Leen Demaré: “Radio maken is voor mij een veilige haven”

Leen Demaré: “Ik vertoef graag in Oostende. Het is hier echt een stad.” © Davy Coghe
Hannes Hosten

Op 19 januari werd Leen Demaré 60 jaar. Na meer dan 35 jaar als radiostem is ze voor veel mensen een stuk van het huishouden geworden. “En ik doe het nog elke dag graag”, vertelt ze. “Ik denk dat ik destijds als een van de eersten radio maakte op een heel relaxte, persoonlijke manier. Toen was dat not done, nu doen velen het zo.” Van maandag tot donderdag is Leen elke avond te horen is op Nostalgie, in het weekend vindt ze vaak rust in Oostende.

Het is al een eeuwigheid geleden dat Leen nog op de Mercator was, maar de zee maakte altijd deel uit van haar leven. “Ik heb nooit in West-Vlaanderen gewoond, maar mijn beide ouders zijn West-Vlamingen. Vader was van Lissewege, moeder komt uit Torhout. Ze verhuisden naar Vlaams-Brabant omdat mijn vader als ingenieur bij de VRT werkte. Maar de familie woont in West-Vlaanderen en zo kwamen we hier vaak terug. Ik begrijp en spreek ook West-Vlaams. Mijn ouders hadden lang een tweede verblijf in Oostduinkerke en hebben er de laatste 20 jaar ook gewoond. Mijn vader is overleden, maar mijn moeder verblijft nog in een rusthuis in Koksijde. En ik kocht drie jaar geleden een tweede verblijf in Oostende.”

Waarom Oostende?

“Een vriendin die ik al ken sinds mijn 14 jaar, woont in Oostende. De laatste jaren zie ik haar weer veel en ik vertoef hier graag. Oostende is echt een stad. Je hebt hier alles: lekker eten, leuke cafeetjes en winkels, een cinema, cultureel leven… en natuurlijk de zee. Ik kom hier heel veel. Zelfs als het regent, valt hier wat te beleven. En de verbinding is goed. Vanuit Vilvoorde sta ik hier in een dik uur. Even dacht ik eraan om in Oostende te komen wonen, maar omdat ik elke dag in Antwerpen moet zijn, is dat toch niet ideaal.”

Word je herkend als je op de zeedijk wandelt?

“Vroeger werd ik op straat herkend, nu veel minder. En daar ben ik niet rouwig om. Toch gebeurt het nog wel eens dat ik mensen naar me zie kijken en vervolgens naar elkaar zie lachen. ‘Die hebben me herkend’, denk ik dan. Als ik praat, word ik wel nog regelmatig herkend.”

Jij raakte eerder toevallig in de ether verzeild.

“Ik studeerde rechten en dacht eraan iets juridisch te doen bij een bedrijf. Maar halfweg de jaren 80 was er weinig werk en mijn vader wees me erop dat er vacatures waren bij de radio. Ik raakte door het examen en mocht via een nepstatuut voor een jaar aan de slag als regisseur-omroeper. Dat was in 1985. En intussen maak ik nog altijd radio. Dat gaat zo in het leven hé.”

Voelde je meteen dat dit iets voor jou was?

“De eerste keer was ik enorm zenuwachtig. Maar ik voelde inderdaad vrij snel aan dat ik het graag deed. Ik ging heel snel vanuit de buik radio maken. Ik vertel vanuit mijn eigen leven, daarom niet heel persoonlijk, maar wel over wat ik zie en meemaak. Ik weet nog dat ik in het ochtendprogramma op Radio 1 vertelde dat er plots een vlieg door de studio vloog en mij afleidde. Toen hoorde dat niet. ‘Leen, waarover was jij nu bezig?’, vroegen ze me. Een radioprogramma was tot dan toe niet echt aan een presentator gebonden. Maar ik evolueerde verder naar dit soort persoonlijkheidsradio en toen we startten met Donna deden we daar bijna niets anders meer. Vroeger werd op dit genre neergekeken, maar nu hoor je het bij vele zenders.”

Intussen maak je al meer dan 35 jaar radio.

“Voor veel mensen ben ik een stuk van het huishouden geworden en daar ben ik wel trots op. Ik presenteerde zowat overal: bij Radio 1, Donna, bij 4fm, het latere JOE fm, nu bij Nostalgie, occasioneel eens Radio 2 en Studio Brussel… Enkel Klara heb ik nooit gedaan. Ik groeide nochtans op met klassieke muziek en ben een grote Klara-luisteraar.”

Zou je nog graag eens overstappen naar Klara?

“Ik ga nu blijven waar ik ben (lacht). Ik ben nu 60 geworden en kan op mijn 66ste met pensioen. Ik hoop zeker tot dan en liefst nog wat langer te kunnen doorgaan. Ik doe het nog elke dag graag. Nostalgie is ook een leuke zender om voor te werken. Ik mag mij ook moeien met de zender zelf en dat wordt erg geapprecieerd. Baas zou ik nooit willen zijn, daarvoor ben ik te chaotisch. Maar ik reik wel graag ideeën aan die anderen dan mogen uitwerken. De baas moet beslissen, maar ik vind het leuk om mee te brainstormen.”

Ooit gedacht om iets anders te doen dan radio maken?

“Ik vond het helemaal niet oké dat ik in 2019 bij JOE fm aan de deur werd gezet. Toen zat ik zonder werk en moest ik wel uitkijken naar iets anders. Ik volgde toen een opleiding tot bemiddelaar. Bemiddelen bij conflicten, familiaal of voor een stadsbestuur bijvoorbeeld, zou me goed afgaan. Als vrienden met iets zitten, komen ze nogal eens bij mij. Ik ben empathisch, kan goed luisteren en ben ook goed in het analyseren van een situatie om tot een oplossing te komen.”

Maar uiteindelijk werd het toch weer radio.

“Ik zou die job wel gedaan hebben, maar toen kwam Nostalgie. Ik was blij dat ik toch weer radio mocht maken. Voor mij was dat een veilige haven. Ik weet dat ik het goed kan en graag doe. Dat geeft een zekere rust, ook al is er soms heel veel werk.”

We zijn hier op een schip. Heb je ook iets met boten?

“Toen ik geen werk had, volgde ik een cursus om met een boot op de binnenwateren te varen. Maar ik legde uiteindelijk mijn examen niet af. Ik ben heel graag op het water, hou van het geluid van de golven. Maar laat ons zeggen dat ik graag iemand zou kennen die een boot heeft (lacht).”