Baptiste Cobbe werkt in het familiebedrijf Immo Pouille: “Syndicus is nu ook een knelpuntberoep”

Baptiste Cobbe: “Wij leggen ons 100% toe op syndicus zijn en gebouwenbeheer”. (foto Stefaan Beel) © STEFAAN BEEL Stefaan Beel
Peter Soete

Hij is een geboren en getogen Roeselarenaar en ook in zijn job doorkruist syndicus en makelaar Baptiste Cobbe iedere dag onze stad. Om uit te blazen na een drukke werkweek springt Baptiste op de fiets. Zelfs de Strade Bianche is hem niet onbekend.

Baptiste Cobbe: “We hebben inderdaad vier krak dezelfde wagens (lacht). Dat had het voordeel dat wij een mooie korting kregen wanneer we de wagens kochten. Men is commerçant of men is dat niet, hé.”

Jij bent syndicus bij Immo Pouille. Wat doet een syndicus precies?

“Een syndicus staat in voor het beheer van een appartementencomplex en meer bepaald voor alles wat met de gemeenschappelijke delen van het gebouw te maken heeft. Dat is zowel administratief beheer, financieel beheer als technisch beheer.”

Het is je mama die de firma heeft opgestart?

“Ja, mama Sophie Pouille is in 1988 gestart met Immo Pouille. Zeer kort daarna is papa Alain in de zaak gekomen net als mijn oom Philippe Pouille toen die terugkwam uit het buitenland. De zaak groeide en in 2009 begon mijn broer Jean ook te werken in de firma, ik startte na mijn makelaarstudies in 2012 eveneens onmiddellijk in het familiebedrijf en in 2021 is ook mijn zus Camille er voltijds bijgekomen. Wij zijn dus een echt familiebedrijf.”

Jullie hebben ook nieuws te melden?

“Ja, vanaf nu doen we geen verhuur of verkoop meer van panden. We zullen ons 100 procent toeleggen op onze job als syndicus en op het beheer van gebouwen.”

Waarom stoten jullie de verkoop en verhuur af?

“Omdat we merken dat er meer en meer makelaars bijkomen. Door onder meer populaire televisieprogramma’s zijn er nu 300 à 400 inschrijvingen voor de opleidingen makelaar. Dat is heel veel en de concurrentie is dan ook groot. Syndicus daarentegen is een knelpuntberoep geworden. Wij zetten in op die nichemarkt. In Roeselare komen in de nabije toekomst nog heel veel appartementsgebouwen bij en er zijn een viertal grote syndicusbedrijven die een goede verstandhouding hebben met elkaar.”

Als syndicus maak je soms vreemde toestanden mee?

“Deze week heb ik in Ieper samen met een gespecialiseerde firma uren gewerkt om een verstopping in een appartement op te lossen. Toen ik gisteravond thuiskwam, zei mijn vrouw dat ik niet bepaald fris rook. Tja, op zo’n momenten is het natuurlijk niet het meest sexy beroep ter wereld (lacht).”

“We hebben ook al enkele brandjes gehad met rook- en roetschade of een telefoontje van de politie met de vraag of ze een sleutel van een flat mochten ophalen omdat ze niet binnen geraakten en ze geen schade wilden aanrichten aan de deur.”

Je bent ook al geconfronteerd geweest met drugsproblematiek in huurflats?

“Ja, ik ben al getuige geweest van schrijnende situaties in huurflats of huurhuizen. In het begin schrok ik daar wel van. Ik had dit niet verwacht in Roeselare, maar onze stad heeft ook zijn donkere kantjes qua drugsproblematiek. Weliswaar op een veel kleinere schaal dan in Brussel of Antwerpen, maar het is er wel. Roeselare is op ieder vlak een grote stad geworden en op zich is dat ook niet erg. Zo lang minder frisse praktijken bestreden worden en beheersbaar zijn, kan een grote stad ook verfrissend zijn. We hebben hier verschillende culturen en in Roeselare leven ook alle lagen van de bevolking. Het is een mooie doorsnee van onze maatschappij.”

Wanneer je je hoofd wil leegmaken, spring je op de fiets?

“Oh, niet alleen om mijn hoofd leeg te maken, ik fiets gewoon heel graag en ik kijk ook ontzettend graag naar wielerwedstrijden, live en op televisie. Wanneer ik als kind met mijn ouders naar zee ging, keek ik altijd met opa José naar de Ronde van Frankrijk op televisie.”

“Ik ben niet bij een wielerclub aangesloten: ik ga fietsen met een vriend of zelfs alleen. En ja, het gebeurt dat ik een werkgerelateerd probleem heb opgelost na een flink ritje. Maar ik ga ook graag met mijn pa en enkele vrienden naar wielerwedstrijden kijken. De Strade Bianche staat met stip op één. Dat is mijn favoriete wielerwedstrijd. Ik heb die zelfs nog meegefietst als wielertoerist. Het is het parcours van de dames dat dan wordt gevolgd, dus ook met de venijnige klim naar de aankomst op de Piazza del Campo in Siena. Het is echt een magisch gevoel wanneer je moegereden dat prachtige plein opfietst.”

Je bent ook betrokken bij het Natourcriterium in Roeselare?

“Voor het tweede jaar, inderdaad. Het bevalt me enorm: we hebben een goed team, de sfeer is goed en iedereen steekt de handen uit de mouwen. We hebben maandelijks een vergadering en de laatste maanden voor de wedstrijd is dat zelfs wekelijks. Veel tijd om te genieten is er niet de dag zelf, maar na tien uur ’s avonds is er wel tijd om enkele Rodenbachs te drinken en te klinken op de goede afloop.”