Jan Fieuw uit Poelkapelle maakt loden poppy’s van granaatresten

Jan Fiew bij het graf van Kiro Luke Adam uit Rarotonga. (foto pco)
Redactie KW

Jan Fieuw (43) zoekt op Vlaamse akkers naar granaatkartels. Voor de nakomelingen van slachtoffers van WO I smelt hij die om in poppy’s. “Ik wilde mijn deel doen in de herdenking aan 100 jaar Groote Oorlog”, vat Jan zijn project in weinig woorden samen.

Jan Fieuw woont in de Brugseweg met Stefanie Ameel en is vader van twee kinderen. “Van jongs af heb ik een grote liefde voor de natuur ontwikkeld. We wandelden door alle seizoenen heen. Vader Roland informeerde ons over de bomen en de dieren. Op het einde van zo’n tocht zei vader dan altijd ‘en nu gaan we om het eerst een loodje of een kogel zoeken’. Van dat onschuldig spelletje heb ik nu eigenlijk een hobby gemaakt. Het verrijkt mijn leven”, vertelt Jan.

Tastbare geste

Het was tijdens de kerstperiode in 2016. “We zaten samen in familieverband en spraken over de nood aan het herdenken van WO I. Ik wilde iets tastbaars maken over iets diepmenselijk als verlies. En toen zijn we teruggevallen op die loden balletjes die we in onze jeugd zo gretig raapten op de velden.”

“Ik heb een gietvorm gemaakt en smelt daarin de granaatkartels om tot een poppy. Ze komen er allemaal verschillend uit. De loden balletjes ga ik opsporen op de plaats waar de soldaat naar wie ik zoek bij benadering gesneuveld is. Dat doe ik aan de hand van veldverslagen en dagboeken. Vaak ook op basis van wat de nakomelingen aan gegevens verzameld hebben of van overlevering kennen.”

“Ik heb ondertussen een geoefend oog om de granaatkartels te zien liggen. Als de Ieperse klei te droog is of te veel stenen bevat, neem ik een metaaldetector mee. Vooral op Franse bodem is dat van toepassing. Op de plek waar ik de loden balletjes vind, noteer ik de correcte lengte- en breedtegraad. De loden poppy gaat in een doosje, tezamen met mijn persoonlijke echtheidsgarantie van de vindplaats. Dat stuur ik naar mijn opdrachtgevers.”

Je kunt niet geloven welke dankbaarheid en verhalen over hun grootvader of grootoom loskomen. Vooral als ze bijvoorbeeld vanuit Australië inzoomen via streetview naar de coördinaten. Voor velen is dat een emotioneel moment. Ik heb daar beelden van. Vandaar ook mijn grootste respect voor de doden in het afwerken van mijn opdrachten”, zegt Jan.

Flanders Fields organiseerde een museumproject, waarbij het soldaten herdenkt die niet zijn teruggekeerd uit WO I en thuis een lege plek, een lege stoel, achterlieten. “Meer dan 100 stoelen maakten zo de overtocht naar Ieper. Dat initiatief maakte op mij een sterke indruk. Het bijzondere was dat ook vanuit de Cook Islands een stoel overkwam. Een zitplaats werd ginds bij de vorige eeuwwisseling exclusief voorbehouden voor de leider. Op het New Irish farm Cemetry in Sint-Jan rust sinds 1920, Kiro Luke Adam, de enige die van de archipel op Belgische bodem rust. Hij is op zondag 7 oktober 1917 gesneuveld tussen Spree Farm en Kansas Cross in St.-Juliaan. Zijn lichaam werd in een veldgraf begraven. Dat betekent dat hij op slag dood moet geweest zijn.”

“Het lezen van het verhaal van de Maori raakte mij enorm. Ik was begin februari op de herdenkingsplechtigheid ter ere van Kiro Adam aanwezig en wou acht loden poppy’s van de plaats waar hij gesneuveld is, schenken aan de familie. Maar de familie was niet overgekomen. Ik heb de doosjes naar Cook Islands opgestuurd. Ik verneem via de lokale media dat ze opgetogen zijn van mijn geste”, zegt Jan Fieuw.

Boodschap van vrede

“Er is interesse voor mijn kunstwerkjes. Ik overweeg om ook Belgische gesneuvelden te betrekken. Je mag niet vergeten dat die loden ballen soms met 1.000 stuks in één bom gepropt zaten, ze oefenden een verwoestende kracht op het menselijk lichaam uit. Voor mij biedt het een bijzondere betekenis om via resten van een dodelijk wapen een boodschap van vrede te kunnen verspreiden“, zegt Jan Fieuw.

(pco)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier