“Ik put kracht uit de kleine dingen”

Redactie KW

ROESELARE/ZONNEBEKE Sinds begin 2008 woont Philiep Vandoolaeghe, die tot voor een paar jaar de zaak Bellis op de markt van Roeselare runde, weer bij zijn ouders in de Frezenbergstraat 88 in Zonnebeke. Moeder Maria Acket baatte er ooit een kruidenierswinkel uit. Vader Alban was zelfstandig loonsproeier en werkte in de winter in de suikerfabriek in Ieper. Zeven jaar geleden werd bij Maria de ziekte van Alzheimer vastgesteld. “Een van de ergste dingen is dat mama het zelf besefte”, vertelt Philiep, die voor haar zijn leven omgooide. De verpleger in hem werd wakker. Philiep is ook lid van het Berek van de Gilde der Erepoorters, die aan de vooravond van het 20ste feest in het Fabriekspand staat.

Philiep Vandoolaeghe (45) baatte tot begin 2008 de gerenommeerde horecazaak Bellis op de Grote Markt uit. “Elke dinsdag kwamen mijn ouders naar de zaak”, vertelt Philiep. “Maar ik merkte dat er langzaam aan wat fout begon te lopen. In het begin waren dat kleine dingen. Mama ging vaak nodeloos naar het toilet of ze reageerde heel emotioneel op zaken die vroeger gebeurd waren.”

“Ze wist heel goed wat met haar gebeurde en had het er moeilijk mee. Aanvankelijk stelde de huisdokter evenwichtsstoornissen vast, maar dat was het niet. Toen moeder een erge val maakte, werd ze in een ziekenhuis opgenomen. Daar werd vastgesteld dat ze aan de ziekte van Alzheimer leed. ‘Ik vergeet alles’, vertelde ze mij. ‘Doe er alles aan om mij zo lang mogelijk thuis te houden, want ik gruwel van een instelling’. Dan sta je voor een verschrikkelijke keuze”, aldus Philiep. “Ofwel doe je die mensen toch naar een instelling ofwel zorg je ervoor dat ze comfortzorg krijgen. Zo noem ik dat. Voor mij was de keuze niet zo moeilijk. Ik had altijd graag voor verpleger gestudeerd. Ik weet nog dat mijn moeder toen zei : ‘Doe dat niet, jongen. Je zal de viezigheid van anderen moeten opkuisen’. Maar ik voel mij nu een beetje verpleger, een stille werker in de wijngaard van de Heer. Ik zie het als een tweede roeping. Nu doe ik dingen waar ik vroeger van droomde, terwijl mijn zus Christine voor het financie aspect van de zaak zorgt.”

Verzonken fase

Bij de zorg voor zijn moeder kwam heel wat organisatie kijken. “Je moet helpen bij alles of ervoor zorgen dat er hulp is”, vervolgt Philiep. “Het huishouden, poetsen, bedden opmaken, koken. Iemand die aan dementie lijdt, kan dat allemaal niet meer alleen.”

“We doen een beroep op een zelfstandig verpleegster. In het begin kwam ze een keer per week. Nu is dat al vier keer per dag. We laten ook een traiteur het eten brengen. Ik zorg er ook voor dat mama bruin brood krijgt. Eigenlijk maakt het haar weinig uit, want ze beseft het toch niet meer. Maar ik weet dat ze dat vroeger graag at.”

“Uiteraard doen we een beroep op Familiezorg West-Vlaanderen vzw. Tijdens de week geven de verzorgenden ondersteuning in het huishouden en bij de verzorging van moeder. Daarnaast biedt een vrijwilliger de nodige aflossing in de zorg. Toch komen er ook nog heel wat praktische zaken bij kijken. Een rolstoel, een verhoogd toilet, een aangepaste zetel en een bed dat gefixeerd kan worden. Dat is een mooie omschrijving voor het feit dat ik ervoor zorg dat mama niet uit haar bed kan vallen, wat in het verleden al eens gebeurd is”, vertelt Philiep.

“Mijn moeder zit nu in wat ik de verzonken fase noem. Ze neemt nu geen medicatie meer en ze is nu beter dan vroeger. Er waren momenten dat ze echt agressief werd. Misschien kwam dat door het besef dat ze mentaal achteruit ging. Er zijn nog momenten dat ze weet wat er gebeurt, maar die ogenblikken worden steeds zeldzamer. Het is te vergelijken met een kruiwagen waar niets uit weggaat, maar altijd een schepje meer wordt opgedaan. En die wordt alsmaar moeilijker om dragen.”

Emotionele band

Iemand die aan de ziekte van Alzheimer lijdt, keert terug naar zijn kindertijd of nog vroeger. “Mama zegt wel eens sporadisch : ‘Ik ben blij dat je er bent’. Op dat moment beseft ze wel dat ik er voor haar ben. Maar vaak gebeurt dat niet.”

“Ik ga ook wel eens bij haar in bed liggen. Dan komt ze met haar neus tegen mij aanliggen. Net als een baby. Dat zijn momenten die mij weer energie geven om er tegenaan te gaan. Ik weet dat er ooit een einde aan komt. Maar ik weet ook dat ik mij achteraf niets zal moeten verwijten. Als het ooit eindigt, zal ik alles gemakkelijker kunnen verwerken en het kunnen plaatsen. Momenteel geef ik alleen maar het beste van mijzelf. Sommige dagen gaat het ook wel eens boven mijn mogelijkheden. Je neemt in feite twee keer afscheid van je moeder.”

“Kijk, ik kan gemakkelijk begrijpen dat veel mensen er niet mee om zouden kunnen gaan. Ik heb daar alle respect en begrip voor. Ik wist eigenlijk ook niet waaraan ik begon en nu is er zeker geen weg terug. Ik zou dat trouwens ook niet willen. Ik wil dat mijn moeder het tot haar laatste dag zo comfortabel mogelijk heeft. Tot het moment dat het allemaal niet meer mogelijk zal zijn. Zij heeft ook tot de laatste dag voor haar moeder en vader gezorgd. Ik heb dat ook allemaal gezien en meegemaakt. Toen waren de mogelijkheden waarop iemand een beroep kan doen veel minder dan nu. Waarom zou ik het dan niet kunnen ? Mijn moeder kon het toen wel”, aldus Philiep.

Vreugde en verdriet

De momenten dat de moeder van Philiep alert is, zijn vreugdevolle momenten. “Die momenten zijn een enorme stimulans”, vertelt Philiep. “Maar er zijn natuurlijk ook mindere momenten. Moederdag, Kerstmis, Nieuwjaar of feestdagen zijn moeilijk te verwerken, want eigenlijk is er weinig te vieren. Ik put kracht uit de kleine dingen.”

“Men moet niet denken dat ik van de situatie profiteer. Iemand die hulpbehoevend is thuis verzorgen, kost geld. Maar een instelling is ook niet goedkoop. Als mantelzorger krijg ik van het ziekenfonds 130 euro per maand. Zonnebeke geeft een bijkomende maandelijkse premie van 15 euro en wie in Ieper woont, krijgt gratis vuilzakken om al het incontinentiemateriaal in te stoppen. Ik zie het ook niet als een job, het is meer een opdracht.”

“In mijn vrije tijd, en die heb ik toch een beetje, doe ik vrijwilligerswerk. Ik werk op Palliatieve Zorg. Soms een hele nacht bij een stervende zitten, is fysiek geen zware arbeid, maar is geestelijk wel belastend. Ik ben ook vrijwilliger in een instelling voor volwassen mentaal gehandicapten. Zorgen dat ze eens een verwendag hebben of eens mee op kamp gaan. Daarvoor heb ik nu wat minder tijd. Ik ben ook actief bij Make a Wish, die de hartenwens van kinderen tussen 3 en 18 jaar die aan een levensbedreigende ziekte leiden, helpen vervullen. Ik ben ook actief in een penitentiaire instelling in de regio. Ik ben een leven begonnen als verpleger. Iets wat ik altijd graag heb willen doen.”(dvdb)

Philiep Vandoolaeghe is lid van het Berek van de Gilde der Erepoorters, die op vrijdag 23 april in het Fabriekspand de 20ste feestreie houdt. Op dit feest worden de nieuwe eredekens bekendgemaakt en Rolariuspenningen uitgereikt aan verdienstelijke Roeselarenaars. Het humanitair doel dat dit jaar wordt gesteund is het CAW (Centrum voor Algemeen Welzijnswerk, dat actief is in verschillende domeinen van de welzijnssector). De feestelijke avond begint om 19.30 uur.

Philiep Vandoolaeghe : “Ik zie de verzorging van mijn hulpbehoevende ouders niet als een job, maar als een opdracht.” (Foto dvdb)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier