Els Veraverbeke (Het Huis van Alijn) uit Langemark: “In een museum werken was altijd een droom”

Redactie KW

Het Huis van Alijn is een museum over cultuur en het erfgoed van alledag en Els Veraverbeke is er de -naar eigen zeggen- ‘onconventionele conservator’. “In een museum werken was altijd een droom”, bekent ze. “Als kind bezocht ik graag musea en verslond ik historisch boeken. Culturele bagage kleurt mijn leven.”

“Ik ben geboren in Poperinge, maar woonde altijd samen met m’n ouders en m’n zus in Langemark. Ik ging naar de lagere school in Sint-Juliaan, een klein dorpsschooltje en vervolgens naar het humaniora in Ieper (OLV-Ter-Nieuwe Plant). Ik kom er ook geregeld terug, op familiebezoek en op bezoek bij vrienden”, vertelt Els. “Ondanks het feit dat we elkaar niet vaak zien – veel te weinig! – is het altijd heel hartelijk. Ik voel me altijd echt welkom. Hartelijk en gul, familie en vriendschap, dat zijn de termen die ik associeer met mijn geboortestreek. Of ik er ooit terug kom wonen? Ik zeg nooit nooit, maar ondertussen woon ik meer dan 20 jaar in Gent. Ik heb er een fantastische job en mijn kinderen gaan er naar school. En Gent-Ieper is niet ver. Te ver om vlug eens binnen te springen bij vrienden of familie, maar echt dicht genoeg om geregeld af te spreken.”

Mijn kinderen eten ‘stuutjes’, maar hebben wel de Gentse rollende rrr meegekregen

De grote charme van Gent is dat het een kleine stad is vol mensen met verschillende achtergronden. Niet alleen uit alle hoeken van België, maar ook van de wereld. Dat is de rijkdom van een stad. Zelf vind ik het grappig bij mijn kinderen: ze eten ‘stuutjes’, maar hebben wel de Gentse rollende rrr meegekregen. En ‘t zijn echte buffalo-supporters!”

Intussen vertoeft Els al een tijdje in Gent. “Na mijn humaniora in Ieper trok ik zoals zoveel West-Vlamingen naar Gent om er te studeren. Ik herinner me de overvolle trein op vrijdagavond richting thuis en op zondag richting Gent, vol kotstudenten en hun rugzak”, vertelt ze “Ik studeerde geschiedenis aan de UGent. De studententijd was een fantastische periode, het kotleven is een mijlpaal. Mijn studies deed ik ontzettend graag: ik was echt gebeten en ik genoot van het onderzoek voor mijn thesis. De sfeer onder de studenten en de proffen was inspirerend. Via mijn job heb ik nog veel contact met de opleiding geschiedenis, als begeleider van onderzoeken en stages of als gastdocent. Ik koester deze band.”

Na mijn studies kon ik meteen aan de slag in het museum waar ik vandaag nog steeds werk

Els is tegenwoordig conservator van het Huis van Alijn, het museum over cultuur en het erfgoed van alledag en vooral bekend om een out-of-the-box aanpak. Ze kwam als 18-jarige naar Gent, studeerde geschiedenis aan de UGent en verbleef er op kot. “Na mijn studies kon ik meteen aan de slag in het museum waar ik vandaag nog steeds werk”, vertelt Els. “Toen was dit nog het ‘Museum voor Volkskunde’, vandaag het ‘Huis van Alijn’. Ik had me tijdens mijn studies gespecialiseerd in mentaliteits- en cultuurgeschiedenis 20ste eeuw. Volkskunde klinkt nu niet bepaald hip -toen ook niet-, maar samen met de collega’s zagen we echt wel het potentieel krachten van de museumcollectie. En het museum is gehuisvest op een fantastische plek: een historisch pand, met een binnentuin in het hart van de stad.”

Els Veraverbeke (Het Huis van Alijn) uit Langemark:

“Het Huis van Alijn heeft ondertussen een unieke positie in het culturele veld“, gaat Els voort. “Het museale basiswerk is uiteraard hoog aangeschreven, maar daarnaast is het Huis van Alijn een belangrijk publiek forum. Participatie en waardevolle betrokkenheid staan er hoog aangeschreven. Onze collectie bevat Tupperware-potjes, speelgoed, videogames uit de jaren 80, huisraad van oma’s en overgrootmoeders,… Maar niet het ding op zich is belangrijk, wel wat ze vertellen. In die zin ben ik absoluut geen conventionele conservator: ik loop niet rond met witte handschoenen om de collectie te conserveren, maar ik zoek naar verhalen en dat is net een heel erg sociale job.”

Onze collectie bevat Tupperware-potjes, speelgoed, videogames uit de jaren 80, huisraad van oma’s en overgrootmoeders

“Voor elke expo bouw ik een nieuw netwerk op, met wie ik nauw samenwerk. Dit zijn onderzoekers en professionals, maar evenzeer verzamelaars. Passie, dat is het verbindende element. Zoals bij de expo nu : ‘De Zesdaagse’ waarbij het Belgisch baanwielrennen centraal staat. Hierbij werk ik nauw samen met verzamelaars zoals Eddy Verbust, maar ook de helden van de piste zelf. Patrick Sercu is nauw betrokken bij de expo, maar ook met de directie van de Gentse Zesdaagse zelf werkten we nauw samen. In mijn job moet ik elk thema waar ik rond werk grondig kennen, maar ik realiseer me altijd dat de reële kennis over het onderwerp bij de mensen ligt met wie ik samenwerk.”

Els Veraverbeke (Het Huis van Alijn) uit Langemark:

“Boksen, fanfares, kabouters, eetgewoontes, circus, rituelen,…. Het zijn slechts enkele onderwerpen waar we al rond werkten. Vrienden weten al: bij alles stel ik me de vraag: wat is de geschiedenis hier achter, waarom doen we wat we doen? De eerste keer dat ik me echt deze vraag herinner is in mijn zoektocht naar het waarom van de gekleurde draaiing in een knikker. Wie maakte dat en waarom? Deze basisvragen stel ik me constant, zowel bij materiële dingen maar vooral ook bij handelingen, acties en fenomenen.”

(FV – Foto’s FJA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier