Het was geen al te best jaar voor de Vlaamse Visveiling. Er werd 12,1 procent minder vis aangeland, tot 14.400 ton. Dat heeft de visveiling vrijdag bekendgemaakt.
De Vlaamse Visveiling kende een moeilijk jaar. Vorig jaar kwam er nog 16.400 ton vis aan land in de visveilingen van Oostende en Zeebrugge. Dit jaar was dat 14.400 ton. De verliescijfers worden alleen genoteerd in Zeebrugge, want in Oostende kwam er wel meer vis aan land. In Zeebrugge werd met 8.500 ton ruim een vijfde minder vis verkocht. In 2017 ging het nog om 10.700 ton.
De gemiddelde prijs per kilo zat wel in de lift met iets meer dan 5 procent waardoor de mincijfers in de omzet minder scherp zijn. Die bedroeg 60,7 miljoen euro dit jaar, tegenover 65,5 miljoen euro vorig jaar, een daling van 7,4 procent.
Volgens de visveiling zijn er verschillende redenen voor de daling. De Vlaams vloot verloor door enkele ongevallen op zee twee vaartuigen. Een vijftal vaartuigen was ook een tijdlang buiten strijd door onderhoud en herstellingen en nog andere vissersboten ondergingen ingrepen naar andere visserijtechnieken. Dat in combinatie met mindere vangsten en aanlandingen in het buitenland, vooral Nederland, wegen op de cijfers.
De verminderde vangst stelt de veiling voor een aantal uitdagingen, zoals ook al werd omschreven in het visserijrapport dat eerder deze maand werd gepubliceerd. De veiling heeft namelijk 17.000 ton nodig van de Belgische vloot om rendabel te blijven voortwerken op de beide locaties en om te blijven investeren in de sector. “De veiling streeft er dan ook naar om met de volledige keten samen te werken om twee aantrekkelijke thuishavens in stand te kunnen houden”, aldus Sylvie Becaus, algemeen directeur van de Vlaamse Visveiling.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier