Eefje ‘Sjokz’ Depoortere, superster in de gamingwereld: “Geef mij maar Brugge in plaats van Los Angeles”

Eefje Depoortere: “Ik ben de dood van mama nog altijd aan het verwerken. Wat had ik haar graag in het publiek gezien in het Sportpaleis.” © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Dit weekend presenteert ze de WK-finale van het immens populaire computerspel ‘Counter-Strike’, voor het eerst in het Antwerpse Sportpaleis én live te zien op VTM GO en VTM 4. Eefje Depoortere woont al jaren in Berlijn, maar keert nog graag terug naar Brugge. Al is dat wel lastig na de recente dood van haar moeder. “Zij was echt mijn anker, een fantastische vrouw.”

Wie is Eefje Depoortere?

Eefje (34) werd geboren in Brugge. In de gamingwereld staat ze bekend als Sjokz, geïnspireerd op een personage uit het spel Unreal Tournament. Ze heeft een diploma geschiedenis en journalistiek op zak. In een ver verleden werd ze ook Aardbeienprinses en was ze eredame op de Miss Style Belgium-verkiezing.

Eefje werkt en woont vandaag in Berlijn. Ze brengt voornamelijk verslag uit van Europese tornooien rond het populaire spel League of Legends. Dit weekend is ze host op de PGL Major, het wereldkampioenschap Counter-Strike, in het Sportpaleis.

Eefje heeft meer dan 50.000 fans op Instagram: @eefjah.


We zitten in de tuin buiten bij bompa Lucien, in een Brugse buitenwijk. Eefje is zichtbaar blij om weer thuis te zijn, al is ze in haar ouderlijke huis wat verderop amper binnen geweest de laatste tijd. Het is moeilijk, klinkt het aarzelend. Nog geen half jaar geleden overleed haar moeder, haar grootste supporter, steun en toeverlaat. De onverschrokkenheid en het enthousiasme heeft ze van haar geërfd, al konden hun werelden niet verder uit elkaar liggen. Heidi Hoppe, amper 57 toen ze stierf, was gemeenteraadslid, heel graag gezien en sociaal erg actief in haar omgeving.

Dochter Eefje staat dan weer wereldwijd op de grootste podia als presentatrice van e-sportwedstrijden. Doorgaans doet ze dat voor het spel League of Legends, maar momenteel presenteert ze de finale van het wereldkampioenschap Counter-Strike in het Antwerpse Sportpaleis, waarbij virtuele terroristen het opnemen tegen counterterroristen. Allerminst klein bier overigens. Want je weet het misschien niet, maar de gamingindustrie brengt wereldwijd méér op dan Hollywood én de muziekindustrie samen. Eefje, de perfecte combo van eloquent en elegant, is een heuse rockster als het op deze live-events aankomt, van interviews tot verslaggeving. Via haar sociale media bereikt Sjokz, zoals de meesten haar kennen, maar liefst honderdduizenden mensen, online kijken dan weer miljoenen mensen naar haar shows.

Naar verluidt had het nogal wat voeten in de aarde om die show in Antwerpen te laten doorgaan.

“Er werd een paar jaar voor onderhandeld, ja. Doorgaans zijn het steden als Parijs, Londen, Las Vegas of Dubai. Ik ben heel blij dat het hier is. Ik ben nogal chauvinistisch ingesteld en vertel ook altijd graag dat ik van België afkomstig ben.”

Je stond eerder al in het enorme Staples Center in Los Angeles. Is het Sportpaleis dan een kleine zaal voor jou?

“Eigenlijk niet. Alles vanaf 10.000 man is supergroot. Het Sportpaleis is extra tof, omdat ik vroeger ging kijken naar concerten van The Spice Girls of Backstreet Boys. En nu sta ik zelf op dat podium.”

Ben je dan nog nerveus?

“Minder en minder, omdat ik het zo vaak doe. Voor dit wel, omdat je het kan vergelijken met een basketbalcommentator die een voetbalwedstrijd becommentarieert. Je weet dat ze dan extra hard opletten, want als je iets verkeerds zegt, staat er meteen een video van online. Livestream is heel unforgiving. Maar ik probeer me daar niet op te focussen. Bovendien zorg ik er ook altijd voor dat ik heel goed voorbereid ben.”

Het aantal notities dat je hier liggen hebt, is inderdaad indrukwekkend.

“Ik hoef niet zozeer het strategische aspect van de games goed te kennen, maar moet wel weten wie er allemaal meedoet en wat hun verhaal is. Eerdere matchen bekijken, interviews beluisteren… En dan moet je naast de Europese ook de Amerikaanse en Aziatische league volgen. Er kruipt gigantisch veel werk in, maar een slechte voorbereiding vind ik erg respectloos naar de kijker toe én de productie, die daar hun hart en ziel inleggen.”

Je presenteert vandaag vooral ‘League of Legends’-tornooien, een spel dat je tien jaar geleden ontdekt hebt. Waanzin hoe snel dat gegaan is.

“Gek, hé. Ik heb journalistiek en geschiedenis gestudeerd en wou heel graag sportjournalistiek doen. Verslaggeving van wielrennen en tennis – de populariteit van Kim Clijsters zat daar voor iets tussen. Maar ik vond dat best intimiderend. Ik gamede al een hele tijd en daarin waren er ook competities. Ik besloot dus om daarvoor te schrijven.”

Ik heb me laten wijsmaken dat je tijdens de week opdiende in brouwerij De Halve Maan, om dan in het weekend naar de andere kant van de wereld te trekken.

“Ik begon opdrachten te krijgen om artikels te schrijven en video’s te maken, onbetaald weliswaar. Maar ik was al blij dat ik pakweg naar Zuid-Korea mocht. Maandag zat ik dan weer op het vliegtuig en dinsdag diende ik inderdaad op, want de huur moest tenslotte betaald worden. Maar na een paar maanden viel dat niet meer te combineren. Bovendien was de VDAB ook niet bepaald happy. Maar ik geloofde er toch in en was vastbesloten om ervoor te gaan. Uiteindelijk werd ik toch betaald en in 2013 kreeg ik een vast aanbod in Keulen. Financieel net op tijd eigenlijk.” (grijnst)

Eefje Depoortere aan het werk.
Eefje Depoortere aan het werk. © Getty Images

Wilde je altijd al de wereld ontdekken?

“Ik dacht altijd wel ergens dat België te klein was voor mij. Dat klinkt wat stom, want nu woon ik hier niet meer en mis ik het. Die traditionele levensweg – huisje, tuintje, boompje, kinderen – heeft mij nooit echt geïnteresseerd.”

Wat vonden ze er thuis van?

“Mijn mama zei altijd: ga maar naar Zuid-Korea of Las Vegas, zie maar of het echt wel iets voor jou is. Maar elke keer kwam ik nog enthousiaster thuis. Moe ook, want er werd soms stevig doorgezakt. Dat was best intens.”

Maar op lange termijn was het dus niet vol te houden. Wanneer heb je die knop omgedraaid en ben je vol voor die carrière in de e-sports gegaan?

“Eigenlijk al vrij snel, hoor. Die trip naar Zuid-Korea kwam er drie maanden nadat ik was begonnen. Het bleek een echte gamechanger te zijn. Toen ik zag hoe groot het daar was, en toen ik merkte dat er ook hier steeds meer werd op ingezet, wist ik dat die trein vertrokken was en dat ik erop moest springen.”

Intussen woon je in Berlijn. Voel je je daar thuis?

“Ik ben mee verhuisd met de producent, maar eerlijk: ik voel me daar nog altijd niet thuis, nee. Iedereen wil Berlijn altijd romantiseren omdat je er veel kan feesten. Het is een typische grootstad, de hele wereld in één plek en altijd iets te doen, maar tegelijkertijd is er ook heel veel verkeer en is het vuil bij momenten.”

Je begon als redactrice tot die vraag kwam om ook voor de schermen te staan. Hoe viel die omschakeling mee?

“Ik heb eerst geweigerd, maar heb er mij later toch aan gewaagd. Eigenlijk ben ik daar gewoon ingerold. Ik heb alles moeten aanleren, van het leren lezen op autocue tot spreken voor een groot publiek. Natuurlijk liep dat wel eens fout, maar als je nog geen jaar later voor 35.000 man staat in Los Angeles, mag je niet twijfelen. Maar ik was toen op van de zenuwen, dat weet ik wel nog. Ik vond het heel angstaanjagend, maar tegelijkertijd wist ik ook dat ik het nooit meer wilde opgeven. Zeker die eerste jaren leefde ik als een rockster. Dan zat je plots een maand in Shanghai: shows doen, feesten in de club en de volgende dag weer een show… Al die mensen, al die indrukken. Er schuilt een zeker gevaar in dat je je daarin laat meeslepen.”

© Christophe De Muynck

Als je leeft aan 200 km per uur, heb je dan geen schrik om te crashen?

“Ik heb een burn-out gehad in 2018. Die eerste drie weken deed ik niets anders dan slapen. Dat was een stevige waarschuwing, ja. Het jaar daarop besloot ik om freelance te gaan. Eigenlijk was dat al een proces van jaren. Ik deed shows van de eerste week van januari tot de laatste week van december. Daarnaast kwam er nog heel wat bij kijken. Je hebt niet de luxe om nee te zeggen, soms simpelweg omdat er geen alternatief is. Ik herinner me een show in Vietnam, waar ik op het vliegtuig een voedselvergiftiging had opgelopen. Toen was dat de show volgen op mijn telefoon, liggen kotsen, snel naar de make-up, interviewtje doen en dan snel weer naar bed. En dat de hele dag door. (denkt na) Dat was geen makkelijke beslissing, want je gaat van een mooi inkomen naar nul inkomen en nul werkzekerheid. En een jaar later breekt corona uit… Maar ik was heel blij dat mijn oude werkgever nog steeds wilde samenwerken, want zij blijven echt wel top in dat segment. Ik heb zeker geen spijt, want nu kan ik veel andere toffe zaken aanpakken, zoals dit WK in Antwerpen.”

Kan je makkelijk grenzen stellen?

“De bedoeling was eigenlijk dat ik minder zou werken, maar euh… Opeens krijg je dan hele toffe of lucratieve aanbiedingen, of kan je samenwerken met mensen waarmee ik al lang wilde werken. Tijdens de pandemie was het vaak wel bang afwachten. Gelukkig is het een digitale branche en kon ik blijven doorwerken, weliswaar van thuis uit. Dat is heel raar: 250 dagen per jaar op reis en energie halen uit een live publiek, om dan plots tussen vier muren tegen enkel maar een camera te praten. Maar ik heb er ook weer uit geleerd. Ik had opeens weer tijd om zélf nog eens te spelen.”

Wat mij verwondert: hier in Vlaanderen kent het grote publiek je niet, maar binnen die wereld wordt zelfs elke tweet van jou onder de loep genomen door fans. Is dat niet angstaanjagend?

“Voor mij is het nog een ander verhaal dan voor de spelers. Ik faciliteer in principe enkel maar het gesprek. Maar het is een beetje als de pokerwereld toen ik aan de universiteit zat. Iedereen was erover bezig, maar toch wisten je ouders niet dat het bestond.”

Hoe ga je om met die constante focus? Daar komt toch een hoge druk bij kijken.

“Het is meer dan presenteren, het is echt storytelling. Die snelle interactie is typisch aan de jongere generatie, dus je moet als presentator ook heel snel inpikken. Maar het is heftig: ik ben mijn eigen stylist, social mediamanager en manager. Dat is leuk, maar ik heb ook wel nood aan decompressie soms.”

Hoe ontspan je dan?

“Ik slaap dan heel veel. Doorgaans lukt dat niet zo goed, is dat maar een paar uur per nacht. Wat helpt, is naar België afzakken, afspreken met vrienden, boeken lezen… eigenlijk gewoon ver weg van het internet blijven. Want als freelancer ben je nooit klaar. Ook op reis heb ik echt een paar dagen nodig om volledig te ontstressen. Meestal moet ik dan alweer naar huis.” (lacht)

Je bereikt een breed publiek, maar durft ook zaken benoemen. Ik herinner me een geval van bodyshaming een aantal jaar geleden…

(knikt) “Er was toen een groep van twintig mensen die vonden dat mijn knieën lelijk waren. Die namen foto’s, vergrootten die uit en stuurden die door. Oké, ze zijn een beetje knokerig, maar ik kan ook geen nieuwe knieën steken, hé. Daar heb ik toen op gereageerd. Ik wil het ook niet te vaak doen, anders stimuleer je misschien dergelijk gedrag, maar af en toe zet ik toch de puntjes op de i. Als vrouw word je extra onder de loep genomen. Een miljoen kijkers bekijkt je vanuit elke hoek, en niet elk standpunt of lichtinval is even flatterend. Mensen lieten mij weten dat ik een groot voorhoofd had of te brede schouders… de lijst werd almaar langer. Je groeit op, ontwikkelt een zelfbeeld en dan vinden wildvreemden het nodig om op te sommen wat ze lelijk vinden aan jou.”

© Christophe De Muynck

Op sociale media stap je ook af van dat ‘picture perfect’-imago.

“Sociale media kunnen heel giftig zijn voor de jongere generatie. Zowat de helft van de gamers zijn vrouwen, dus ben ik ongewild toch een soort rolmodel. Ik had het zelf ook: ik zag alleen maar foto’s van mezelf op een show, met schmink of perfecte belichting. En dan nam ik thuis een foto waarop ik er opeens heel anders uitzag. Opeens was mijn zelfbeeld verstoord, heel raar. Maar ik wil het ook tonen als ik pas uit bed kom of me niet goed voel. Er zijn al genoeg onrealistische schoonheidsidealen online. Als ik daar een kleine rol in kan spelen, dan wil ik daar graag een verschil in maken. Perfectie bestaat niet. En mensen zijn nu eenmaal ook niet perfect.”

Dan is in Brugge thuiskomen ook weer een goeie realitycheck, denk ik?

“Vroeger vond ik dat niet zo leuk als puber, maar nu vind ik het geweldig om een koffietje te drinken met mijn bompa en te keuvelen over de Club en Cercle. Even weg uit die bubbel.”

Tot voor een half jaar deed je dat ook bij je mama. Ik kan me niet inbeelden hoe hard haar dood er heeft ingehakt.

(stil) “Ik kan het ook niet echt uitleggen, ik ben het nog steeds aan het verwerken. Wat had ik ze graag in het publiek gezien in het Sportpaleis. Ooit is ze eens komen kijken in Zuid-Korea. Stond ze daar zo heel schattig in het publiek met de iPad te filmen. Kijk naar die idioot daar in het publiek, zei mijn producer in mijn oortje. Excuseer, dat is mijn moeder.” (lacht)

Zij was echt je grote steun in je carrière.

“Zij was ook vaak mijn enige ouder. De laatste jaren zijn we nog veel meer naar elkaar toegegroeid. Ik vroeg nog altijd haar mening, zelfs al begreep ze er zelf niet veel van. Toen ze net gestorven was, dacht ik: wat voor zin heeft het allemaal? Maar ik maak mezelf ook sterk dat ik iets goeds aan het doen ben en een goeie indruk nalaat of jonge meisjes inspireer.”

Je moeder was ook erg sociaal bewogen.

“Ik heb altijd heel hard naar haar opgekeken. Ik besefte het niet altijd, maar ze deed het huishouden, had een drukke politieke carrière én sprong ook bij in het café van mijn nonkel. Ik doe ook veel, dat heb ik van haar mee. Dank u, mama.” (lacht fijntjes)

Als je je niet helemaal thuisvoelt in Berlijn en je moeder is er niet meer…

“Ze was zowat mijn anker hier, ja. Een fantastische vrouw ook en de voornaamste reden dat ik vaak naar huis kwam. Maar ik weet nog niet waar ik binnen twee of vijf jaar zal wonen. Ik probeer daar niet over na te denken. Mijn vriend is van Engeland en wil graag daar wonen – sinds april vorig jaar wonen we samen – maar ik denk wel dat ik hem kan overtuigen van Gent. Daar heb ik mijn hart aan verloren. Amerika? Nee, geef mij maar Brugge in plaats van Los Angeles. Echt waar.”

© Christophe De Muynck

Zie je jezelf dit nog lang doen?

“Ik háát die vraag. (lacht) Nee, ik hoop dat ik mag blijven vertrouwen op mijn instincten en dat ik kansen blijf krijgen waardoor ik mij kan ontwikkelen. Misschien dat ik later meer de richting van productie uitga, maar voorlopig is de lokroep van de camera nog te groot. Ik doe dit écht graag. Ik leef van dag tot dag en doe elke dag mijn best. En ik pak elke nieuwe kans mee. Ik wil mezelf later niets kunnen verwijten. Que sera sera.”