19/09/1917 “Duitse soldaten zijn smulpapen”

In Kortemark zijn er ook Duitse soldaten ingekwartierd. Marcel Stevens schrijft er in zijn boek ‘Cortemarck 1900-1920’ over.

“Al waren de Duitse frontsoldaten regelmatig uitgeluisd in de Statieput en hun kleren in de brouwketels der brouwerij Louwaege, zo grondig was dat nu ook weer niet, na iedere inkwartiering bleven er taaie luizen achter. De bewoners onder elkaar lachten er wel eens mee wanneer ze zeiden: ‘De Duitse luizen hebben stalen bekken, ijzeren poten en een ijzeren kruis op hun rug!’. De Duitse soldaat was een smulpaap, als hij er de kans toe had. Hun kommunebrood, gebakken met zuurdesem en roggemeel, was donkerbruin van kleur. Zij aten graag hun brood, sneden er stevige plakken van, een dikke laag boter er bovenop en als het kon nog ruim met worst, ham of marmelade belegd. Zelfs toen er schrijnend gebrek kwam, konden ze niet laten hun boterrantsoen van meerdere dagen, in één keer naar binnen te werken. Die verdomde Krieg raakten zij ook grondig beu, en niet zelden gaven zij ook lucht aan hun ongenoegen daaromtrent.”.