowski en Baudelaire uit zijn mouw. “Is dat raar?”

“Ik link een knaagdierenhotel niet meteen aan Bukowski.”

Voor het eerst grijnst hij. “Mijn leven is een spreidstand, ja.”

Dendoncker, de komiek wiens no-nonsensestijl al jaren verfrissend is op het podium en op tv, is in werkelijkheid de rust en sérieux zelve. En een man waar we niet meteen hoogte van krijgen. De zelfverklaarde spreidstand is ook zichtbaar dit najaar op VTM, waar hij voor Even goeie vrienden de quizmaster mag spelen naast Julie Van den Steen, en in het spelprogramma Wie zoekt die wint de vrolijke sjarel mag uithangen die evenwel wat op de achtergrond blijft.

Daartussen komt ook ‘The Masked Singer’ geslopen, dat lijkt me alles samen wel slopend qua tempo.

“Het is wel efkes crazy, ja. Maar ik vind dat ook wel tof, dat het allemaal vooruit gaat. Als er geen tempo in zit, word ik daar nerveus van.”

Wanneer kan je weer even op adem komen?

“Ik denk dat ik in de zomer van 2024 nog een paar dagen aan één stuk kan pakken.”

Serieus?

“Min of meer. Maar ik vind dat niet erg. Bovendien is er altijd wel eens een verloren uur of een dag waarop ik zeg: vandaag doe ik niets.”

Wat ligt je meer: de rol van quizmaster of die van pure presentator?

“Goh. Het is sowieso onmogelijk met elkaar te vergelijken. Het ene is een gecontroleerde setting in een studio, het andere is eerder à l’improviste, maar het is allebei geestig.”

Bij comedy heb je doorgaans alles zelf in handen. Is dat niet vervelend bij een tv-programma?

“Nee. Als je lang televisie doet, ben je content om efkes weer je goesting te doen op een podium. Maar het geldt ook omgekeerd: als je lang op toer bent, ben je blij van met een team te kunnen samenwerken.”

Wat is voor jou de graadmeter om toe te zeggen op dit soort programma’s?

“Mijn eerste regel is altijd: wordt het leuk om te doen? Daarmee begint het. Maar ook belangrijk: wie gaat het concreet maken? Wie zijn de schrijvers, de redacteurs? Ken ik die gasten? Zijn dat toffe sjarels om maanden mee samen te werken? Nu, in alle eerlijkheid, ik heb het nog nooit meegemaakt dat ik op basis daarvan iets geweigerd heb. Het is ook nog nooit tegengevallen.”

Zo’n programma als ‘The Masked Singer’ is gezien de populariteit misschien nog een stapje hoger. Getwijfeld om toe te zeggen als presentator?

“Toch wel efkes. Als speurder kan je het programma een beetje ridiculiseren, of toch beklemtonen wat voor raren boel dat hier is. Terwijl je er nu een zeker sérieux moet bij trekken. Je moet er zijn op de belangrijke momenten en er niet de hele tijd flauwekul tussen smijten. Ze hadden gevraagd of ik een screentest wilde doen. Ik ben daar naartoe gegaan met het idee dat ze nog een man of dertig zouden uitnodigen. Ik heb mijn best gedaan, maar had er nooit op gerekend om uitgekozen te worden. Het was perfect oké om daar weer te zitten als speurder. Toen de vraag kwam, had ik dat echt niet zien aankomen.”

Jens Dendoncker: “Het is ook máár televisie, hé. Het is niet alsof ik kanker genees of scholen bouw.”
Jens Dendoncker: “Het is ook máár televisie, hé. Het is niet alsof ik kanker genees of scholen bouw.” © Christophe De Muynck Christophe De Muynck

Last van stress gehad?

“Vooraf ben je daar wat mee bezig en denk je eens: amai, er kijkt hier een miljoen mensen naar. Maar in die studio zorgt dat niet voor extra druk of zo. Je doet gewoon je ding.”

Misschien een rare vraag, maar ben je een tijd geleden gewoon weer gaan aankloppen bij de bazen van VTM of hoe ging dat in zijn werk?

“Min of meer. Sowieso zaten we al regelmatig samen om te zien wat de plannen of projecten waren. Zij zagen ook dat het op een gegeven moment echt niet goed ging. Een tijdje geleden gebeurde dan weer het omgekeerde: dat ik weer helemaal scherp was. Eigenlijk is dat vrij organisch gegaan.”

Nooit gevreesd voor je job?

“Ik ben altijd goed opgevangen geweest. Ze gaven mij meteen alle ruimte en tijd. Op dat vlak waren ze meer dan correct.”

Je bent volgens mij wel de eerste grote bekende kop die openlijk aangaf er de stekker even uit te trekken.

“Is dat zo?”

Het heeft in elk geval flink wat in gang gezet. Mentaal welzijn was zelden zo bespreekbaar.

“Dat is een proces dat al even bezig is. Kijk maar naar initiatieven als Rode Neuzen. Voor mij was het een evidentie om dat te vertellen, via mijn eigen kanaal. Wat was het alternatief ook? Verdwijnen? Een jaar niets laten weten? Het was ook nodig om het te vertellen, want in werkelijkheid worden er heel veel mensen mee geconfronteerd en is er ook de realiteit van de veel te lange wachtlijsten. Misschien gaan mensen door mijn verhaal wel sneller aan de alarmbel trekken. Als ik effectief een steentje zou hebben bijgedragen, is mijn opzet geslaagd.”

Je had ook kunnen zeggen: dit is volledig privé. Dat had vast niemand je kwalijk genomen.

“Klopt, maar het hoort er nu eenmaal wel bij. Je weet op voorhand dat dat de consequentie is als je iets doet in de media. Ik vind dat nog altijd raar: dat mensen willen weten wat je doet en hoe het met je gaat. Maar het zou ook hypocriet zijn als je alleen maar de geestigaard bent en het dan niet laat zien als het niet goed gaat.”

Zijn er reacties die je hebben verrast?

“Ik ga er niet over liegen: ik was vooral onder de indruk van de hoeveelheid aan berichten. Van mensen die met die problematiek geconfronteerd werden: bij zichzelf, partners, vrienden of familie. Ik durf niet zeggen hoeveel het er precies waren, maar het waren er duizenden. Ik snap ook dat mensen wilden laten weten dat ik niet alleen was. Chapeau ook dat ze dat durven doen. Of ik schrik had voor een stempel? Goh. Ik ben ruim een jaar lang mezelf niet geweest. Als daar een stempel bij komt, omdat mij dat is overkomen…” (haalt de schouders op)

Jens: “Een plan? Er is nog nooit maar een half plan geweest.”
Jens: “Een plan? Er is nog nooit maar een half plan geweest.” © Christophe De Muynck Christophe De Muynck

Heb je nooit gedacht: ‘fuck televisie of comedy, ik ga iets anders doen’?

“Nee, omdat het niets te maken had met mijn professioneel leven. Het enige wat wel zal meegespeeld hebben, is dat je altijd on edge staat. En dat het moeilijk is om dat af te bakenen, want het stopt nooit. Er schiet altijd wel een mopje of leuke insteek door mijn hoofd en voor je het weet ben je weer aan het schrijven. Terwijl je pakweg drie kwartier eerder zei dat het genoeg was voor vandaag.”

Lukt dat al wat beter?

“Dat is een proces en dat is nog altijd bezig. In het begin moet je dat een beetje forceren en tegen jezelf zeggen dat je niét naar je bureau gaat of niét op die ping op je telefoon gaat reageren. De ene keer lukt dat al beter dan de andere keer, maar sowieso al beter dan vorig jaar.”

Het helpt ook vast niet dat er veel ruis bij je werk komt kijken. Is dat lastig als pakweg een Instagram-post plots nieuws wordt of er twintig artikels geschreven worden omdat het gedaan is met je lief?

“Ja, dat is inderdaad niet iets waarmee je op de voorpagina van de krant wil staan. Maar je weet dat dat de consequentie is als je alle twee wat bekendheid hebt.”

Wegen de voordelen nog op tegen de nadelen?

“Ja, dat wel. Weet je wat het ook is? Mensen lezen dat wel, maar nobody gives a fuck. Iedereen is dat al vergeten nog voor ze het gelezen hebben. Het is ook maar Vlaanderen, hé. Rij een uur in eender welke richting en niemand herkent je nog. Het gaat ook allemaal nergens over.”

Kan je het beter relativeren dan vroeger?

“Ik kon dat altijd al goed. Te goed zelfs. Ik wou dat ik het wat minder kapot relativeerde. (denkt na) Misschien wou ik soms wel dat ik kon geloven dat het iets betekende. Maar met relativeren heb ik nooit een probleem gehad. Integendeel.”

Je werkt nu al vijf jaar voor televisie, maar als kijker voelt het precies al veel langer.

“Voor mij ook, maar dat is omdat we echt al veel leuke dingen hebben gedaan. We hebben al heel hard gewerkt, maar ook veel gelachen. Wat ook inherent is als je vaak iets met comedy doet.”

Kan je er nog van genieten?

“Op vlak van televisie komt dat genieten vooral voort uit het samenwerken met een ploeg. Daar haal ik het meeste voldoening uit.”

Had je pakweg vijf jaar geleden durven denken aan waar je vandaag staat? Of was dat altijd deel van het plan?

“Er is nooit maar zelfs een half plan geweest. Er zijn altijd zaken op mijn pad blijven komen. En nee, ik zou het niet anders aanpakken. Of misschien één ding, maar dat heeft niets met de zender of programma’s te maken. Het management waar ik nu bij zit, daar had ik veel vroeger moeten voor kiezen.”

Als je pakweg in Nederland vertoeft, wat zeg je dan dat je beroep is? Comedian of presentator?

“Ik zeg meestal dat ik op de boekhoudafdeling van een grote viswinkel werk. Of dat ik in zonnepanelen doe, dat soort zever. Soms zeg ik het wel, maar blijf ik eerder aan de oppervlakte: dat ik gewoon voor televisie werk. Ik heb geen zin om dat allemaal uit te leggen.”

Veel extra commotie wil je er niet rond, hé?

“Het is ook máár televisie. Ik ben geen kanker aan het genezen of scholen aan het bouwen, hé.”

Toch maak je ook een verschil door mensen te laten lachen. Voelt het nog steeds zo nuttig aan?

“Ik moet mezelf dat soms eens voorhouden, ja. Mensen willen een goeie avond, dat is toch ook iets waard.”

Je zei daarstraks dat je aan een nieuwe show schrijft. Wanneer mogen we die verwachten?

“Ten vroegste eind volgend jaar, of januari 2024. Ik zet nu wat dingen op papier. Een rode draad heb ik nog niet echt, ik laat dat wat organisch groeien. En als het kluchtig genoeg is, weten we dat bij de eerste try-out. Sinds een paar maanden heb ik weer zin om te schrijven. Nu is het efkes te druk, maar het komt wel. Want de goesting is er weer.”

En de stress ook?

“Stress is veel gezegd, maar het is toch lang geleden. En nieuw materiaal is altijd spannend om te brengen.”

Kan je al iets kwijt over je boek ‘Ik mag er niet aan denken’?

“Nog niet veel. Het is in zekere zin autobiografisch, maar qua stijl iets anders dan je zou verwachten. In het begin was dat echt een opdracht en was ik zeer onzeker over dat schrijven, maar ik heb al een paar dingen geschreven waar ik content van ben. Dat sterkt mij wel.”

Heb je nog bepaalde ambities?

“Een tweede comedyshow en dat boek. Voor de rest heb ik geen bucketlist of zo. Ik wil niet per se uit een vlieger springen of met dolfijnen zwemmen.”

Mag ik vragen of je gelukkig bent vandaag?

“Gelukkig? Euh, ja, ik denk het wel. Ik geloof dat ik op mijn plaats zit.”

Zou je het zeggen als het niet zo was?

“Ja, ik zou daar niet over liegen. Ik zie daar ook het nut niet van in. Euhm… (denkt na) Maar ik ben wel nog altijd chronisch melancholisch. Maar dat heeft voor mij niets te maken met gelukkig zijn. Dat zit nu eenmaal in mijn karakter. Dat hangt er niet mee samen.”

Is er tenslotte iets waardevols dat je onthoudt uit de afgelopen periode?

“Dat alles over gaat. Alles heeft een begin en alles heeft een einde. En het passeert wel.”

‘Even goeie vrienden’, van maandag tot donderdag om 21.55 uur bij VTM.

‘Wie zoekt die wint’, dit najaar bij VTM.


Jens Dendoncker in het kort

Jens werd geboren op 26 juli 1990 in Moen en won al verschillende comedyprijzen. In 2017 stelde hij zijn eerste zaalshow voor en begon hij ook voor televisie te werken. Met zijn programma Hoe zal ik het zeggen? won hij een internationale Emmy-award. Hij dook ook op als jurylid in onder meer Belgium’s Got Talent en The Masked Singer. Voor dat laatste mag hij volgend jaar de presentatie voor zijn rekening nemen. Toen hij door een moeilijke periode ging, brak hij een lans voor mentale gezondheid. Dit najaar is hij te zien in twee nieuwe programma’s en werkt hij ook aan een boek.

Lees meer over: