Familie Planckaert na vluchtmisdrijf: “Na een half uur lag hij daar nog altijd”

Edward Planckaert met zijn vriendin Charlotte Callens en kinderen Renske en Romy. "Of mijn dochters later van mij zouden mogen koersen? Waarom niet, hé. Maar er zit geen druk achter." © foto Geert Vanhessche
Tom Vandenbussche

Edward Planckaert (25) is weer thuis na een weekend om niet snel te vergeten. De profwielrenner uit Moen werd zaterdag in Hollebeke aangereden door een auto die vluchtmisdrijf pleegde, onderging intussen een operatie aan zijn voet en mag een kruis maken over de rest van het seizoen. “Ik ben nog altijd niet op mijn gemak, ook niet na die ingreep.”

Het is maandagavond als we Edward en zijn vriendin Charlotte Callens opzoeken in hun huis in Moen. Caroline, de mama van Edward, komt kleinkinderen Renske en Romy oppikken. Zij gaan bij oma en opa in Zwevegem logeren, want papa en mama moeten vandaag al vroeg voor controle in het ziekenhuis van Herentals zijn. Het is intussen al ruim twee dagen geleden dat Edward, sinds 2017 profwielrenner bij Sport Vlaanderen-Baloise, tijdens een training werd aangereden door een auto die vluchtmisdrijf pleegde.

Edward: “Het was een winderige dag en ik dacht: ik zal de plugstreets (onverharde stroken, red.) van Gent-Wevelgem nog eens gaan verkennen.”

Charlotte: “Ik had een drukke dag met de kindjes. De jongste was bij oma. De oudste had ‘s ochtends klimles, omdat ze drie lessen daarvan volgt. En in de namiddag moest ik haar naar een verjaardagsfeestje voerden. We waren net op weg naar daar toen Edward mij belde. Als hij me belt, is dat omdat hij een lekke band heeft. Of als er iets kapot is. Maar nu was het iets anders.”

“Ik ben nog altijd niet op mijn gemak, ook niet na die ingreep. Niemand heeft me met zekerheid kunnen zeggen dat het met mijn voet weer 100 procent in orde komt”

Edward: “Ik had voorrang van rechts, maar ben dus over de motorkap gevlogen en in de gracht beland. Door de shock was ik in het begin in ademnood. Gelukkig heb ik mijn regenvest open gekregen, mijn gsm kunnen nemen en Charlotte gebeld. Dat was een reflex. Ik lag toen nog in de gracht. Ik zag ook een dikke bloedklonter en besefte dat mijn voet niet goed was.”

Charlotte: “Hij heeft zijn live locatie doorgestuurd. Ik heb Renske nog op het verjaardagsfeestje afgezet, want we waren vlakbij. Ik heb ook Suzan, de zus van Edward, opgebeld om de anderen op de hoogte te brengen en ervoor te zorgen dat Renske ‘s avonds kon worden opgepikt. En daarna ben ik zo vlug als het kan naar Hollebeke gereden.”

Edward: “Intussen heb ik de 100 gebeld. Maar net toen stopte een mevrouw. Dankzij haar heb ik kunnen zeggen waar ik precies lag, nadat zij naar het naambordje van de straat is gaan kijken.”

Familie Planckaert na vluchtmisdrijf:

Charlotte: “Toen ik daar aankwam, na een half uur ongeveer, lag hij daar nog altijd.”

Edward: “De mensen van de ambulance wilden me eruit helpen, maar door het peesletsel aan mijn voet wilden ze niets riskeren. Uiteindelijk heeft de brandweer me er met een brancard uitgehaald en ben ik zo naar het ziekenhuis in Ieper gebracht, waar ik meteen geopereerd ben. Gelukkig had ik vrijdag al een coronatest ondergaan, omdat ik morgen (dinsdag, red.) normaal in de BinckBank Tour van start zou gaan. Anders had ik nog eerst het resultaat moeten afwachten en dat kan wel eens twee dagen op zich laten wachten.”

Planckaert was ondanks corona aan een heel degelijk seizoen bezig. Zo werd hij onder meer vijfde in de Grand Prix La Marseillaise, stond hij op het podium in de Ster van Bessèges en won hij het sprintklassement in de Tour de Wallonie. “En ik had naar deze periode toegewerkt, met de BinckBank Tour en de Vlaamse klassiekers. Ik heb in juli voor de eerste keer in mijn carrière vijf weken in een hoogtetent geslapen en in september deed ik dat nogmaals drie weken. Het effect daarvan moest er nu nog komen, maar dat zal nu jammer genoeg niet meer kunnen.”

Kinderen teruggezien

Gisterennamiddag mocht Planckaert het ziekenhuis in Ieper verlaten. Bij thuiskomst zag hij eindelijk Renske en Romy terug, want zij mochten hem na zijn ongeval geen bezoek brengen.

Charlotte: “De oudste beseft wel wat er gebeurd is, denk ik.”

Edward: “Het is ongelofelijk hoeveel aandacht dit gekregen heeft. Ik kreeg ook enorm veel reacties. Mijn telefoon heeft sinds zaterdag nog niet stilgestaan.”

“Of mijn dochters later van mij zouden mogen koersen? Waarom niet, hé. Maar er zit zeker geen druk achter”

Familie Planckaert na vluchtmisdrijf:
© BELGA

Je zou je haast beginnen af te vragen waarom iemand in godsnaam wielrennen als hobby heeft gekozen.

Charlotte: “Neen, daar denk ik nooit aan.”

Edward: “Als het bij een andere renner gebeurt, sta je daar minder bij stil. Als je daar te veel aan denkt, is het ook niet goed. Of mijn dochters later van mij zouden mogen koersen? (Charlotte kijkt Edward aan en fronst haar wenkbrauwen) Waarom niet, hé. Maar er zit zeker geen druk achter.”

Charlotte: (glimlacht) “De oudste heeft er alleszins al veel zin in.”

Naar ploeg van Van der Poel

Thuis wacht Planckaert nu een revalidatie van twee maanden, maar op zijn gemak voelt hij zich zeker niet.

Edward: “Niemand heeft me met zekerheid kunnen zeggen dat het met mijn voet weer 100 procent in orde komt. Ja, gelukkig dat ik met Alpecin-Fenix (de ploeg van Tim Merlier en Mathieu van der Poel, red.) al een ploeg voor de komende drie jaar heb. Daar ben ik heel blij mee, maar dat wil niet zeggen dat ik geen zin meer had om me in de klassiekers te tonen. Ik koers niet alleen voor een contract. Ik doe het vooral omdat ik het graag doe.”