Voka doet oproep aan stadsbesturen: “Plannen is mooi, in actie schieten is beter”

Het Voka West-Vlaanderen bestuur. © AN
Annelies Nollet
Annelies Nollet medewerker KW Kortrijk-Menen

De West-Vlaamse afdeling van het Vlaams Netwerker van Ondernemingen (Voka) roept de lokale politici in onze regio op tot actie. “We bespeuren veel goede intenties en veelbelovende acties in de plannen die de lokale besturen de afgelopen maanden voorstelden”, aldus algemeen directeur Bert Mons. “Maar ze blijven te lang hangen in de planfase. Voka West-Vlaanderen verwacht dat ze nu overgaan van plan naar daad. Nog meer dan vroeger willen we de luis in de politieke pels zijn.”

Woensdagvoormiddag lichtte Bert Mons, algemeen directeur van Voka – Kamer van Koophandel West-Vlaanderen de plannen van de werkgeversorganisatie voor het komende jaar toe. Opvallend: Tegen 2025 wil hij West-Vlaanderen laten uitgroeien tot de regio met de hoogste graad van ondernemerschap in West-Europa. “Ondernemen zit West-Vlamingen in het bloed“, weet Mons. “We hebben bovendien een sterke industriële basis om op te bouwen. Daartegenover staat dat we het potentieel van onze regio nog lang niet ten volle benutten.

Beste leerling van de klas

Nochtans gaat het in West-Vlaanderen niet slecht op economisch gebied. Er waren eind 2018 exact 123.030 actieve ondernemingen in onze regio, dat zijn er 3.3 procent meer dan het jaar ervoor. Hun totale omzet steeg bovendien met 5.6 procent en het aantal investeringen nam in diezelfde periode toe met 14.6 procent. Daarmee doet West-Vlaanderen het beter dan gelijk welke andere Vlaamse provincie. Er waren in 2018 meer jobs dan in 2017, 4.700 om precies te zijn. De werkloosheidsgraad zakte eind december 2019 dan ook tot 4.6 procent. Ter vergelijking, het algemene cijfer voor Vlaanderen ligt op 5.7. Ook hier is West-Vlaanderen dus de beste leerling van de klas. “De krapte op de arbeidsmarkt blijft dan ook hardnekkig aanhouden”, aldus Mons. “De verhouding werkzoekenden per vacature bedraagt maar 1.5 meer, tegenover 1.6 in 2018.”

Dat probleem hoopt Voka niet alleen op te lossen door de werkzaamheidsgraad op te trekken (van 76 procent nu naar 83 procent als we bij de Europese top willen behoren), ze hebben ook een proefproject lopen waarbij vooral werknemers voor de ICT-sector geronseld worden in Marokko of Senegal. Voor de andere tekortkomingen in het ondernemerslandschap kijkt de organisatie naar de nationale, maar vooral ook naar de regionale en lokale politici. “We vinden in de meest recente bestuursakkoorden veel aanbeveling terug die Voka deed naar aanleiding van de verkiezingen in 2018”, aldus de algemeen directeur. “Zo zien we dat veel gemeenten de bevoegdheden met betrekking rond ondernemerschap hebben gebundeld bij een schepen. Er zijn ook veel plannen voor nieuwe adviesraden en voor extra ruimte om te ondernemen. Tot slot zien we ook heel wat premies en andere steunmaatregelen opduiken voor jonge ondernemers.”

Belasting op masten en pylonen

Alleen duurt het volgens Manager Belangenbehartiging, Bart Vansevenant allemaal een beetje te lang. “Veel steden en gemeenten blijven hangen in de planfase”, klinkt het. “Bovendien blijkt uit een eerste screening dat heel wat gemeenten, zoals Kuurne, Oostrozebeke en Tielt, de opcentiemen op de onroerende voorheffing en de personenbelastingen verhogen.” Een andere doorn in het oog van ondernemers blijkt de vrij nieuwe, maar uiterst populaire belasting op masten en pylonen te zijn. Onder andere Izegem, Oostrozebeke, De Panne, Brugge en Tielt sprongen daar al op de kar. “Vooral in Zeebrugge lopen de bedragen hoog op”, weet Vansevenant. “Sommige bedrijven hebben daar tot 200 verlichtingsmasten staan, zij moeten zo’n 400.000 euro aan belastingen in een betaling ophoesten.” Als kers op de taart is er bovendien geen vrijstelling voor windmolens. “Omdat die belastingen geen rekening houden met de aanbevelingen voor meer groene energie en er niks tegenover staat, vinden wij die onaanvaardbaar”, klinkt het.

Bart Mons en Bert Vansevenant.
Bart Mons en Bert Vansevenant.© AN

Ook op het vlak van mobiliteit verwacht Voka meer inspanningen van de steden en gemeenten, maar ook van de Vlaamse en (mocht die er ooit nog komen) federale regeringen. “Dat geld niet alleen voor onze wegen, maar ook voor het openbaar vervoer”, aldus Mons. “Zo wachten we bijvoorbeeld nog steeds op een spitsstrook op de E403 tussen Roeselare en Brugge. Die zou er komen, maar de centen laten op zich wachten. We zien dat dat in andere provincies wel snel vooruit gaat.” Daarnaast hoopt hij ook op meer bedrijventerreinen. “Er is nood aan extra ruimte”, vertelt hij. “Vooral in Waregem en Zuid-West-Vlaanderen zitten we aan onze limiet. In totaal is er zo’n 300 hectare extra nodig.”

Eindigen gebeurde wel met een positieve noot. “Het is de eerste keer dat we de problematiek van de braindrain, waarbij getalenteerde West-Vlamingen verhuizen naar andere provincies, beschreven zien in een beleidsnota. (Die van Vlaams minister van Werk en Economie Hilde Crevits nvdr.) Daar zijn we heel tevreden mee. Je mag het belang daarvan niet onderschatten. Maar liefst zes van de tien 18-jarigen in West-Vlaanderen verhuizen naar een andere provincie en komen niet meer terug. Dat is een probleem waarvoor we, nu het erkend is, dringend een oplossing moeten zoeken”, besluit Mons.

(Annelies Nollet)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier