Archeologen leggen leprozerie met 80-tal skeletten bloot in Ieper

© (Foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Archeologen legden in de Ieperse deelgemeente Sint-Jan een middeleeuwse leprozerie, een verblijf voor lepralijders bloot. Zaterdag wordt de archeologische site eenmalig opengesteld voor het publiek. Daarna verdwijnt het onder een verkaveling.

Zes maanden lang onderzocht een team archeologen van ons agentschap en Monument Vandekerckhove NV de middeleeuwse locatie van de leprozerie ‘Hooge Siecken’. “Voor het eerst in Vlaanderen wordt een groot deel van zo’n domein opgegraven en krijgen we een beeld van de inrichting voor middeleeuwse ziekenzorg in een Vlaamse grootstad”, zegt archeoloog Jan Decorte van Archeo7. “Naast middeleeuwse resten zijn op de site ook resten van een 17de-eeuwse boerderij gevonden en sporen uit de Eerste Wereldoorlog.”

Lepra of melaatsheid is in onze streken al eeuwen verdwenen. Maar van de 11de tot de 16de eeuw was het één van de belangrijkste ziektes in Europa. “‘Een straf van God’ werd het genoemd”, zegt archeologe Sofie Vanhoutte van het Agentschap Onroerend Erfgoed. “Toch was het ook een vorm van christelijke barmhartigheid om leprozen te helpen. Elke stad had wel een leprozerie aan de rand; een verblijfcentrum waar lepralijders in een afgezonderde gemeenschap leefden en verzorgd werden.”

Archeologen leggen leprozerie met 80-tal skeletten bloot in Ieper
© (foto TOGH)

In de grootsteden Ieper, Brugge en Gent kwamen de leprozen zich ‘schouwen’ om tot een leprozerie toegelaten te worden. “Ieper had zelfs één van de belangrijkste leprozerieën van het Graafschap Vlaanderen”, zegt Sofie. “Melaatsen uit de regio Ieper, Kortrijk, Oudenaarde en zelfs Dendermonde werden in Sint-Jan geschouwd om ergens in een leprozerie toegelaten te worden. Eens toegelaten werd je bezit overgenomen door de leprozerie. Op die manier werden het rijke instellingen waar ook niet-leprozen probeerden binnen te geraken.”

Vanaf ongeveer 1230 lag de leprozerie van Ieper op de site ‘Hooge Siecken’, langs de weg naar Brugge. Er ontstond een omgracht domein met toegangspoort, leprozenhuisjes, een kapel, een gemeenschapshuis, een bakkerij, een brouwerij, … Alles was aanwezig om zelfvoorzienend te zijn in deze geïsoleerde gemeenschap.

“Tijdens het archeologisch onderzoek zijn resten van verschillende leprozenhuisjes gevonden, sommige met mooi afgewerkte haardstructuren. Eén gebouw heeft een muur met een natuurstenen parement, wat wijst op een belangrijke functie. Het vondstmateriaal op de site uit de late middeleeuwen met heel wat luxe-aardewerk, toont alvast dat de bewoners van de leprozerie niet onbemiddeld waren”, zegt Jan Decorte.

Archeologen leggen leprozerie met 80-tal skeletten bloot in Ieper
© Restanten van de Eerste Wereldoorlog. (Foto TOGH)

Ondertussen zijn een 80-tal skeletten opgegraven van het kerkhof dat hoorde bij de leprozerie. De archeologen verwachten er nog tientallen meer te vinden. “De kapel ligt net buiten het opgravingsgebied, onder de huidige dorpskerk. Het onderzoek is opgepikt door een internationaal team van onderzoekers van onder andere de KU Leuven en de University of Cambridge die een doorgedreven onderzoek plannen om onder andere via DNA-analyses de ziekteverschijnselen van lepra te bestuderen.”

Na de godsdienstoorlogen kwam er een boerderij op de site van de leprozerie. “In de 16de eeuw verandert de streek rond Ieper door de godsdienstoorlogen”, legt Sofie Vanhoutte uit. “De leprozerie krijgt het hard te verduren. Nog tot in de 17de eeuw wordt de zorginstelling gebruikt, tot de ziekte in de regio verdwijnt. Op het domein werd een grote herenboerderij gebouwd in de vorm van een vierkantshoeve met een centrale mestput.”

Als deelgemeente van Ieper had Sint-Jan ook veel te lijden onder de Eerste Wereldoorlog. Ook daarvan werden restanten gevonden. “Tijdens de Eerste Wereldoorlog ligt de site op nauwelijks 1 km van de frontlijn en wordt behalve de kerk ook de hoeve met de grond gelijk gemaakt. Het terrein wordt gebruikt om shelters in onder te brengen en te schuilen dicht bij het front. Ook enkele loopgraven doorkruisen het terrein”, vertelt Jan Decorte.

Iedereen kan de site bezoeken op zaterdag 21 september. De archeologische opgraving wordt die dag toegelicht met een korte voorstelling van de historiek, waarna het archeologisch terrein zelf kan bezocht wordt leiding van de projectarcheologen. “Het gaat om een eenmalige bezoekersdag. Het archeologisch onderzoek gaat nog verder tot halfweg oktober. Dan verdwijnt het. Er wordt een verkaveling gebouwd. Het is trouwens dankzij de alertheid van Jan Decorte dat we deze opgravingen nog kunnen doen. Hij passeerde hier in december en zag dat er al een sleuf voor de riolering werd gegraven, dwars door de oude muren van de leprozerie en de oude boerderij”, besluit Sofie Vanhoutte.

Op zaterdag starten de rondleidingen om 9.30 uur, 11 uur, 13.30 uur, 14.30 uur en 15.30 uur. Vooraf inschrijven is niet nodig. Aan de deelnemers wordt gevraagd om passend schoeisel te voorzien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier