Björn Soenens is kankervrij verklaard: “Ik heb een tweede kans gekregen. Die wil ik met beide handen grijpen”

Philippe Verhaest

Liefst 200.000 sigaretten heeft hij de voorbije veertig jaar gerookt. Minstens. Toen Björn Soenens (55) goed twee maanden geleden te horen kreeg dat hij longkanker had, kwam die diagnose niet helemaal als een verrassing binnen. Na een zware operatie is ‘onze’ warme en vertrouwde stem uit de Verenigde Staten klaar om de draad van zijn oude leven opnieuw op te pikken. “Het heilige vuur is allesbehalve gedoofd.”

Kanker. Het woord telt amper zes letters, maar schudt elke dag het leven van tal van Belgen stevig door elkaar. Kom op tegen Kanker becijferde dat in 2020 liefst 68.782 landgenoten te horen kregen dat ze het tegen de sluipmoordenaar moesten opnemen. Dat zijn er 188 per dag, acht per uur.

Aan de andere kant van de Atlantische oceaan kreeg Björn Soenens dezelfde diagnose onder de neus geschoven. Cancer. Evenveel letters, een even hard verdict. Maar dik twee maanden na het nieuws dat zijn leven in een vingerknip op pauze zette, ziet de wereld er weer compleet anders uit voor de Amerikacorrespondent van onze openbare omroep. De tumor op zijn longen is succesvol verwijderd, het herstel is (grotendeels) achter de rug.

Björn glimlacht wanneer we hem zeggen dat hij er echt goed uitziet. “Dankjewel”, glundert hij, nippend van een schuimende cappuccino in een koffiebar aan de voet van het Gentse Gravensteen. “Ik voel me ergens ook herboren.”

Laat ons beginnen met de meest eenvoudige en tegelijk moeilijkste vraag ter wereld: hoe gaat het?

“Uitstekend. Al was de voorbije periode ook erg verwarrend. Wat er de afgelopen zeventig dagen allemaal op me is afgekomen, het is moeilijk te bevatten. Het was een echte rollercoaster: ik ging van kerngezond naar kankerpatiënt, onderging een zware operatie en moest daarna herstellen. Ik zag mensen zich in gedachten afvragen hoe lang ik het nog zou trekken. Het zwaard van Damocles bengelde boven mijn hoofd, maar ik heb nooit de moed verloren. Geen seconde. Vandaag ben ik ook kankervrij verklaard. De tumor is weggesneden en ik had godzijdank geen uitzaaiingen op de lymfeklieren. Ik hoefde dus geen chemotherapie of bestralingen te ondergaan. Mijn eerste check-up is pas eind oktober.”

Een stressy momentje, kan ik me voorstellen.

“Neen. Ik heb van nature niet veel last van stress, ik neem de zaken zoals ze komen. Zoiets moet je aanvaarden. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik moest vechten tegen de kanker, wel tegen de teleurstelling dat het je overkomt.”

“Tabak was vroeger overal. In het Sint-Jozefscollege in Izegem mochten we vanaf het vierde jaar op de speelplaats roken”

Hoe is de longkanker aan het licht gekomen?

“Midden maart was mijn zoon Gilles, chirurg in opleiding aan het UZ Gent, bij ons in New York op bezoek. De laatste dag voelde ik me wat ziekjes en na ons afscheid heb ik haast een hele dag geslapen. Iets wat ik eigenlijk nooit doe. Toen ik wakker werd, had ik een afhangend oog en een luie tong. Ik moest die dag vermoedelijk live op televisie, dus besloot ik om zo snel mogelijk mijn huisarts te raadplegen. Die vreesde meteen voor een beroerte en stuurde me naar de spoedafdeling van het Brooklyn Hospital Center. Daar namen ze meteen een scan van mijn hoofd en hielden ze me drie dagen in observatie. Een uur na de eerste CT-scan kwam een van de vele artsen mijn kamer binnen. Je hoofd is oké, maar we hebben iets op je longen gezien, zei die. De scan had een stukje van mijn longen meegenomen en daarop was littekenweefsel van drie centimeter op de top van mijn rechterlong te zien… Het verdict wees richting longkanker.”

Wat deed dat me je?

“Zoiets overkomt je. Ik ben erg snel teruggeplooid op mijn rol als reporter en waarnemer. Al mijn hele leven doe ik verslag, nu dus ook van mijn eigen kankerdiagnose. Zo kon ik het vrij snel een plek geven en was ik vooral aan het denken aan het parcours dat voor me lag. Ik heb het hele proces erg nuchter bekeken en besloot om het ook te delen met de wereld. Zowel met mijn dierbaren als het brede publiek. Daarom heb ik zeven weken lang verslag uitgebracht op Radio2.”

Had je ooit gedacht dat kanker jou kon treffen?

“Het zit ergens in je achterhoofd dat het leven kan toeslaan. Mijn leven is een ratrace. Ik hol van de ene deadline naar de andere, er is altijd druk… En ik rook al sinds 1984, bijna veertig jaar. Als kind leed ik ook aan astma en had ik last van allergieën. Ergens diep in je brein weet je dat het kan gebeuren. Ik groeide op in een tijdsgeest waar sigaretten doodnormaal waren. In het Sint-Jozefscollege in Izegem mochten we vanaf het vierde jaar op de speelplaats roken. Sigaretten en tabak waren overal, zelfs Eddy Merckx maakte ooit reclame voor een sigarettenmerk, R6. Dat kan je je nu niet meer voorstellen. Rationeel bekeken wist ik dus maar al te goed dat dit me kon overkomen. Ik heb het uitgerekend: sinds mijn zestiende heb ik minstens 200.000 sigaretten opgestoken. Dan weet je het wel. Toen het nieuws bekend raakte, heeft Daan Stuyven, de bekende zanger, me een mailtje gestuurd. Om me een hart onder de riem te steken en me te zeggen dat hij in zijn leven 860.000 sigaretten heeft gerookt. Nu vapet hij. Helaas: vapen is zo mogelijk nog ongezonder dan roken.”

Wie is Björn Soenens?

Björn Soenens (geboren op 25 april 1968 in Roeselare) is getrouwd met Emma Bruggeman en papa van Gilles (28) en Hannah (26). Hij is de zoon van de in 2018 overleden Emmanuel Soenens en Rosa Verstraete (83) en broer van Jürgen, die in Waregem woont. Björn groeide op in Ingelmunster.

Hij heeft een licentiaatsdiploma vertaler Engels-Frans en een master in de internationale politiek aan de Universiteit Antwerpen op zak. Björn ging in november 1991 bij de VRT aan de slag. Van 2013 tot 2016 was hij hoofdredacteur van Het Journaal, sinds 2017 werkt hij als Amerikacorrespondent en woont hij in New York City.

Jij bent meteen na je diagnose gestopt. Hoe moeilijk was dat?

“Mijn laatste sigaret heb ik aan de ingang van het ziekenhuis gerookt, niet wetende dat er een tumor op mijn longen zat. Het klinkt misschien vreemd, maar ik heb geen enkele moeite gehad om vanaf toen sigaretten links te laten liggen. Mijn lichaam had ook geen nood aan nicotine, bij mij ging het om zeer diep ingesleten verslaving. Wie rookt is een junkie, zo simpel is het. Een sigaret is gezellig, neemt de spanning weg, bevordert mijn creativiteit… Dat maakte ik mezelf wijs. Mijn laatste twee pakjes heb ik in New York op straat gelegd, waar een toevallige passant ze kon vinden. Een soort afscheidsritueel, zeg maar. Ik heb zo’n app, QuitNow heet die, op mijn telefoon gezet: sindsdien heb ik al duizend sigaretten niet meer gerookt.”

Hoe kijk je nu naar rokers? Zal je hen op de gevaren wijzen?

“Van mijn kanker zijn velen geschrokken. Ik ken er die ook niet meer roken. Maar ik voer geen kruisvaart. Mijn schoonmoeder is negen jaar ouder dan ik en rookt al meer dan veertig jaar. Ik heb haar gezegd dat ze haar sigaretje in mijn bijzijn absoluut niet moet laten. Ik wil geen moraalridder zijn die met het vingertje staat te zwaaien. Tabak is een risico, dat weet iedereen die eraan begint. Het is emotie, verslaving… Daar kan geen redelijk verstand tegenop. Je mag nog zoveel foto’s van zwartgeblakerde longen op de pakjes zetten, mensen zullen blijven roken. Al weten we allemaal dat je er je gezondheid mee naar de kloten helpt.”

© © VRT

Je bent voor je behandeling naar België teruggekeerd. Bewust?

“Dat had enkele redenen. In de Verenigde Staten zijn ziekenhuizen verschrikkelijk duur en in België is de gezondheidszorg absolute wereldtop. Mijn zoon Gilles raadde me ook aan om me in UZ Gent te laten opereren. Daar lopen topdokters en prima chirurgen rond. Ook de nabijheid van mijn familie speelde een grote rol. Op zulke momenten wil je je geliefden het liefst zo dicht mogelijk bij je. Geen 6.000 kilometer en grote oceaan ver weg.”

De arts die je opereerde heb je omschreven als de vrouw die je leven gered heeft.

“Dat is ook zo. Liesbeth Desender heet ze, van onze West-Vlaamse westkust afkomstig. Een prille veertiger die gespecialiseerd is in niet-invasieve thoracale chirurgie. Ze heeft onder mijn oksel een incisie van amper 5,5 centimeter gemaakt en via die weg een derde van mijn rechterlong verwijderd. Het blijft me verbazen waar onze medische wereld toe in staat is. Dertig jaar geleden zou mijn hele borstkas zijn opengesneden… Dokter Desender is mijn engelbewaarder. Ik ben haar zeer dankbaar.”

Hoe belangrijk was het om je familie rond je te hebben?

“Een niet te onderschatten factor. De steun die ze mij gegeven hebben… Ook veel vrienden leefden met me mee. Nu weet ik héél goed bij wie ik diep in het hart zit. En omgekeerd.”

Je deelde op je sociale media ook een pakkende foto van je mama op de rand van je ziekenhuisbed.

“Dat was op 20 april, net na mijn operatie. Mijn mama Rosa en mijn broer Jürgen waren bij de eersten die me na de ingreep konden bezoeken. Je kan niet geloven hoe groot mijn bewondering voor Moeke Rosa is. Ze is van 1939 en het toonbeeld van mateloze liefde. Het klinkt misschien vreemd, maar mijn ziekte heeft haar levenskracht gegeven. De zorgende mama is helemaal terug. Dat was ze al haar hele leven, maar hoe ze zich om mij bekommerde… Daar zijn geen woorden voor. Vijf jaar geleden werd ze zelf met the big C geconfronteerd: een agressieve mondkanker. Ze heeft in coma gelegen, maar spartelde erdoor. Mama weet als geen ander wat kanker met een mens doet. Ook het feit dat ze me zag herstellen, deed haar zichtbaar deugd. Was ik terminaal geweest, had ook zij mijn ziekte niet overleefd.”

“Ik wil geen moraalridder zijn die met het vingertje staat te zwaaien”

Jullie hebben een ijzersterke band, zoveel is duidelijk.

“We bellen elkaar elke dag. De ene keer lang, een andere keer enkele minuutjes. Weet je, tot voor mijn kankerdiagnose had mama nog nooit zélf gevideobeld. Maar nu? Waw! Begin oktober wordt ze 84, maar haar levenslust is ongehavend. Mama is, net als mijn vrouw Emma en de rest van mijn familie, erg belangrijk voor me.”

Heeft dit hele verhaal jou veranderd?

“Ik ben milder geworden voor de mensheid. Aan de andere kant kan ik nog minder tegen al te veel oeverloos gezaag en geklaag over onze maatschappij. Count your blessings. Dat doe ik al mijn hele bestaan. Het is niet zo dat ik nu veel bewuster in het leven sta, die denkende natuur had ik al. Maar ik merk wel dat ik , door openlijk over mijn longkanker te praten, voor veel mensen het verschil kan maken. Daarnet nog, op weg naar deze afspraak hier, werd ik op de tram door de bestuurder aangesproken. Hij herkende me en zei me dat hij en zijn familie veel steun haalden uit mijn wekelijkse updates op Radio2. Zijn zus vecht ook tegen kanker, meldde hij me. Hij was blij dat het voor mij goed kwam en hoopt op genezing voor zijn zus. Zulke verhalen raken me, en het zijn er heel veel.”

Die mensen zullen blij zijn om je straks weer te zien en te horen.

“Zelfs van beruchte internethaters en -trollen kreeg ik berichtjes om me beterschap te wensen. Dat ik snel weer gezond mocht worden. Blijkbaar haalt kanker het beste in de mens naar boven. Ik heb een tweede kans gekregen, die wil ik met beide handen grijpen. Opnieuw dingen aan de kaak stellen, hard werken, maar ook van het leven blijven genieten. Op een gezonde manier.”

Je hebt zonder taboes over je ziekte verteld. Was dat moeilijk?

“Allerminst. Ik ben van nature een open boek, ventileren helpt me om de dingen een plaats te geven. De voorbije weken kreeg ik hónderden reacties. Van lotgenoten, maar ook van dokters die elke dag opnieuw kanker bestrijden. Zij hebben me bedankt om zo eerlijk te zijn. Ik kreeg zelfs de vraag of ik het gezicht wil zijn van een campagne om rokers tussen de 50 en 80 jaar aan te sporen om zich te laten controleren. Ik heb meteen ingestemd. Het is als bekende mens mijn morele plicht.”

Hoe was het trouwens om je job ‘on hold’ te zetten? Iedereen weet dat je beroep je passie is.

“Daar had ik verrassend genoeg geen moeite mee. Mijn lichaam kon het na de operatie ook even niet. Pas op, ik ben de actualiteit blijven volgen, zowel hier als in de States. Gelukkig is er niets wereldschokkends gebeurd om iemand ter plaatse te sturen. Dan zou het me toch pijn gedaan hebben dat ik er niet kon staan. De aard van het beestje, hé. Mensen zeggen me ook dat ze mijn stem en gezicht missen. Mooi, maar je weet: de kerkhoven vol liggen met onvervangbaren.”

Wanneer ga je weer aan de slag?

“Nu zondag nemen we het vliegtuig naar New York, maandag start ik opnieuw op. Dinsdag is trouwens D-day, de dag dat de geallieerden in Normandië geland zijn om de Duitse bezetter terug te dringen. Wel, ik land straks weer in de Verenigde Staten. Mijn hele ziekteverloop zit vol symbolische data. Op 22 maart kreeg ik de diagnose, de dag dat terroristen in 2016 in ons land dood en vernieling zaaiden. En op 8 mei, Bevrijdingsdag, werd ik – voorlopig – kankervrij verklaard.”

“Ik heb zo’n app, QuitNow heet die, op mijn telefoon gezet: sindsdien heb ik al duizend sigaretten niet meer gerookt”

Heb je je werk gemist?

“De pauze was ergens wel goed, want ik ben 6,5 jaar quasi non-stop aan het werk geweest. Tegelijk is het mijn roeping: als journalist wil ik verhalen vertellen. Al durf ik niet zeggen dat ik de rest van mijn carrière in Amerika zal blijven. Ik heb heus ook talent voor andere onderwerpen.”

Liggen die talenten in België?

“Vermoedelijk. Emma en ik blijven sowieso nog tot na de eedaflegging van de volgende president (20 januari 2025, red.). Daarna zien we wel. Weet je, met onze verblijfsvergunning mag mijn vrouw in de States niet werken, ze cijfert zich al bijna zeven jaar voor me weg. Zij heeft ook nog recht op een loopbaan.”

Ligt je thuis hier of over de grote plas?

“Momenteel toch in New York. Onze spullen liggen daar, we hebben er onze hechte vriendengroep die ons ook mist. Het zal goed doen om weer in onze oude routines te kunnen vallen. Neerploffen op mijn favoriete stoel, ons zachte bed voelen, de bekende gezichten in onze buurt in Brooklyn weer zien… We hebben de afgelopen tijd te veel uit koffers geleefd. Zenuwslopend als je ook herstelt van kanker.”

En straks de laatste rechte lijn richting de presidentsverkiezingen van november volgend jaar verslaan.

“Ik graaf liever dag aan dag wat dieper. Niet alleen bij een kiescampagne, die vaak een circus is. Het lot van de gewone Amerikaan fascineert me, die verhalen wil ik straks opnieuw naar Vlaanderen brengen. Los van het hijgerige, de waan van de dag. Maar het spreekt voor zich dat ik de race richting Witte Huis weer front row zal volgen. En er het hele land voor zal afreizen. Twee staten heb ik nog niet bereisd: Nebraska en Hawaii. Voor ik de Verenigde Staden ooit verlaat, wil ik ook die van mijn lijst kunnen afvinken.”

Hoe schat je de kansen in?

“Voorspellen is aartsmoeilijk. In 2016 was ik zowat de enige Amerikakenner die zei dat Trump zou winnen. Er ging toen een golf van woede en verontwaardiging over het land, iets wat volgend jaar ook in ons land dreigt te gebeuren. Nu kan Trump zeker weer een prominente rol spelen en zelfs de Republikeinse kandidaat worden. Maar zijn droom van een nieuwe ambtstermijn zie ik niet meteen gebeuren. Daarvoor stoot zijn discours te veel gematigde mensen af.”

“De arts die me geopereerd heeft, Liesbeth Desender, heeft mijn leven gered”

Waar droom jij nog van?

“Het cliché: elke dag gezond wakker worden. Onlangs las ik het driejarige dochtertje van mijn schoonzus een verhaaltje voor. Cézanne heet ze. Je kan niet geloven hoe hard ik daarvan genoten heb. Ik wil er ook voor mijn eigen mogelijke nakomelingen zijn en me op professioneel vlak verder kunnen uitleven. Het heilige vuur is allesbehalve gedoofd.”

Wat mogen we je nog toewensen, Björn?

“Laten we de vraag eens omdraaien. Ik wil mijn medemensen nog iets meegeven: een prachtige zin van de Engelse dichter Philip Larkin. Laten we lief zijn voor elkaar, zolang het nog kan. Ja, de wereld kan op een simpele manier mooi zijn!”

Lees meer over: