De Rijselstraat, ooit het paradepaardje van de Meense handel, ligt er verkommerd en verloederd bij. In de Barakken, waar ooit werd gevochten voor plaats, komt het ene gebouw na het andere leeg te staan. Ook de Kortrijkstraat en de Bruggestraat lijken geen vers bloed meer aan te trekken. Veel inwoners stellen zich luidop de vraag: loopt onze grensstad stilaan leeg?
Door Christophe Lefebvre
Er zijn mensen die van mening zijn dat het allemaal zo erg niet is en dan heb je anderen die gewag maken van apocalyptische scenario’s. Welke kant het ook uitgaat, de beelden spreken voor zich. Vroeger was de Grote Markt een bruisende plaats waar jonge Menenaars veelvuldig gingen feesten, vandaag zijn zelfs de weekends verre van vibrant. Wie door de straten loopt, kan het niet ontkennen: onbewoonbare gebouwen – die voor de veiligheid van passanten met hekken zijn omsloten – doen pijn aan de ogen, leegstaande winkelpanden zoeken vruchteloos naar een nieuwe invulling. Niet eens in een heel ver verleden was de Rijselstraat een absolute toplocatie en de shopbestemming bij uitstek. Vandaag is diezelfde straat niets meer dan een opeenvolging van gebouwen die staan te verkommeren en waar zelfs een likje verf niet helpt.
Vertrek Carrefour
De genadeslag kwam er, zo lijkt wel, toen de Carrefour er de deuren definitief sloot eind 2017. “De hoge kosten van een winkelpand in het centrum hebben ons genekt”, klonk het toen. Met het vertrek van het warenhuis, bleven ook de klanten weg uit de straat. Zij waren immers genoodzaakt uit te wijken naar de stadsrand voor hun aankopen. Ook andere straten lijken ten prooi te zijn gevallen aan deze weinig benijdenswaardige tendens. Iets wat pijnlijk duidelijk werd toen een chauffeur nipt vallende brokstukken, van een afbrokkelend pand in de Bruggestraat, kon ontwijken. Bakkerijen, slagerijen en buurtwinkeltjes sluiten na een lange carrière de deuren, niemand lijkt de fakkel te willen overnemen. Een schril contrast met de tendens in de deelgemeenten Lauwe en Rekkem, waar starters wel nog vlotjes de weg naar een nieuwe zaak vinden.
Volgens Sarah, een Menenaar en toevallige passant in de winkelstraat, is Menen al lang geen aantrekkelijke winkelstad meer. “Het volstaat om te kijken naar de krakkemikkige toestand van bepaalde gebouwen en de zin om te kopen is weg”, klinkt het bedroefd. “Er is ook geen aanbod meer, het lijkt wel alsof iedereen nog hetzelfde verkoopt. Een supermarkt, een babywinkel of zelfs een speelgoedwinkel zou toch een mooie aanvulling zijn. Als we willen winkelen, dan trekken we meestal richting Kortrijk of Roeselare. Wij hebben dan nog een auto, wat moet dat zijn voor mensen die daar niet over beschikken?”
Mik op fransen
Bij een handelaar, die al 30 jaar een zaak runt in het centrum en liever niet met zijn naam in de krant verschijnt, klinkt een verhaal dat verdacht veel raakvlakken heeft met de opmerkingen van Sarah. “Voor het hebben van een leuk handelscentrum heb je twee essentiële zaken nodig: klanten en winkels”, merkt hij op. “De klanten blijven weg omdat het verkeersplan van Menen bezoekers van de stad volledig rond het centrum brengt. Wie met de wagen aankomt op het kruispunt van de Grote Markt, kan niet naar de parking die achter het stadhuis ligt. Men wordt volledig rond Menen geleid, waardoor mensen uiteindelijk afhaken“, vertelt hij. “Dat brengt met zich mee dat heel wat starters het niet zien zitten om dan ook hier te investeren, waardoor er minder aanbod is. Dat gebrek aan aanbod maakt het voor de weinige passanten dan ook steeds minder interessant om nog naar Menen te komen. Noem het gerust een vicieuze cirkel.”
We zijn met verschillende partijen in gesprek om opnieuw een supermarkt in het centrum te krijgen – Eddy Lust, burgemeester
“Het stadsbestuur moet de mensen terug naar het centrum lokken en inzetten op reclame in het noorden van Frankrijk. In Rijsel alleen al wonen 1 miljoen potentiële klanten, die moeten we kunnen bereiken.” De handelaar onderstreept wel dat maatschappij en koopgedrag op zich ook veranderd is. “Mensen kopen meer en meer online en ik vrees dat enkel de speciaalzaken het gaan kunnen halen van de webreuzen“, klinkt het.
“Op goede weg”
Het lijkt erop dat zowel inwoners als handelaars van de gemeente hun vertrouwen in handen van het kersverse gemeentebestuur hebben gelegd. Hen wacht zonder twijfel een taak met heel wat uitdagingen. Die uitdaging wil Team 8930 onder leiding van burgemeester Eddy Lust (Open VLD) graag aangaan. “Het terugdringen van de commerciële leegstand staat hoog op ons prioriteitenlijstje”, klinkt het. “We zijn ons bewust van de problematiek en stellen alles in het werk om nieuwe investeerders aan te trekken. Ook voor ons is het belangrijk dat de stadskern zich verder ontwikkelt, op een positieve manier. We nemen ons voor om samen met promotoren en ontwikkelaars op zoek te gaan naar goede huurders. In dat opzicht zijn we met verschillende partijen in gesprek om opnieuw een buurtsupermarkt in het centrum te krijgen.”
Het stadsbestuur onderstreept wel dat Menen al een aantrekkelijke stad is en blijft, ook voor ondernemers. “Dat vier handelszaken heel recent de deuren openden, bewijst dat we op de goede weg zijn.”
Leegstand bijbouwen
Unizo boog zich over de leegstand en bundelde haar cijfers in een leegstandsrapport. Die schetsen een niet al te fraai beeld van Menen. Met een leegstand van 14,6 procent is de grensstad koploper in de provincie. Avelgem en Kortrijk volgen. Ze merken trouwens op dat de winkeloppervlakte blijft toenemen, net als de leegstand. Menen bouwt dus als het ware leegstand en daar zitten de grote winkeloppervlaktes voor heel wat tussen. De komst van de Tybersite wordt dan ook met argusogen gevolgd uit vrees dat de weinige centrumshoppers zich volledig naar de stadsrand zullen verplaatsen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier