Op de Mercator met journalist Pieter Blomme: “De zee geeft je een gevoel van vrijheid”

Pieter Blomme: “Ik zou nergens anders meer willen wonen dan in Oostende.” © Davy Coghe
Hannes Hosten

Pieter Blomme (43) is adjunct-hoofdredacteur van de krant De Tijd. Die drukke job in Brussel belette hem niet om drie jaar geleden, na jaren in Brussel en Gent te hebben gewoond, terug te keren naar zijn geboortestad Oostende. “Het was thuiskomen na vele jaren omzwervingen”, zegt hij. “Ik zou nergens anders meer willen wonen.”

Het is jaren geleden dat hij nog op de Mercator was, maar zijn liefde voor Oostende is er niet minder om. “We mogen trots zijn op onze stad”, vindt Pieter, die hier geboren werd, opgroeide en naar school ging. “Ik heb het me nog geen moment beklaagd dat ik ben teruggekeerd. Voor mijn werk moet ik nu wel vier keer per week naar Brussel rijden. Mensen vragen me soms of ik daar niet tegen op zie. Vroeger gingen we in weekends en vakanties zoveel mogelijk naar de kust. Nu doe ik voor mijn werk het omgekeerde, maar echt waar: ik heb het ervoor over. Onderweg naar huis verwerk ik de voorbije dag in de auto. Tegen dat ik thuis ben, is mijn hoofd leeg. En het is leuk dan nog eens te kunnen uitwaaien aan zee. Als ik het lawaai van de meeuwen hoor en de zee ruik, dan ben ik thuis.”

Heb je iets met de zee?

“Je kan dat niet begrijpen als je niet van de kust bent, maar de zee trekt je echt terug. De zee geeft je een vrijheidsgevoel. Mijn grootvader zat in de Tweede Wereldoorlog anderhalf jaar in een Duits strafkamp omdat hij bij het verzet was. Na zijn terugkeer sliep hij nooit meer met de deur dicht en wou hij elke dag de zee zien. Omdat hij wist hoe belangrijk vrijheid is. Oostende is niet eindig, maar juist heel open. En dat komt door de zee. Mijn ouders hadden een strandcabine en ook die traditie zetten wij verder, samen met vrienden. Van zodra we kunnen, zitten we aan onze cabine.”

Wat was de aanleiding om terug te keren?

We wilden ooit terugkeren. En toen mijn dochter naar het eerste middelbaar moest gaan, vonden we het moment geschikt om te verhuizen. Spijtig genoeg viel die periode ook samen met de scheiding van mijn partner. Een moeilijke tijd, ook omdat het heel onverwacht kwam. Je wenst het niemand toe. Het was heel pijnlijk om mijn gezin uiteen te zien vallen en te weten dat je je kinderen de helft van hun jeugd niet meer zal zien. We hebben immers een week-weekregeling. Gelukkig kreeg ik veel steun van mijn ouders, mijn attente vrienden en mijn werkgever, die veel begrip toonde en me toelaat dat ik wat minder werk in de weken dat de kinderen bij ons zijn en wat meer in de andere weken. Het zijn zij die me erdoor hebben gesleurd. Mijn nieuwe vriendin Heidi en ik hebben nu een nieuw samengesteld gezin en dat vlot goed. De bladzijde is omgedraaid en ik pikte de draad van het leven weer op. Maar ik was content dat ik in die duistere periode in Oostende was, dicht bij familie en vrienden.”

Je werkt al je hele loopbaan bij dezelfde krant. Een jeugddroom?

“Het is een cliché, maar het was altijd al mijn droom om journalist te worden. Ik studeerde economie en nog een jaar journalistiek. In dat jaar liep ik stage bij De Tijd en ik mocht er blijven. Ik was eerst 16 jaar Wetstraatjournalist. In die jaren heb ik een hele reeks premiers versleten, van alle kleuren (lacht). Ik heb altijd graag geschreven, ben geïnteresseerd in alles wat er in de wereld gebeurt en vind het belangrijk om alles op een begrijpelijke manier uit te leggen, hoe complex het ook is.”

Sinds drie jaar ben je adjunct-hoofdredacteur. Mis je het schrijven niet?

“Het schrijven op zich niet, soms wel de zoektocht naar nieuws. Het speurwerk, de contacten met mensen… Een politieke crisis gaf me echt adrenaline. Ik denk aan de bankencrisis, voor veel mensen een angstige periode omdat ze voor hun spaargeld vreesden. Dan op de eerste rij mogen staan… is een enorme ervaring. Vandaag schrijf ik niet meer, maar moet ik journalisten aansturen en bepalen welke inhoud op welke dragers komt – app, site of krant. Dat vind ik minstens even leuk: ‘s morgens iets in gang steken en dat tegen ‘s avonds tot een goed einde zien komen.”

Vond je de bankencrisis de spannendste periode in je loopbaan als Wetstraatjournalist?

“Ja, maar er waren wel meer boeiende ervaringen. Ik mocht dikwijls mee met ministers naar het buitenland. Ik ben op alle continenten geweest en dat leert je de zaken wel in perspectief plaatsen. Eigenlijk hebben wij het hier nog zo slecht niet. Ook de 541 dagen regeringsvorming die in 2010-2011 leidde naar de regering-Di Rupo, was een journalistiek uitdagende periode. Wat ik ook nooit zal vergeten: toen ik na de terroristische aanslagen in maart 2016 met de fiets door Brussel reed. Een dode stad. Ik belde ook snel mijn kinderen op school, om hen gerust te stellen dat alles in orde was met hun papa die in Brussel werkte.”

Veel mensen informeren zich nu vooral via sociale media. Hoe kijk je daarnaar?

“Zoveel nieuws op sociale media is fake of opgeklopt. Het is onze taak om een leidraad te bieden, een filter te zijn op de ruis. Er komt zo veel op de mensen af. Het is echt belangrijk dat ze zich kwaliteitsvol kunnen informeren. Als mensen inzien dat wij hen correcte info geven, zullen ze ons wel blijven lezen. Er is zeker nog een belangrijke rol weggelegd voor de klassieke media. Maar het is absoluut knokken.”

Volg je ook het nieuws in Oostende?

“Ik wil zeker weten wat er gebeurt in mijn stad. Zo heb ik de discussie over het afschermen van vuurtoren Lange Nelle met interesse gevolgd. Het siert de Oostendenaars dat ze daar zo emotioneel op reageerden. Het toont aan dat ze betrokken zijn bij hun stad. Maar ik zag het toch ook van de andere kant. Er zullen altijd mensen uit het binnenland naar de kust komen wonen. We moeten harmonieus samenleven.”

Bio

Privé: geboren in Oostende op 21 mei 1979. Samen met Heidi Six, samen vier kinderen: Lina (14), Milo (12), Manon (21) en Gilles (19). Woont sinds drie jaar weer in Oostende na jaren in Brussel en Gent.

Opleiding en loopbaan: studeerde economie aan de VUB en journalistiek aan de Erasmushogeschool in Brussel. Werkt al sinds 2002 voor de krant De Tijd, eerst Wetstraatjournalist, sinds 2020 adjunct-hoofdredacteur.

Vrije tijd: sporten (fietsen, padel, voetbal, wandelen), vrienden zien en reizen.