Lichterveldenaar vertoeft in Nederland tijdens WO I en treft ravage bij thuiskomst

Net voor de bevrijding van Lichtervelde, bij het terugtrekken van de Duitse troepen op het einde van oktober 1918, werd de kerktoren van Lichtervelde opgeblazen. © Repro Kurt
Bram Vanlerberghe

Dit is een verhaal van kort na de oorlog. De Lichterveldse houthandelaar Jules Perneel, geboren in 1881 en oud-strijder, verblijft vier jaar in Holland. De wreedheid van de Duitsers is hem vreemd. Dergelijk nieuws sijpelt amper door tot bij de noorderburen. Maar eens terug in België merkt hij dat er in vier jaar meer gebeurd is dan in 400 jaar tijd.

Historicus Benedict Wydooghe, tevens scenarist van het zeer gesmaakte Frontparadijs eerder dit jaar, schetst het verhaal van de Lichterveldenaar. In 1919 schrijft Jules Perneel een brief van maar liefst acht bladzijden naar een familielid in de Verenigde Staten. Bij zijn terugkeer hoort hij hoe iedereen vol walging spreekt over de Duitsers. Hun terreur drong niet door tot in Nederland. Stilaan begint het hem te dagen hoe zwaar het allemaal is geweest, met die lange brief als resultaat. Een kleine 500 soldaten deden dienst, onder wie ook Jules Perneel, die als brigadier werd gemobiliseerd, ingedeeld in de 2de Batterij Kustartillerie. Perneel is gelegerd in het Sint-Filipsfort. Met zijn 33 jaar behoort hij tot de oudste opgeroepenen. Veel gezag heeft hij niet over zijn leeftijdsgenoten, vaders van peuters.

Het Sint-Filipsfort is een langgerekte, bakstenen constructie een eind stroomafwaarts weg van Antwerpen. Drie geschutskoepels zijn gericht naar de Schelde. Nadat die koepels opgeblazen worden, krijgt Jules Perneel bij het naderen van de vijand de opdracht om naar de IJzer te trekken. De massale chaos dringt hem bij De Klinge in het Waasland over de grens naar Nederland. Perneel levert zijn wapen in en trekt naar het kamp in Harderwijk.

Interneringskamp

De Lichterveldse houthandelaar vond onderdak in Dantumawoude, in Friesland. “Mijn vader zei altijd dat hij het niet slecht heeft gehad – dat wil niet zeggen dat hij het goed heeft gehad – in het interneringskamp in Harderwijk omdat hij brigadier was. Zo kon hij er cursussen volgen. Dat brigadier zijn was volgens hem ook de reden waarom hij het kamp na twee jaar heeft mogen verlaten.”

Aan het woord is Brand Perneel, die in 1941 het levenslicht zag, toen zijn vader 60 jaar oud was. Op diens schoot kreeg Brand 17 jaar lang de verhalen te horen van niet één, maar twee oorlogen.

Benedict Wydooghe en Brand Perneel bij een schilderij van de ouderlijke woning van Brand Perneel.
Benedict Wydooghe en Brand Perneel bij een schilderij van de ouderlijke woning van Brand Perneel.© Foto Kurt

Kort na het ondertekenen van de wapenstilstand is Jules Perneel een van de eersten die kan terugkeren naar België. In 1919 schrijft hij alles neer in een brief van maar liefst acht bladzijden. De brief focust niet op herstel of wederopbouw, want in het voorjaar van 1919 is daar hoegenaamd nog geen sprake van. Mensen leven tussen het puin. Ze zijn bezig met overleven: voedsel, veiligheid, onderdak… Jules Perneel ziet de ene na de andere stad in puin liggen. Hij doorkruist de frontstreek tot vier keer toe met de trein. Het valt hem zwaar dat er vernielingen zijn tot in Lichtervelde. Bijna 60 huizen zijn volledig verwoest, 45 panden zijn gedeeltelijk beschadigd, waaronder zijn eigen huis. Iedereen keert huiswaarts van zodra de logistiek en de administratie het toelaat. Een tocht die tot twee jaar duurt. Twee jaar lang doorkruisen reizigers het land, gepakt en gezakt. Sommigen zijn op zoek naar het graf van gesneuvelde familieleden. Velen laten hen opgraven om hen via lijkentransport huiswaarts te brengen. Ook Jules, die weet dat zijn twee schoonbroers om het leven zijn gekomen bij het bevrijdingsoffensief. De ene in Woumen, de andere in Zomergem. Nadien worden ze begraven in Aartrijke.

Naar Frankrijk

Het blijft na de oorlog ook afwachten hoe het huis er aan toe is. Jules’ huis is deels onbewoonbaar. In het andere deel wonen vluchtelingen. Jules en zijn vrouwen hebben alle begrip voor deze situatie, ook al zitten ze zo zonder woonst. Zelf reizen ze door naar Frankrijk tot bij zijn schoonouders. Daar schrijft hij de bewuste brief. Een brief die in het voorjaar van 2015 boven water komt. “Ik was met een ver familielid van mij in correspondentie”, vertelt Brand Perneel. “Dat heeft tot 2011 geduurd en is plots gestopt. In 2015 stond plots op mijn Facebook dat een kleindochter van die man nog een brief gevonden had die ik nog niet had.”

Jules had bij zijn terugkeer de belofte gemaakt om nog eens terug te keren naar Friesland. Dat is er echter niet van gekozen, maar vorig jaar heeft zijn zoon Brand die belofte alsnog ingelost.

DE FEITEN:

Op 16 oktober 1918 vond de bevrijding van Lichtervelde plaats, waarbij 14 Belgische soldaten het leven lieten. Dat gebeurde vooral rond ‘de Turfhauwe’ en ‘De Breden Steger’. De Franse soldaten bevrijdden de zuidelijke helft, Belgische soldaten de noordelijke helft. Obusscherven doodden hulponderluitenant André Ortmans en zijn sergeant-majoor Maurice Roffiaen toen zij hun mitrailleurs in stelling brachten. Ze werden ter plaatse begraven. Verder sneuvelden ook adjudant Isidore Dupont, Jerome Hostyn, Maurice Deloof en Gustave Decroix. Tegen de middag volgde een tweede operatie waarbij onder meer korporaal Jules Carpentier en wielrijders-karabiniers Maurice Vanderhoeven en Alphonse Vanderstappen het leven lieten.