Prof Roos Vandenbroucke (Dentergem): “Onderzoek kan ook heel frustrerend zijn”

Frederik Jaques
Frederik Jaques Webredacteur

West-Vlamingen in Gent: je kunt er niet omheen. Ook niet aan de universiteit, waar naast Nederlands en Engels ook heel veel West-Vlaams gesproken wordt. Althans, dat veronderstellen we toch, afgaande op het aantal West-Vlamingen die reageerden op onze oproep voor een interview. Uit de zowat 40 reacties filterden wij er een achttal. Eén van hen is Roos Vandenbroucke uit Dentergem.

Toegegeven, in het geval van professor Vandenbroucke moeten we Gent wat ruimer zien. Haar dagelijkse werkruimte bevindt zich immers op het Technologiepark in Zwijnaarde, in de gebouwen van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, waar zij teamleader is. Het VIB verricht baanbrekend onderzoek naar de basis van ?het leven, gezondheid en ziekte. De resultaten van hun wetenschappelijk onderzoek worden toegepast in geneeskunde, landbouw en industrie.? Het gebouw van VIB-UGent valt symmetrisch in twee te splitsen: in de ene helft verdiept men zich in de planten – boven op het dak is een reusachtige serre neergepoot – en in de andere helft staat de mens centraal.

Meer onderzoeker dan leerkracht

In die tweede vleugel is ook Roos Vandenbroucke thuis. Opgegroeid in Izegem, nu wonend in Dentergem, en nog elke dag pendelend tussen West-Vlaanderen en de Arteveldestad. “Ik wist al van in het vijfde middelbaar dat ik biologie wilde gaan studeren“, blikt ze terug. “Alles wat er toen rond genetica en DNA te doen was, boeide mij mateloos. Ik volgde de opleiding biologie aan de KULAK in Kortrijk en haalde mijn licentiaatsdiploma hier in Gent. Ik ben hier ook meteen gebleven en ben tegenwoordig 100 procent ‘BOFZAP’, wat staat voor ‘bijzonder onderzoeksfonds zelfstandig academisch personeel’.”

Haar tijd verdeelt ze in 20 procent onderwijs en dienstverlening en 80 procent onderzoek. Geen bewuste keuze, maar voor haar wel een perfecte combinatie. “Ik doe beide wel graag, maar vind het zeker goed zoals het nu is. Het onderzoek op zich is sowieso bijzonder boeiend. En soms frustrerend? Ja, absoluut. Ten eerste kan je enkel tot een experiment overgaan wanneer daar geld voor wordt vrijgemaakt – en da’s al helemaal niet vanzelfsprekend – en ten tweede heb je het verloop van het onderzoek ook allerminst in de hand. Technische zaken kunnen fout lopen, mensen kunnen fouten maken, en het ergste van allemaal: de hypotheses kunnen ook eens niét kloppen.”

Maar doen ze dat wél, dan maakt het team ongetwijfeld een vreugdesprongetje of een gebalde vuist. Zoals toen het labo het mechanisme van de septische shock wist te ontrafelen, heel recent nog. Concreet komt het er op neer dat onze hersenen bij een infectie blaasjes afscheiden die kunnen leiden tot een dodelijke ontstekingsreactie. “Normaal komen bacteriën niet in het bloed terecht, maar doen ze dat wél, dan reageert het lichaam. Tot alles uiteindelijk stil valt. Zoiets kan bijvoorbeeld gebeuren na een polytrauma – na een zwaar ongeval bijvoorbeeld – of bij een darmperforatie, waardoor afvalstoffen met bacteriën via een lek in het lichaam terecht komen. Op een gegeven moment worden de hersenen aangetast waardoor ze de controle over het lichaam verliezen. Hierdoor loopt de reactie van het lichaam tegen de bacteriën uit de hand en lopen alle organen, vaak dodelijke schade op.”

Prof Roos Vandenbroucke (Dentergem):

Het team van Roos Vandenbroucke en Claude Libert bekeek de extracellulaire blaasjes die in lichaamssappen voorkomen en die tot nu toe beschouwd werden als afvalverwerkers van stoffen. Uit het onderzoek blijkt dat bij een infectie een deel van de hersenen opmerkt dat het bloed bacteriën bevat en als een reactie daarop extracellulaire blaasjes afscheidt met cruciale informatie daarover. “Toch is deze ontdekking nog maar het begin van een groter verhaal, dat ten vroegste binnen zoveel jaren tot een toepassing zal kunnen leiden“, duidt ze de doorbraak. “We zouden nu wel graag kunnen nagaan in hoever we die blaasjes – vergelijk ze met een soort rooksignalen, of een soort vervoersmiddel dat tot in de hersenen raakt – kunnen gebruiken om er medicatie in te transporteren.”

Vooruitgang rond Alzheimer

Hoe dan ook is het onderzoek niet vanzelfsprekend. Er is immers weinig ‘materiaal’ waarop geëxperimenteerd kan worden. “We kunnen onze bevindingen ook toepassen op Alzheimerpatiënten en daar liggen de kaarten al enigszins anders”, zegt Roos. “Daar kunnen we wel op gezette tijdstippen hersenmateriaal verzamelen via een punctie. Intussen gebeurt dat ook al, en beschikken we over gegevens van enkele jaren ver bij diezelfde personen. Zo kunnen we de evolutie beter opvolgen. En tegenwoordig gaat men nog een stap verder: er worden nu ook puncties genomen van perfect gezonde proefpersonen, voor het geval die in de verre toekomst door Alzheimer zouden worden getroffen. Dan kan men perfect nagaan, van bij het prille begin van de ziekte, wat er in de hersenen is gebeurd en kan men het ook nog beter ‘begrijpen’.”

Net als heel wat van haar collega’s pendelt Roos nog dagelijks tussen Gent en West-Vlaanderen, in haar geval dus Dentergem. “Ik heb wel nog even in Gent gewoond, maar toen er kindjes in ons gezin kwamen wilde ik toch terug naar ‘de buiten’, waar je iets meer ruimte hebt. Al moet ik bekennen dat ik, wanneer ik nog eens een avondje in Gent vertoef, tegelijk zin heb om hier te wonen. Je hebt alles vlakbij en er valt altijd wel wat te beleven.”